JüofwbtÊcbelanbt. €tt abbertecrt raten pieter stoffelsz uit mattemburch 109 nichvuldiche swaericheyden van stormen ende hooge vloeden) nu soe verre gebracht is, God loff, dat over eenige dagen het lant is geverscht, mits het stoppen ofte cragen van den Vail binnen slants indervougen dat eerstdaechs de wegen geraempt en- de gearresteert sullen worden, ten eynde terstont daernae in diligentie te mogen procederen tot cavelen, opdat een yder mach poogen den oorbaer met sijn landt te doene De dijckagie heeft nu goede spaet met dit bequaeme weder. Wij zijn je- genwoordelijck int werck om de diepte van de vall aen te corten ende met rijs over te gaen. Sulckx dat wij hopen de voors. dijck agie eer lanck buyten alle swaeri- cheyt ende perickel wesen sal met hulpe van Gods Almachtich, dyen wij bidden Geschreven op den heerenhuyse der dijckagie van Noordtbevelant op Co- lijnsplate desen 25 Junij 1598 Uwe Gen: Zeer ootmoedige dienaren Dijckgrave ende gesworens der dijckagie van Noortbevelant Ter ordonnantie van deselve, Dierick Heynricxz P.uyt mattemburch 5- J. - 1598 Tussen 25 juni en 9 juli is het karwei ge klaard: het eiland Noord Beveland is herboren. Het gezag Direct na de bedijking zijn de belangrijk ste lijnen van het wereldlijk gezag over het nieuwe eiland Noord Beveland als volgt te schetsen: Dierick Heijnricxs, de eigenlijke indijker, vertrekt na zijn werk verricht te hebben en wordt in 1 599 als dijkgraaf vervangen door Marinus Werckendet. De eerste schout van het eiland. Hans Moens, wordt middels een „pencioen" van 200 Karolusguldens per jaar, weggekocht om in 1602 plaatste maken voor dezelfde Marinus, die door zijn machtige broer Lieven Werckendet gepousseerd wordt. De eerste stadhou der van het eiland Tobias Michielsz Oostdijck zal dat gedurende zijn hele le ven tot 1 625 blijven. Maar op het eiland was de rentmeester de machtigste man. Een macht die op hem afstraalde vanuit het machtige Huis van Buren. Tot de erfenis van de gravin van Buren behoorden de verdronken smalstad Kortgene en Sint Maartens dijk. En mede daaruit sproot de grote in vloed voort die Willem van Oranje tot Eerste Edele van het graafschap Zeeland had gemaakt. Na diens dood was het ei gendomsrecht overgegaan op Willems oudste, doch verbannen zoon Philips Willem, in wiens naam zijn zuster Marie van Nassau het voogdijschap voerde en dat voogdijschap, door haar huwelijk met de graaf van Hohenlohe, aan de laatste stad had overgedragen. Rentmeester Pieter Stoffelsz was de machtigste man op het eiland, alleen ge controleerd door de drie grafelijke raadslieden Erik Dimmer, Philibert van Turnhout en Philips van Steelant, die we geregeld bij verpachtingen van landen op het eiland tegenkomen. Hij was „no taris publique" geweest bij de Delftse re kenkamer van de graaf. Uit de rekeningen van de rentmeesters van de grafelijke rekenkamer te Delft Aankondiging van verpachting van „parthyen van landen" enz. in de nieuwe polder, 1598. peghelijcften/batmen (ban toegljen fp tte <15. ben JBel-göebojen latere/dSra= be ban l^oftenloe/ totlan* gêbetgl)/?t. lieutenant generael/f c.) (optig ^ecten-ltttffe berbijcbagieban i |5oo?t-bebeIanbt/be0H9oenfbaegj)s/ toelenbebenleften êieptcmbps/1598. goebtsttjbts boo?tnibbaglj) openbaerlijt&en (ben tneeft-bie* benbe) berliuf?en enbe herpachten fal./ btbetfctje pattltpcn ban lanben/ gbeiegljenbpben nteutoen 2>o?pebatt Colgnf-plate/ enbe eibers in ^ootbt-bebelattbt boo?f5. op conbttien eft boo?= biaetben/bictnen alfban oplefcn/ enbe ntibbelet tijt albact bttt- öêfal: Ottber anbcrë tnljoubenbe/ bat be ^acpters pare pactj* tenfufftfentcUjcUen lullen berbojgljen: btebaer ittne gabtnge bebben/mogljen ben albaer latenbinben/enbe peurt Borgpen tnebebjtengljen. Cenfelüen bagbtenbe plaetfe Palmen (ban tocottm atö öcQeDcnte maten/ enbe albaer op te redjten/ jeteren Coojen tmnbt-moletv openbaerKjc* ten benmintt boetibe op gfjemaecte te ictieren in tpeerte 1 s 9 9.bolgljen]öben betttcte baer af jijnbe batmen mibbelerttjbt albaer oock fal binben. ^otfj fallen ten tioo$. bagije enbe plaetfe 00 ch toefen eentgfje perfcmm/laa fjebbetibeom aengoebe fuffifente pacfjtfrp ecntglieïanben ofle^oeben/m i^ootbt beüelanbt upter fjanbt te berpartjtetv bit bier gairingfje mne fjebben/ mogfjrn tjen fpet naer ttguletcn. 2>en eenen feggljet ben anöeren boo?t.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 27