Zijn of azijn Wim Hofman kinderboekènkrant voor ouders een poezievers wie schrijft daar? 186 land dikwijls decor en/of uitgangspunt voor een gedicht: Over het land ligt plastic. De aardappels eronder groeien sneller dan de andere. Mijn moeder zegt dat boeren slim zijn. Zijn zorgen niet alleen dat alles groeit maar ook nog voor een zee. Als je door je wimpers kijkt zie je de golven in de wind. Dan kun je bijna varen. Plastic zee) Dit jaar verscheen bij De Schans te Wer kendam een bundel Krukelsvan de hand van Pier van Damme, een poging om dicht bij de koude grond verzen te schrij ven, met hier en daar wat woorden uit het Zeeuwse dialect. Een curieuze bun del, vooral ook door de voetnoten die de dialectwoorden verklaren. Op 1 maart 1 975 verscheen het eerste nummer van het tijdschrift Slib, onder steund door het juist opgerichte Zeeuws Kunstenaarscentrum. Het blad, dat aan vankelijk in de huiskamer werd gemaakt en later op eenvoudige wijze werd ge drukt, heeft twee jaar bestaan, lang ge noeg om in de regio de nodige literaire stimulansen te geven. Bekende en nog onbekende auteurs en beeldende kun stenaars zorgden voor bijdragen. In 1978 werd het blad omgezet in de Slib-reeks, een serie kleine boekjes die meestal aan een auteur gewijd waren. De reeks bestaat nog steeds en met groeiend succes. Zij biedt ruimte aan de- Een bladzij uit Lurvje van oktober 1985. butanten, maar ook aan gevestigde au teurs zoals Jan Eykelboom, en aan beel dende kunstenaars. Ze verschenen deeltjes met gedichten van Van Scha- gen, Hamelink, Remco Ekkers, Roeland Fossen, Ad Zuiderent. Met sonnetten van Onvlee, pantuns met een vertaling ervan die tot in Indonesië verspreid wer den, gedichten van Ed Leeflang met te keningen van Rein Dool, verhalen van Bob den Uyl, JapanseTanka Poëzie, een essay van Cornelis Verhoeven. Meer dan veertig boekjes zijn nu uitgebracht. Het meest recente nummer is een extra dik ke uitgave, getiteld Betje Wolff en Coosje Busken, een hartsvriendschap, geschre ven door Wies Rosenschoon. Momen teel werkt de redactie onder leiding van Als het in dc winter heet is en de grond van speculaas En de pegaaien zonder pa: is de kwestie, Als ons Witje in de sneeuw loopt En slaapt Doorntje als een roos, Is haar tweede moeder boos. Hans en Grietje zijn de weg kwijt. Kleintje zuigt wat uit zijn duim.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1988 | | pagina 24