HET LEVEN OP HET LAND Schouwen-Duive/and'r eiland van boeren landarbeiders en handwerkslieden Peter Don Op een doordeweekse dag in het najaar van 1910, midden in de „peetied", maakt de ploeg die op het land van L. J. Mol, boer op de Adrians Johanna Hoeve te Dreischor, de „peeën" aan het „uut'doe" is, even tijd voor de fotograaf. Deels op en deels tussen twee boeren wagens opgesteld, kijken allen „naar het vogeltje"; alleen de zoon van knecht Kees van Leeuwen houdt, met de „liene" in zijn handen, op de wagen links de blik strak op de paarden gericht. Op de ande re wagen staat boer Mol, herkenbaar aan zijn witte hemdsmouwen. De foto laat zien dat het rooien van de suikerbieten destijds voor een belangrijk deel vrou wenwerk was. Op één na dragen alle vrouwen hier een „viegerobbe" (een „vij- genmand", de benaming voor de breed gerande strohoed die bij het werk op het land werd opgezet) en in hun handen houden de meesten naast het korte „peespaetje" ook een mes, voor het „koppen" van de bieten. Uit alles blijkt dat het werk maar voor een kort moment is onderbroken en dat men onmiddellijk na het maken van de foto weer aan de slag zal gaan. Deze opname uit 1910 werd onlangs, samen met ruim tweehonderd andere foto's, door Piet Boot gebruikt bij het sa menstellen van een schitterend boek over het leven en werken op het platteland van Schouwen-Duiveland. Boot vermeldt bij de foto niet alleen wie erop staan afge beeld, met bijzonderheden over hun kle ding en dergelijke, maar hij geeft ook in formatie over het telen, het wieden en het rooien van de suikerbieten, over de ge reedschappen die hierbij werden gebruikt en over de zwaarte van het werk. Zo lezen we over het rooien: „De peespa werd bij de biet in de grond gedrukt om deze te lichten en tegelijkertijd werd de biet met een draaiende beweging uit de grond getrokken. De biet werd dan te gen de spa geklopt, zodat de aankleven de grond eraf viel en vervolgens op een zwad gelegd. Dan werd de kop met loof van de biet eraf gekapt en op werpaf- stand op hoopjes gegooid: dit „peekop pen" werd veelal door vrouwen verricht. Als er een paar voer bieten in voorraad lag werden ze opgeladen en afgevoerd. Bij nachtvorst in november was het bie tenblad wit en ontzettend koud en het was niet direct uitnodigend om met blo te handen in het bevroren bietenblad te pakken." Verder beschrijft Boot, mede aan de hand van foto's, een aantal andere aspecten van de suikerbietenteelt en haar geschiedenis. Zo is er een stuk over de eerste, mislukte introductie van de suikerbiet in onze streken, ten tijde van Napoleon, en over de herleving van de bietenteelt in Zeeland, kort na het mid den van de 1 9de eeuw. We zien en lezen vervolgens hoe de bieten aanvankelijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 10