willem hendrik, markies van veere 135
Meer nog dan alle feiten uit die tijd zou
dit Willem en Mary-jaar de huidige ge
neratie tot een spiegel kunnen zijn: na
300 jaar niet slechts herdenking, maar
herbezinning op waarden die onvergan
kelijk zijn.
Evenals het begin van dit leven, is ook
het einde niet gemakkelijk geweest. De
eindeloze moeilijkheden in Engeland, de
Whigs, de Tories, politieke verwikkelin
gen, het verraad, de jaloesie van zijn
beste vriend, droefheid na het overlijden
van zijn beminde vrouw. Weinig werd
hem bespaard en zoals zo vele waarlijk
grote persoonlijkheden heeft hij de re
sultaten van zijn streven niet bij zijn le
ven kunnen aanschouwen: de stabiliteit
van Europa, het terugdrijven van een ge
loof dat zich aan oude gebruiken en me
thoden vastklampte, het bevestigen van
een godsdienst met nieuwe inhoud en
daadkracht, overeenkomstig het be
wustzijnsniveau van die tijd. Vrijheid en
democratie voor zover toen mogelijk.
Kiemkracht voor de komende 300 jaar!
Een laatste brief; copie-missieve van de
Heer Envoyé van de Staet aan 't Hoff van
Sijne Konincklijke Majesteyt van Groot-
Brittagnien, den 1 9. Martii 1 702 aan de
Heer Griffier Fagel:
Wel'Ed. Gestrenge Heer,
T' sedert Vrydagh nacht is Sijn Majesteyt,
van tijt tot tijt, verswacktgisteren had
dese/ve, op de middagh, een acces van
koorts; en desen ochtent, zijnde Sondagh,
ontrent acht uyren, heeft Godt Aimach-
tigh van dat dierbaer Leven gedisponeert;
ten vyf uyren nam Sijn Majesteyt de
Communie, uyt handen vanden Aerts-
Bisschop van Canterburgh, en is Sijn Ma
jesteyt gestorven, sonder pijn, tot het
laetste oogenbliek met voile verstant, met
groote devotie ende stantvastigheyt:
weynigh voor sijn doot, heeft Sijn Majes
teyt sigh, met een onuytsprekelijcke lief
de en teederheyt, voor den Staet van ons
lieve Vader/ant, geëxprimeert, aen den
Heere Grave van Albemarle, die su/cx
se/fs meynde geschreven te hebben,
maer, door droefheyt, soo seer benauwt
en afgemat zijnde, heeft het voor dese
reys niet konnen doen: gemelten Grave
heeft my versocht, dat ick, van sijnent
wegen, aen Mijn Heer de Raet-Pensiona-
ris van Hollant soude schrijven, dat hy
sigh in alles, waer den Staet kan oordee-
len, dat hy dienst kan doen, met al sijn
hart en vermogen, sal sacrifiëren voor de
welstant van deselve; waer van ick my
heden aen gemelten Raet-Pensionaris
hebbe geacquiteert: en, voor en na de
doot van Sijn Majesteyt, heeft den Heere
Grave van Mar/eborough, my, met alle
bedenckelijcke krachtige expressien, ver-
sekert, dat de Princes den Staet van her
ten bemint; dat de Repubiijcq nu met En-
gelant niet minder verbonden saI zijn, als
te vooren; (dit laetste hebben my ver-
scheyde andere Lords mede versekert) en
voor sijn particulier, dat hy Heere Grave,
my, op sijn gemoet, verk/aerde, dat hy
met hert en ziel voor onse Repubiijcq sai
zijn, en daer van altijt preuves soude ge
ven.
Tot het laatste toe bij vol bewustzijn.
geen moment zijn kalmte verliezend,
sprak hij een laatste vaarwel tot zijn
vrienden. „Amidst the tears of all the by
standers, his Majesty did not betray the
least concern, but was very devout and
friendly..", schrijft Bidloo, één van de
doktoren.
Hij stierf om 8 uur op zondag 8 maart, en
„na weken van grijs en grauw regenweer
kwam de zon op in een onbewolkte he
mel".
Bronnen:
"William and Mary". Henri and Barbara van der Zee,
Macmillan, 1 973.
Archief van Veere, met welwillende medewerking
van de archivaris, A. J. A. M. Prinsen.
„I will maintain". Majorie Bowen.
„Defender of the faith". Majorie Bowen.
Zie ook: de tentoonstelling in het stadhuis van Veere
juni-september 1 988: „Veere in de tijd van Koning-
Stadhouder Willem III, 1650-1702.
Amalia van Solms (1 602-1 675). Grootmoeder van Willem III. Portret van A. van Dijk (1 630).
Foto: Iconogr. Bureau, 's-Gravenhage.