St ra o
157
Zou Maria gezien hebben dat hij zijn gro
te rijdier zo snel weer in bedwang had?
Hij durfde niet goed opzij te kijken en
hoopte heimelijk dat zijn rijkunst indruk
op haar gemaakt had.
Dèar stond de „meziek" al te wachten.
Straks zou hij een heleboel te vertellen
hebben aan Maria, ze zou het vast amu
sant vinden om te horen dat Hendrik op
het strand bijna van dat koebeest van
hem gevallen was toen ze in volle galop
reden. Nee, dan waren zijn ruiterkunsten
wel wat beter. En wat hadden ze alle
maal moeten lachen toen Bram zowat
voorover in de sloot duikelde toen hij on
derweg in hoge nood van zijn paard af
gesprongen was. Had hij maar niet zo
veel pils moeten drinken in het café waar
ze een kwartier gepauseerd hadden.
Peter verheugde zich nu al op het plezier
dat hij samen met Maria zou hebben als
hij zijn wederwaardigheden van die mid
dag vertelde. Ze had een sterk gevoel
voor humor en kon zo aanstekelijk la
chen...
Op het Dorpsplein keek hij al van verre
naar haar uit. Het was nu nog drukker
dan tijdens het keuren, de ringrijderij
was altijd een geliefde attraktie op hun
dorp. Eindelijk zag hij haar, nu stond ze
onder de stravalje.
De paarden werden in een kring opge
steld rond het spreekgestoelte waar
straks de burgemeester een toespraak
zou houden. Hij probeerde zijn paard zo
dicht mogelijk bij de stravalje neer te
zetten en lachte naar haar, maar ze blikte
wat schichtig terug.
Klaarblijkelijk was de toespraak begon
nen, enkele mensen riepen om stilte,
maar toen na een poosje iedereen netjes
zijn mond hield kon hij nóg geen woord
van de burgemeester verstaan. Wat
mompelde die man toch, ieder jaar vond
hij deze minuten het vervelendste van de
hele Strao, iedereen moest rustig blijven
terwijl alleen de mensen die vlakbij de
burgervader stonden er iets van konden
verstaan.
Toen de man eindelijk klaar was begon
nen enkele mensen in zijn nabijheid te
klappen, en langzamerhand drong het
tot alle belangstellenden door dat de
toespraak afgelopen was, ten langen
leste klapte iedereen, opgelucht dat de
stilte voorbij was.
Op het moment dat het applaus wegge
storven was begon er een paard te pis
sen. Het geluid vormde zo'n sterk kon
trast met de nijpende plechtige stilte van
zoéven dat iedereen luid begon te la
chen. Het rumoer bleef zwellen en leek
maar niet over het hoogtepunt heen te
komen.
Wat voor paard had eigenlijk voor deze
ontspannende lachsalvo gezorgd? Wat
een mop, het was die bonte van Hendrik!
Kijk nou toch, het dier liet 'm helemaal
hangen, het was er een met vlekken!
Peter lachte tot de tranen over zijn wan
gen liepen. Wat stond die Hendrik daar
voor schut! Maria was dubbelgeslagen
van plezier, zijn rivaal zat daar met een
hoofd als een kroot en wist van ellende
niet waar hij moest kijken.
De fanfare speelde nog snel een deuntje
en daarna was de tijd gekomen voor de
kinderen en jonge meisjes die durf ge
noeg hadden om een rondje op een
Straopaard te rijden. Hij liet zijn paard
nog dichter naar de stravalje toelopen,
bukte zich en blikte lachend naar het
meisje dat hij zo bewonderde.
„Wil je 'n eindje meerieje, Mereeja?"
Ze keek een beetje verschrikt: „Nee, nee,
dank je, liever noe nie..."
Peter begreep er niets van. Vorige week
had ze zelf nog tegen hem gezegd dat ze
zich er zo op verheugde om met de Strao
ook een eindje op een paard te mogen
rijden. En nu wilde ze ineens liever niet
meer. Teleurgesteld liet hij zijn paard
omdraaien, wat leek alles plots doelloos
en somber.
Daar kwam kleine Siena van de bakker
aanlopen: „Peter, mag 'k meerieje?" Hij
knikte van ja. Nu kon het hem allemaal
niets meer schelen. De bakker tilde het
kleine meisje voor hem in het zadel, ze
pakte dapper de lange manen vast en
lachte van plezier. Daar kwam de bak
kersvrouw met haar fototoestel, hij pro
beerde te grijnzen, maar het huilen
stond hem nader. Waarom wilde Maria
nu plots niet meer meerijden?
Hij keek even om naar haar plaatsje on
der de stravalje, maar ze was weg. Waar
was ze nu ineens heen?
Verdorie, daar zat ze bij Hendrik voor op
zijn paard. Die koeje bezweek bijna on
der het gewicht van die twee. En een ple
zier dat ze samen hadden!
Het was nog een wonder dat het ringste
ken goed lukte, door zijn tranen heen
zag hij de ring nauwelijks hangen. Ei
genlijk was hij helemaal niet blij met zijn
derde prijs. Nu moest hij 's avonds ook
nog naar het „Durps'uus" om zijn beker
in ontvangst te nemen, hij was liever di
rect in bed gekropen toen zijn paard
weer op de manege stond. Dat brave
beest kon het ook niet helpen dat hij zo
teleurgesteld was, hij had hem nog snel
een paar klontjes toegestopt eer hij naar
huis ging. Nee, hij zou vanavond niet
lang blijven, hij was allesbehalve in een
feeststemming. Prijs ophalen en weg.
Daar stond Maria met Hendrikte praten,
maar toen ze Peter binnen zag komen
draaide ze de rug naar haar gespreks
partner toe. Vond ze Hendrik nu ineens
niet leuk meer?
Toen hij zijn prijs in ontvangst genomen
had, stapte zij kordaat op hem toe.
„Gefielesteerd mit je pries vö 't rienste-
ken Peter. Ik von 't toch zó knap!"
„Dank je." Meer wist hij nu niet te zeg
gen, hij voelde zich plots een beetje
draaierig. Moest ze niet terug naar zijn
rivaal? „Ik dost!" Ze keek hem vragend
aan.
„Wil je wat drienke?" vroeg hij blij. „Ier,
ouw m'n priesbeker even vast, dan gea
'k wat eale."
Hendrik keek beteuterd toen hij zag dat
Maria gezellig bij hem bleef staan pra
ten. Peter knikte met zijn hoofd in de
richting van zijn rivaal:
„Most je nie bie Hendrik weze?"
„D'n diejen mit z'n puusten?" Ze zei het
met een vleug van afkeer. Peter voelde
zijn hoop weer groeien.
„Ma j'ei toch op z'n peard gereeje?"
Maria bloosde wat, ze leek naarwoorden
te zoeken.
„Ja", bekende ze en keek hem veront
schuldigend aan, ,,'kWou zogreag op'n
Straopeard rieje, ma 'k was benauwd
van die van joe. 't Was zo'n groat beast."