een 18e eeuws pleidooi voor jong moederschap
147
moeilijk voorstellen, dat Halffman daar
geen enkele bemoeienis als medicus
mee heeft gehad. Maar een aanstelling
tot scheepschirurgijn had hij niet (voor
delig voor de VOCI), want zijn functie
was een geheel andere, van zuiver zake
lijke aard.
Van het verblijf gedurende 5 maanden in
Indië is slechts een belangrijk feit be
kend namelijk dat zijn vrouw Ann Colnet
in Batavia overleed. Slechts ruim één
jaar heeft hun huwelijk geduurd. De
man, die een studie van de ziekten van
de maagden had gemaakt om haar wel
zijn te bevorderen, stond hier machte
loos. Want wellicht was zij een van de
vele Hollanders die in die jaren in Batavia
stierven aan malaria. Een ziekte die de
gezondheidstoestand in Batavia sterk
verslechterd had ten gevolge van het
ontstaan van moerassen19).
Halffman rekte zijn verblijf in Batavia
niet langer dan nodig was. Met het eer
ste schip, dat na hun aankomst naar Hol
land terugvoer vertrok hij. Het was „De
Erfprins" varende voor de O.I.C. Kamer
Delft. Een prettige bijkomstigheid juist
in deze moeilijke situatie was ongetwij
feld, dat zijn veel jongere broer Lamber-
tus Aarnout als constabelmaat met dit
schip meevoer.
Op 30 oktober 1 756 werd onder schip
per Bartholomeus Schuts van Batavia
vertrokken in een convooi van 6 sche
pen 20).
Als onderkoopman droeg hij de verant
woordelijkheid voor de ingekochte la
ding, die bij vertrek op f 1 85.329 werd
gewaardeerd. Een redelijk gemiddelde
in die tijd 15). Dit keer was een onder-as
sistent als hulp meegegeven.
Op 20 juni 1 757 werd de rede van Goe-
ree bereikt en daarna kon Halffman als
27-jarige weduwnaar zonder kinderen
in de familiekring in Middelburg terug
keren. Hij hervatte zijn kort voor zijn reis
aangevangene medische praktijk en zou
dit gedurende 50 jaar voortzetten.
Hij machtigde de schipper van „De Erf
prins", Bartholomeus Schuts om in Delft
(het schip voer voor de O.I.C. kamer
Delft) zijn premie- en negotiegelden in
ontvangst te nemen. Kennelijk ontbrak
hem de tijd en de lust om dit zelf te doen.
Deze premie- en negotiegelden waren
een belangrijke aanvulling op zijn
maandsalaris als onderkoopman, dat
f 40 per maand bedroeg ,5). Om handel
ten eigen bate tegen te gaan was uit
drukkelijk bepaald hoeveel uit Indië als
koopwaar in privéhandel mocht worden
meegenomen. Voor de meeste beman
ningsleden en soldaten was dit een hal
ve kist, voor de onderkoopman mochten
het twee kisten zijn, evenals voor de
schipper2'). De premie- en negotiegel
den waren een compensatie van de VOC,
die soms zeer groot kon zijn.
Halffman vestigde zich op de hoek van
de Lange Noordstraat/Hofplein tegen
over de Oude Kerk, waarin hij drie jaar
later op 20 september 1760 trouwde
met de hoogzwangere koopmansdoch
ter Maria Johanna Haak, 23 jaar oud.
Een maand later werd een meisje gebo
ren, de eerste van de vijf kinderen - twee
meisjes en drie jongens - die zij zouden
krijgen.
In 1765 verhuisde het gezin na aankoop
van het pand „De Dry Leliën", Houtkaai
1 1 9 (nu nr 5), voor 650 pond van zijn
predikant, Prof. Jacob Willemsen (zie
boven). Maar deze koop had gevolgen.
In hetzelfde jaar nog bedankte Halffman
voorde Nederduitse Gereformeerde Ge
meente en sloot zich aan bij de Engelse
Gemeente22). Blijkbaar waren de zake
lijke contacten met zijn predikant van
dien aard geweest, dat het de geestelijke
band niet meer verdroeg.
Ook in deze periode bleef hij naast zijn
medische praktijk als koopman werk
zaam. Talloze leningen werden door
hem en zijn broer Jan Swerius Halffman,
notaris te Veere, aan hun broer Lamber-
tus Aarnout Halffman, nu schipper in
dienst van de VOC23) verstrekt. Boven
dien procureerde hij op 27 april 1 774de
heer Joseph Waugh, koopman te Lon
den, om zijn zaken in geheel Engeland
voor hem waarte nemen. Uit de vele no
tariële akten uit die tijd, waarbij belang
rijke bedragen gemoeid zijn, mag men
opmaken dat zijn zakelijke activiteiten
niet gering zijn geweest").
Waaruit zijn deelname aan de handel
heeft bestaan, is niet bekend, maar
naast de waren die uit de Oost werden
aangevoerd24), mag de betrokkenheid
bij een partij wijn, die was gaan gisten en
„Halffman vestigde zich op de hoek van de Lange Noordstraat/Hofplein tegenover de Oude Kerk." (uit: Te-
genw. St. der Ver. Nederlanden, Beschrijving van Zeeland I).
De OÜBE KERK te MIDDELBURG.