aan het einde van het land
184
Leden van de commissie ad hoe o.a. de burgemeesters weerszijden de paal, de heren van het kadaster A. M.
Dek (4e van rechts) en J. G. M. De Brabander (2e van rechts). Uiterst rechts de heer P. J. Mersie van het kabinet
van de Commissaris der Koningin. (Foto D. M. Hollaardt, gemeente Hulst).
nen bodem gestort. De heer Dek verze
kerde mij dat de grenspaal op de centi
meter nauwkeurig zou worden ge
plaatst. De jalons (rood-witte stokken)
werden uitgezet en de heren Deken J. G.
M. De Brabander, inspecteur van het ka
daster te Gent, gaven aanwijzingen om
de paal zo zorgvuldig mogelijkte stellen.
Zo'n gietijzeren paal weegt echter 372
kg en het duurde even voor hij, met be
hulp van keggen, op de met krijt aange
geven plaats stond. Het wachten in de
zon was aangenaam, met de stilte om
ons heen; de schepen op de Schelde
schoven in de nevel weg richting Zand-
vlietsluizen. De heren keken nog eens
langs de jalons en verklaarden dat alles
in orde was. De werklieden van de ge
meente Beveren brachten specie,
stampten die aan om de paal letterlijk
muurvast te zetten.
Wij vertrokken naar het gemeentehuis
te Kieldrecht waar wij - het deskundig
gezelschap was inmiddels nog aange
groeid - verwacht werden voor de on
dertekening van het proces-verbaal dat
„in achtvoudig origineel" was opge
maakt. Wij kwamen tijdig aan op het ge
meentehuis waar de raadszaal nog in
duister was gehuld. Het openen der blin-
De burgemeesters bekijken de fundering. (FotoD. M.
Hollaardt).
den verschafte ons het nodige licht en
het wachten was op de burgemeester
van Beveren en de loco-burgemeester
van Hulst. Om 10.30 uur begon de cere
monie die geleid werd door de burgerva
der van Beveren. Na zijn woord van wel
kom begon hij met de voorlezing van het
proces-verbaal waarvan de aanvang al
dus luidt; Proces-Verbaal van Nazicht
van de grensscheiding tussen het Konink
rijk België en het Koninkrijk der Neder
landen ten aanzien van grenspaal nr.
269a en daartoe voorgedragen door de
permanente grenscommissie welke is in
gesteld op 6 oktober 1987 in het provin
ciehuis te Gent. in het jaar negentienhon
derdachtentachtig, de 22e van de maand
september, zijn wij die ondertekenen, le
den van de commissie ad hoe tot her
plaatsing, casu quo verplaatsing, van de
genoemde grenspaal: de Heren M. van
der Aa, burgemeester van de gemeente
Beveren, J. G. M. De Brabander, van het
Bestuur van het kadaster te Gent, in op
dracht van de Heer Gouverneur van de
provincie Oost-Vlaanderen, ter Belgische
zijde; De Heren G. A. van de Voorde, loco
burgemeester van de gemeente Huist,
ing. A. M. Dek, van de dienst kadaster en
de openbare registers, Directie Zeeland,
in opdracht van de Heer Commissaris der
Koningin in Zeeland, ter Nederlandse zij
deovergegaan tot de herplaatsing van de
grenspaal nr 269a. Vervolgens wordt
vermeld waarom de herplaatsing nodig
was en op welke regels en besluiten dit
steunde. De voorzitter excuseerde zich
voor het niet uitspreken van de enorme
getallen die voor de opnieuw gedane
meting gebruikt zijn. Na de voorlezing
tekenden de vier genoemde heren en de
overige leden van de commissie ad hoe
het proces-verbaal.
Het was een korte ceremonie die enigs
zins werd uitgebreid toen de voorzitter
mij, die als toehoorder was gekomen,
verzocht iets over grenspalen en de
streek te vertellen. Gelukkig had ik mijn
verhaal over de Hertogin Hedwigepol-
der geschreven en kon ik veel kwijt over
de familie Van Arenberg en de pastoor.
(Uit de stukken die ik die dag had gekre
gen heb ik gezien dat een grenscommis
sie op 20 februari 1 907 zich heeft bege
ven naar de plaats der nieuwe grenspa
len (269a, 269b, 269°) op het gedeelte
van de grens in de in 1 904 bedijkte Her
togin Hedwigepolder en in de Prosper-
polder en dat de leden „hebben erkend,
dat deze palen bestaan en zijn opge
richt".)
Voorzitter Van der Aa sloot de vergade
ring. Het gezelschap ging ten slotte kij
ken naar grenspaal 269a om te consta
teren dat deze er goed bij stond. Het ge
heel werd te Hulst besloten met een
„eenvoudige" doch voedzame maaltijd.