pieter stoffelsz uit mattemburch 139 Plattegrond Colijnsplaat, 1625. vrouw dwars door prins Philips Willem, de graaf van Hohelohe, prinses Maria van Nassau, een witte roede en een kom pas naar de bossages in zijn tuin, naar de dijk die er naast liep en naar zijn hooiop per, de berg. Het feest. Daar woonde Pieter Stoffelsz uit Mat temburch dan. Eind 1601. Aan de noord-west hoek van de huidige Voor straat. De rendant met zijn vrouw beslui ten bij gelegenheid van de pacht in hun nieuwe huis een feest te geven32). Ze zijn kennelijk trots op het huis en de vier prachtig beglaasde deuren van de ach terkamer. Schout en schepenen worden uitgenodigd, secretaris Roose, stadhou der Tobias Michielsz Oostdijck, bode Jan Cosijn, de pachters van de landen en de molen met hun borgen. Het waren er eigenlijk teveel, men kon niet allemaal tegelijk in het huis en het feest werd over twee dagen uitgesmeerd. „Ende is aen oncosten daertoe gedaen ende verteert in twee maeltijden op twee dagen vol- ghens specificatie daervan precise ge houden ter somme van twaelff ponden zeven sch vijff gr vlms". De rentmeester voegt er zijn preciese specificatie aan toe, waaruit wij kunnen leren, wat men toen bij een feestmaal placht te eten. „Specificatie van de oncosten ge daen tot den maeltijt opt verpachten van daccijns ende molen op colijns- plate voorden jare 1602, geschiet den 1 9 e December 1 601 ten huijse van rentmr. Pieter Stoffelsz vuijt Mattemburch 1 9 sch 1 5 sch 14 sch 1 5 sch 4 sch 6 sch 6 gr 4 sch 2 sch 1 sch 6 gr 3 sch 6 gr 2 sch 6 gr 2 sch 2 gr 11 sch 6 gr 10 sch 10 gr 6 sch 3 sch 6 gr 5 sch 1 gr 2 sch 4 sch 24 sch voor hamelenvlees ende afval voor runtvlees voor twee hanen voor twee cappoenen voor twee hanen voor drie koppel konijnen voor twee verckenshersten voor witte peen, geel peen, rapen voor eertnoten voor appelen voor noten ende castanien voor pruijmen, rosijnen ende crenten aen broot voor boter van eijgen provisie genomen op voor 1 '/2 pont suijcker voor canneel, gember, peper voor wafelkens, letters ende buschuijt voor ajuin voor 5 persancijgen (perziken?) voor rijs ende melck voor hout ende turf inden keuken ende kamer voor een halff oxhooft wijn toussame groote fustagie 3 p 10 sch voor een tonne bier 20 sch 4 gr Tsamen 1 2 p 7 sch 5 gr vlms Een preciese specificatie, het was wel nodig ook. De gasten zullen zeker be wonderend hebben gekeken naar het mooie huis, de mooie spullen, de mooie achterdeuren en naar de tuin daarach ter. Maar de mensen van de rekenkamer van zijne Genade in Delft hebben zo hun bedenkingen. De boekhouder schrijft tenminste aan de rand van de betreffen de rekening: „Maer den rendant wordt expresse- lijck belast gheen maeltijden meerte geven bij affwesen van Gecommit teerden van zijne Gen: Ende soe wanneer daer gheen gecommitteer den van zijne Gen: en comen, de ren dant sal die van de gerechte alsdan een ton goet bier vereren ende heur dachgelt tot drije schelling". De grand seigneur spelen is mooi en op scheppen ook en men mag feesten, want Philibert van Turnhout en Philips van Steelant en Erik Dimmer houden er van, maar dan alleen als zij er bij zijn. Geen onderonsjes van die van Colijnsplaat. Schout en schepenen dienen zich tevre den te stellen met een ton bier en wat handgeld. Het octrooi en de wijn. Eerder maakten we gewag van het feit dat zelfs de graaf van Hohenlohe zich schaamteloos probeerde te verrijken. Eerst had hij zich door de rentmeester Bewesterschelde Pieter van der Hooghe eigendommen en landen van de abt Ni- colaes a Castro laten schenken, voor hij tot de eigenlijke bedijking overging. En rond 1 600 is daar het gevecht om zich middels een octrooi van goederen van de verbannen prins te verzekeren. Want later in 1608 blijkt dat er „verscheyden geschillen ende differenten gerezen (zijn) ...nopende zeeckere thienden, eenighe gemeeten Ambachts met Am- bachtsgevolge ende andere rechten" ter waarde van zo'n 20.000 pond Vlaams. Ook rentmeester Pieter Stoffelsz had daarbij zijn taak. Reeds op 14 en 1 5 ja nuari van het jaar 1 600 waren Pieter en de baljuw Lieven Werckendet naar Mid delburg gereisd om met de rentmeester Bewesterschelde over dat octrooi te pra ten, maar Pieter van der Hooghe had zich niet ontvankelijk getoond33). En naar Middelburg reizen voor de graaf betekende natuurlijk wijn kopen: vier oxhoofden Franse en een halve pijp Spaanse wijn. Schipper Pieter Pouwelsz was expres voor dat laatste doel van Bu ren naar Middelburg gezonden34): „item volghens seecker schrijven van zijne Gen. gedateert te Bueren den 1 en Meije 1 600 dat den rendant aengesienss brieffs soude reijsen naer Middelburch met Daniel Bou- tellier om aldaer te helpen coopen zeeker quantiteyt wijnen Hebben aldaer gecocht van Commer Claesz Coopman van wijnen vijff vaten bor- deausche ende twee vaten rooden wijn de Grave om 21 ponden thien schellingen tvat, compt de zeven va ten tsamen 150 pont 10 sch. Noch drije vaten petauwe tot thien ponden elck vat, beloopt dertich ponden. En de eene pijpe Pierre Semeijne spaen- se wijn die gecocht is om 20 pont 10 sch." De rentmeester controleert daarbij in zijn boeken de bottelier en de bottelier controleert in zijn boeken de rentmees ter: „volghens specificatie ende attesta tie van de voorsz. Daniel Boutellier in da-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 27