de laatste veerdienst tussen de „eilanden" en een nieuwe verkeersschakel
125
voor de aanleg van de tramlijn en het
vervoer over het Zijpe was niet zo ver
wonderlijk. De ontwikkeling van deze
maatschappij had gelijke tred gehouden
met de snelle groei van Rotterdam in het
laatste kwart van de vorige eeuw. De uit
breiding van de bevolking kwam voor
een belangrijk deel door de trek van de
plattelandbewoners - groot was het
aandeel van de Zuid-Hollandse en
Zeeuwse eilanden - naar de Maasstad.
Dit had ook te maken met de landbouw
crisis in die jaren. Door de contacten met
de achterban op de eilanden ontstond er
een band met de stad. Door de roep om
betere verbindingen op en tussen de ei
landen en het succes van de RTM met de
aanleg van tramwegen in de stad en de
omgeving richtte zich de blik van de
maatschappij naar het zuiden. Contac
ten werden opgenomen met de verschil
lende comité's op de eilanden. De RTM
nam van 1 898 af de aanleg van tramwe
gen en veerverbindingen in het Zuid-
Hollandse eilandengebied en de zuider-
lijn Brouwershaven-Steenbergen voor
haar rekening. „Met deze projecten is zij
een nieuwe ontwikkelingsfase ingetre
den: het zwaartepunt van haar activitei
ten verplaatste zich naar het eilanden-
gebied", aldus Dijkers. Om niet te veel
hooi op de financiële vork te nemen
stootte de maatschappij het bedrijf in
Rotterdam af.
De vaart over het Zijpe
Het varen over een vaarwater met druk
scheepvaartverkeer is geen eenvoudige
zaak. We stonden op die 6e juli in de
stuurhut van de „Zijpe" waar kapitein C.
de Keijzer de scepter zwaaide. Hij stond
er niet alleen want meerdere fotografen
en filmers waren op het idee gekomen
dat het de laatste dag van de veerdienst
was. De Keijzer beantwoordde rustig de
gestelde vragen maar hield het scheep
vaartverkeer, waaronder een flink aantal
jachten, nauwkeurig in het oog. Hij had
meer dan veertig dienstjaren en was een
aantal jaren met pensioen. De directie
had enkele oud-kapiteins gelegenheid
gegeven op de laatste vaarten hun oude
beroep uit te oefenen. De bemanning
van de „Zijpe" zou 's avonds door de ge
meentebesturen van Bruinisse en Sint
Philipsland gehuldigd worden. Burge
meester T. C. Hekman van Bruinisse in
zijn toespraak:
„De bemanning heeft het toch altijd
maar moeten doen. Er bij nacht en ontij
voor zorgen dat de pont in de vaart bleef.
Er was veel inzet en stuurmanskunst
voor nodig om de pont over het diepe,
onstuimige en gevaarlijke Zijpe te lood
sen."
Kapitein De Keijzer werd voor zijn ver
diensten het ereburgerschap van Brui
nisse verleend met bijbehorende ere
penning en oorkonde. De burgemeester
herinnerde er tevens aan dat de erebur
ger een knap modelbouwer was, die
kans zag oude ponten tot in de kleinste
onderdelen na te maken.
Het is niet de bedoeling in dit bestek de
geschiedenis van de veerdienst op de
voet te volgen. Te wijzen valt hierop het
gedenkboek van W. J. J. Boot: Zijpe-
Anna Jacobapolder 1900-1988. Af
scheid van ons scheepvaartbedrijf.
Kapitein C. de Keijzer.
Sluis in de Philipsdam.