ir. dirk roosenburg 1887-1962
172
Het bijna voltooide stadhuis van Vlissingen, 28 december 1964. (Foto: Slagboom).
een reeks arbeiderswoningen in Maas
sluis. Een aantal woningbouwopdrach
ten zou volgen. Zo verrees in 1 923 een
reeks middenstandswoningen aan de
Sportlaan te Den Haag. Deze reeks toont
door de strakke architectuur met voor
uitspringende en teruggezette gevelde-
len, blokvormige volumes en platte da
ken duidelijk de invloed van het functio
nalisme.
Een zelfde soort strakke, vlak gedekte
woningen kenmerkt ook grote delen van
het Amsterdamse „Betondorp". Aan de
ze, in 1 923-1 928 gebouwde en officieel
„Tuindorp Watergraafsmeer" geheten,
nieuwe groene buitenwijk voor arbei
ders leverde Dirk Roosenburg een be
langrijke bijdrage en ook hier kwam zijn
speciale interesse voor nieuwe bouw
technieken naar voren. Ongeveer de
helft van alle woningen in dit „dorp"
werd bij wijze van experiment in beton
uitgevoerd. Om dit experiment met een
voor de woningbouw (en dan met name
voor de opbouw der wanden) nog zo
nieuw materiaal zo waardevol mogelijk
te maken, werden niet minder dan tien
verschillende betonbouwsystemen toe
gepast, onder te verdelen in vier groe
pen: gietbouw-, montagebouw-, blok-
kenbouw- en staalskeletsystemen. Roo
senburg paste twee van de tien syste
men toe. Merkwaardig genoeg bleef de
ze bijdrage van Roosenburg aan wat een
der belangrijkste monumenten van de
Nederlandse volkswoningbouw mag
heten, tot voor kort geheel overscha
duwd door zijn „grotere" werk: zijn kan
toren en zijn waterstaatswerken.
Met name in de jaren dertig verzorgde
Roosenburg een indrukwekkende reeks
werken voor Rijkswaterstaat. Temidden
van de bruggen, sluizen en gemalen zijn
het vooral de werken die verband hou
den met de droogmaking van de Wierin-
germeer en met de afsluiting van de Zui
derzee, die opvallen: kloeke gebouwen,
zoals de grote dieselelektrische gema
len bij Medemblik en Den Oever en de
uitwateringssluizen bij deze laatste
plaats, die de grote waterbouwkundige
werken van de jaren dertig waardig be
kronen.
Vermoedelijk Roosenburgs meest be
kende gebouw is de Rijksverzekerings
bank (thans Sociale Verzekeringsbank)
uit 1 937-1 939, op de hoek van de Sta-
dionweg en de Apollolaan in Amster
dam-Zuid. Dit hoge witte gevaarte ligt
als een oceaanstomer in de as van het
Amstelkanaal, voorzien van een staal-
skelet en aan de achterzijde omgeven
door een lage ronde archiefvleugel met
een buitenwand van staal en glas. De ui
terst ingenieuze manier waarop hier van
de mogelijkheden van het bouwterrein
in zijn omgeving is gebruikgemaakt, vin
den we, op meer bescheiden schaal, te
rug bij het Wooldhuis, op de „kop" van
de Vlissingse boulevard.
Zeker minder indrukwekkend is het late
re werk, met onder meer het KLM-
hoofdkantoor (thans ministerie van Ver
keer en Waterstaat) te Den Haag, uit
1 940-1947. In de laatste jaren van zijn
leven was alle aandacht van de architect
die al in het begin van de jaren dertig in
Vlissingen bouwde voor zijn jachtvriend,
burgemeester Van Woelderen, gericht
op het nieuwe stadhuis dat de Schelde-
stad zou krijgen, maar dat door Roosen
burg niet meer in voltooide staat is aan
schouwd.
Literatuur:
C. A. Abspoel en anderen: „In memoriam Ir. D. Roo
senburg", Bouwkundig Weekblad 1 962, pag. 56-65.
M. Kuipers: Bouwen in Beton. Experimenten in de
volkshuisvesting vóór 1940, 's-Gravenhage 1987.