de laatste veerdienst tussen de „eilanden" en een nieuwe verkeersschakel
127
mentering met behulp van de Philips-
dam en de Oesterdam. De passage in de
Philipsdam maakt deel uit van de door
gaande hoofdscheepvaart tussen het
noordelijke Deltabekken en het kanaal
door Zuid-Beveland/Westerschelde.
Voor dit doel zijn twee sluizen aange
legd van 280 m lengte en 24 m breed,
berekend op vierbaks-duwvaarteenhe-
den met reservering voor nog een sluis.
Verder heeft de dam een zout/zoet-
scheidingssysteem om verzoeting van
het oostelijk deel van de Oosterschelde
en verzilting van de zoete randmeren te
vermijden waarvoor een ingewikkeld
buizensysteem noodzakelijk was. Over
de Philipsdam is een volwaardige auto
weg aangelegd met een fietspad of pa
rallelweg. In het zuiden is de autoweg
aangesloten op de provinciale verbin
ding Steenbergen/Sint Philipsland, ter
wijl aan de andere zijde de weg aansluit
op de Grevelingendam. De brug over het
sluizencomplex heeft een lengte van
800 m. Ter hoogte van de noordelijke
duwvaartsluis is een beweegbare bas-
culebrug aangebracht.
Op 6 juli 1 988 14.30 uur wordt de bas-
culebrug bijna loodrecht opengedraaid
om voortijdig passeren te voorkomen.
Het weer, dat menige vakantie in het wa
ter heeft doen vallen, is de genodigden,
die per bussen tot aan de basculebrug
worden aangevoerd, beslist niet welge
zind. In stromende regen en striemende
wind verricht omstreeks 1 5.30 uur het
lid van gedeputeerde staten J. D. de
Voogd de openingshandeling door met
een seinpistool te schieten. Dat van het
begeleidende vuurwerk nog iets te zien
was verwonderde menigeen. Toen de
brug gezakt was begon de zon te schij
nen en kon men lachende gezichten fo
tograferen. De eerste bus van de nieuwe
lijn Tholen-Oude Tonge kwam van de
andere zijde ons tegemoet. De nieuwe
verbinding was een feit.
De trein met de heer De Voogd aan het
hoofd ging verder om na enige honder
den meters weer te stoppen. Hier ver
richtte de gedeputeerde een milieu
vriendelijke daad door ruisvoorns in de
Krammer uit te zetten. Daarna ging het
over Sint Philipsland naar het veer om
overgezet te worden naar de veerhaven
Zijpe, die eigenlijk geen veerhaven meer
was: de dienst was officieel om 1 5.30
uur gestaakt. De „Zijpe" bleef nog een
aantal malen gratis varen om belang
stellenden uit de omgeving afscheid te
laten nemen van hun, ondanks alle on
gemakken, toch geliefde pont.
Verantwoording
R. Antonisse: De kroon op het Deltaplan - storm
vloedkering Oosterschelde. Het grootste waterbouw
project aller tijden. Amsterdam/Brussel, 1985.
J. J. Boot: Zijpe-Anna Jacobapo/der 1900-1988.
Afscheid van ons scheepvaartbedrijf. N.V. Streekver
voer Zuid-West-Nederland, 1988.
M. P. de Bruin: Tussen Krammer en Keeten, Mossel
kreek en het Slaak. (Sint-Philipsland en omgeving).
Ts. Kon. Ned. Aardr. Gen., deel LXXX, no. 1, 1953.
A. Dijkers: De Rotterdamsche Tramweg-Maatschap
pij op de Zuid-Hollandse eilanden. Leiden, 1971.
J. A. Klompe: Anna Jacobapo/der. Ontstaan - Leven -
Wonen. Sint-Annaland, z.j.
Provinciale Zeeuwse Courant, 7 juli 1988 (Toe
spraak burgemeester).
H. Uil: Sint Philipsland; eiland in de Zeeuwse delta
1487-1987. Sint Philipsland, 1987. Speciaal blz.
71-73.
M. H. Wilderom: Tussen Afs/uitdammen en Deltadij-
ken II. Noord-Zeeland (Schouwen-Duiveland, Tholen
en Sint Philipsland). Middelburg, 1 964. Zie register
deel IV.