over dijken op deltahoogte, grenspalen en de stichting van een dorp
174
Het verdronken land van Saaftinge.
de Prosperpolder vindt men de grens
paal met het jaar 1 843. Aan de westzijde
van de Prosperpolder, bedijkt in 1847,
werd in hetzelfde jaar de veel kleinere
Louisapolder vastgehecht, genoemd
naar Louise, dochter van Prosper Louis
van Arenberg. Volgens Buvé kwam deze
polder voor rekening van Louis Gustave
Goossens, burgemeester van en notaris
te Kallo, en Tomas Stock. Beide heren
waren in dienst van het huis Arenberg,
de eerste als rentmeester en de tweede
was hofraad en privé-referendaris van
de hertog te Brussel. Zij verkochten in
1 859 de Louisapolder aan de Arenber-
gen.
De Hertogin Hedwigepolder
Zoals in vroeger tijden kwamen wij op
onze tochten in aanraking met bijzonde
re mensen. In de Hedwigepolder aange
komen, aan het einde van het land, za
gen wij boven de bomen de kerktoren
van Prosperdorp uitsteken. We reden er
op toe en kwamen aan het eind van een
brede en rechte straat voor een forse to
ren te staan, maar de deur naar de kerk
was gesloten. Een gebouw te rechter zij
de deed vermoeden met een pastorie te
maken te hebben. Na ons bellen werd
opengedaan door een heer die later
bleek pastoor T. Werkers te zijn en ons
voorging naar de kerk. Dat wij hem niet
direct als geestelijke herkenden, kwam
door zijn werkkleding die liet vermoeden
dat hij naast zijn pastorale taak ook veel
handenarbied deed.
Pastoor Werkers vertelde ons een en an
der over de stichting van de kerk en het
ontstaan van Prosperdorp. Na het be
zoek aan de kerk nam hij ons mee naar
de pastorie waar wij onthaald werden op
uitstekende geitekaas, door hem zelf be
reid. Bovendien fotokopieëerde hij voor
ons het dagboek van de eerwaarde heer
Florimond van Haelst, stichter en eerste
pastoor van de parochie Prosperpolder.
Dat dagboek bleek voor ons een open
baring. Wij verhalen en citeren hier eni
ge van zijn belevenissen.
Uitgegaan wordt van de stichting van de
Prosperpolder, waarvan de eigendom
tot 1 900 grotendeels door het „door-
luchte" huis van Arenberg in België
geëxploiteerd werd door vier kapitale
hofsteden. Prosper-, Petrus-, Engelber-
tus- en Antoniushoeve genoemd. In
1898 werd Engelbert Marie, 9e hertog
van Arenberg eigenaar van deze gron
den onder het hoofdbeheer van Erman
Julienste Brussel. Men besloot in princi
pe tot meer verpachten aan derden over
te gaan met de bedoeling het exploite
ren in eigen beheer geheel te laten ver
dwijnen. Blijkbaar is dat verpachten snel
gegaan want in 1900 waren er in de
Prosperpolder reeds 1 6 hofsteden ge-
In 1983 waren nog sporen van de Emmahaven aanwezig.
'jgUr f-