t
WILLEM HENDRIK, MARKIES VAN VEERE
I
is 1
4
v
L. W. van Panhuys
Eens in de paar honderd jaar wordt er
een uitzonderlijke persoonlijkheid gebo
ren, die richtinggevend zal zijn voor de
tijd waarin hij leeft en die een beslissen
de invloed zal hebben op de eeuwen die
na hem komen.
Zo'n persoonlijkheid was de stadhou
der-koning Willem III, de laatste directe
afstammeling van Willem de Zwijger.
Reeds zijn geboorte in november 1650
gaf aanleiding tot een legende. Er werd
verteld dat de kaarsen in de kamer waar
zijn wieg stond, plotseling door een
windvlaag werden uitgeblazen en dat
men drie cirkels van licht om het hoofdje
van de pasgeborene waarnam.
Een vrolijke ontvangst wachtte het kind
overigens niet. Het gehele hof was in
diepe rouw gedompeld, aangezien zijn
vader juist acht dagen tevoren was over
leden. Zwart voerde de boventoon en er
heerste niet alleen droefenis, maar ook
onzekerheid en angst voor wat de toe
komst zou brengen. Ook ontstonden er
al spoedig moeilijkheden over de naam
geving tussen zijn grootmoeder, Amalia
van Solms, die hem Willem Hendrik wil
de laten dopen, en zijn moeder Mary
Stuart, die hem Charles wilde noemen.
Tot op de doopdag zelf (die er twee uur
voor werd uitgesteld) zette de onenig
heid zich voort. In de met zwarte drape
rieën versierde kerk ontving het kind
Willem III op 11 -jarige leeftijd. Portret van A. Ragui-
neau van 1661. (Haarlem, Frans Halsmuseum).
tenslotte de namen Willem Hendrik. Zijn
moeder was hierbij afwezig. Als tekst
van de dienst waren de woorden van
Christus gekozen: „Laat de kinderkens
tot Mij komen". De regenten, die peet
stonden, zagen tot hun ergernis dat de
doopjurk met het koninklijk hermelijn
was afgezet. Overal om hem heen waren
redenen te over voor strijd, jaloesie en
onrust. In Frankrijk verklaarde in datzelf
de jaar de dertien jaar oude LodewijkXIV
zich volwassen: donkere wolken, die de
nog prille vrijheid en zelfstandigheid van
de Republiek zouden bedreigen, pakten
zich in het zuiden samen.
Wel zeker lijkt het dat dit moeilijke be
gin, zijn moeilijke jeugdjaren onder het
voogdijschap van De Witt, van blijvende
invloed zijn geweest op het karakter van
Prins Willem. Veel van zijn geslotenheid,
van het wars zijn van uiterlijke hulde, van
zijn liefde voor de jacht, van de roeke
loosheid waarmee hij zich in het heetst
van de strijd begaf en tenslotte ook van
de hoge waardering en liefde ten op
zichte van zijn weinige echte vrienden is
hieruit te verklaren.
Gelukkig, er was ook een invloedrijke
Oranjepartij, er waren twee vrouwen, die
voor zijn rechten opkwamen: zijn moe
der en zijn grootmoeder.
Er was een aantal steden die hem op
recht trouw waren en bleven.
Wat is hiervan een beter voorbeeld dan
de Zeeuwse stad Veere? Zes dagen na
dat hij meerderjarig was geworden, op
19 september 1668 werd hij ingehul
digd als markies. Wij kunnen hierover
lezen in de notulen van de vergadering
van „Wet en Raad" van Veere, d.d. 23
september 1668. (thans tentoongesteld
in het stadhuis)
Sondachs den 23 September 1668:
Sijn ter verpachtinge van de gemeene
middelen gedeputeert nae ouder ge
woonte de heer borgemeester Zomer,
binnen desen ey/ande en de heer burge
meester Karreman, buyten.
A/soo sijn Hoocheyt, den heere Prince
van Orangie op dynsdach aenstaende de-
se stadt met sijne presentie sal vereeren,
is nae deliberatie over de receptie en trac-
tement goet gevonden te concipiëren een
memorie van alle 't gene daertoe noodich
soude mogen wesen. Welcke wesende
ontworpen, is dien volgende verstaen dat
men sijne Hoocheyt door twee commis-
sarisen en drie carossen, de eene met vier
en de andre twee met ses paerden van
Middelburg sa! laten ophaelen. Dat daer
toe de wegh door Gapinge en achter het
bosch om door Sandijck sal werden ge-
planeert. Dat de magistraet met vijf of ses
andere carossen en corps rijden sal tot
buyten de Sandijckse poorte om op het
pleyn van de poorte sijne Hoocheyt te ont-
fangen en in een roode fluweele sack de
sleutels van de stadt te presenteren.
Dat de borgerie guarde van de drie gepri-
viligieerde schutterien in volle wapenrus-
tinge wedersijts gerengeert staen sal van
de va/brugge binnewaerts henen voorbij
't huys van de heer van Stavenisse, lancx
de Wijngaertstraet, de haven op nae den
thoorn. Dat de verdere borgerie onder de
capiteynen Thijssen en Van der Heijde in
een compagnie onder het witte vendel
daer aen staen sullen als voren soo verde
deselve sullen connen recken.
Dat niet en sa! werden geschoten, noch
met canon noch met musketten, voordat
sijne Hoocheyt in sekerheyt op den thoorn
sa! wesen gecomen en tot onderhoudinge
van goede ordre op morgen vrough ge-
daen sa! werden de naervo/gende publi
catie.
Dat de militie, soo marinieers als andere.
Willem III, beeldhouwwerk van J. Blommendaal.
,1,1»
- 'Tfc N-