in memoriam jhr. mr.t.a.j.w. schorer
191
Slechts enkelen hebben boven hun tijd-
genooten uitgeblonken door schitteren
detalenten, maar de graad van kennis en
degelijkheid was bij velen boven het ge
wone peil, wat aan een geslacht door
gaans grooten invloed verschaft." Het is
in dit verband opmerkelijk dat in de lijst
van leerlingen van de Latijnse school te
Middelburg (later gymnasium) veertig-
maal de naam Schorer voorkomt.
Politiek was Schorer van christelijk-his-
torische huize. Bij de oprichting van de
Partij van de Arbeid in 1946 sloot hij
zich hierbij aan. Dit kwam voor velen als
een volslagen verrassing, maar zijn keu
ze was welbewust gedaan. Met vrienden
als Patijn en Van Walsum en een aantal
predikanten uit de Hervormde kerk koos
hij voor vernieuwing van de samenle
ving. Toch konden heel wat mensen, ook
uit zijn naaste omgeving, zijn overgang
niet rijmen met zijn aristocratische in
slag, zowel uiterlijk als innerlijk. In de
beginjaren was Schorer ook praktisch
zeer actief in de partij en hielp hij in Zee
land mee afdelingen op te richten. In
1975 bedankte hij als lid van de Partij
van de Arbeid. Hij vond het niet aan
vaardbaar dat bij de Oosterschelde-
kwestie een deel van de kamerfractie
van zijn partij tegen eigen overtuiging in
moest stemmen. Bovenal achtte hij de
behandeling van de NAVO-parag raaf tij
dens het partijcongres niet verant
woord.
Filosoof noemde De Kok hem, „volstrekt
het tegendeel van wat tegenwoordig
heet „pragmatisch politicus". Zijn be
leidsopvattingen zijn geworteld in een
duidelijke levensbeschouwing, waaraan
hij problemen van beleid en bestuur
wenst te toetsen." Wellicht meer dan de
politiek had de cultuur zijn belangstel
ling. Hij las graag en zijn keuzes lagen op
verschillend terrein: Thoman, Mann, ge
schiedenis, biografieën. Teilhard de
Chardin, Berkhof, Bonhoeffer en Karl
Barth. Er waren tijden dat hij dagelijks de
Provinciale Bibliotheek bezocht waar
van hij jarenlang voorzitter van het bi-
bliotheekbestuur was. Hij hield van mu
ziek, speelde strijkkwartetten met vrien
den als Boon, Adriaanse, Röling (de late
re polemoloog), Van der Kop en An-
dreae. Schorer had een bijzonder zwak
voor monumenten. Samen met zijn
vriend P. van der Feen richtte hij in 1 946
de Middelburgsche maatschappij tot
stadsherstel op met als doelstelling res
tauratie van vervallen monumentale
panden. In hetzelfde jaar werd eveneens
opgericht de provinciale commissie van
de bond Heemschut waarvan hij van
1977 tot 1983 voorzitter was. In een
combinatie van bestuurlijk vermogen en
grote historische kennis kon hij veel on
heilen in de sfeer van monumentenzorg
voorkomen. De verbouwing van de sta
tenzaal had zijn instemming bepaald
niet. Met lede ogen zag hij de verloede
ring van stads- en landschapsschoon.
Zijn sarcasmen hierover stak hij niet on
der stoelen of banken. Als beminnaar
van de natuur kon hij zijn gram kwijt op
zijn wandelingen door bos en duin en
strand bij Domburg. Later vergezelden
hem zijn kleinkinderen op deze tochten.
Ergernis over vele zaken verdwenen bij
het lezen van gedichten van Boutens en
Roland Holst.
Op zakelijk gebied kon hij zijn talenten
kwijt als oprichter (1939), directeur en
commissaris van de Algemene Zeeuwse
Verzekering Maatschappij en geduren
de meer dan veertig jaar als directeur en
commissaris van de Onderlinge Zeeuw
se Waarborg Maatschappij U.A. Scho
rer, die in 1934 zijn meestertitel te
Utrecht haalde, is na korte tijd advocaat
geweest te zijn, te Middelburg benoemd
tot adjunct-directeur van de Onderlinge
Brandwaarborg Maatschappij. Als
oprichter van wat in de wandeling „de
Algemene Zeeuwse" heet kon hij zijn
vleugels breder uitslaan. Toch heeft
Schorer tot 1 945 geaarzeld of hij in Zee
land blijven zou. Na de bevrijding in no
vember 1 944 trad hij op als verbin
dingsofficier voor de Schotse regimen
ten. De band met Schotland is altijd
hecht gebleven. Tevens adviseerde hij
overste Slot voor economische zaken.
De band met Zeeland bleek zo stevig ge
worden te zijn voor hem en zijn echtge
note, dat besloten werd te blijven. Al
snel begonnen zijn politieke aspiraties
zich te verwezenlijken. Ook in het kerke-
werk was hij actief als ouderling en later
als lid van de synode van de Hervormde
kerk. In zijn portefeuille als gedeputeer
de zaten zowel ruimtelijke ordening,
economische zaken als cultuur (mu
seum en bibliotheek). Hij was de eerste
gedeputeerde die voorlichting onder
zich had. Deze opsomming iszeer onvol
ledig, maar genoeg om een indruk te
krijgen dat hij een „druk" leven had.
Maar een ding kon hij: delegeren, ook in
het verzekeringswezen. Hij voerde bij
zijn „maatschappijen" een modern so
ciaal beheer. Waarschijnlijk behoort de
Algemene Zeeuwse tot de eerste bedrij
ven in Zeeland die een vrije zaterdag in
voerde.
Jonkheer meester Schorer was trots op
zijn geslacht, dat niet minder dan zes le
den kende die burgemeester van Mid
delburg waren geweest. Hij hield van
„zijn" stad. Zijn echtgenote Jkvr. H. S. F.
Tedingvan Berkhout, met wie hij in1935
trouwde, vertelde mij dat hij zeer ver
drietig kon zijn over al de veranderingen
die het „gezicht" van de stad aantastten.
Een verloedering die hem ook boos
maakte. De band met het verleden was
groot. Door zijn toedoen is het archief
van de familie Schorer grotendeels aan
het rijksarchief in Zeeland in bewaring
gegeven. Jarenlang is hij lid van het be
stuur geweest van de Stichting Zeeuws
Tijdschrift. Hij zei er niet zoveel, maar als
hij een opmerking maakte sneed dat
hout. Zijn Zeeland was hem aan het hart
gebakken. Plezierig vond hij karweien
als het ontwerpen van de Zeeuwse vlag
en het laten maken van een historisch-
heraldieke kaart van de provincie bij een
jubileum van een van de maatschappijen
in 1954. Geboren te Utrecht en deels ge
togen, was deze introverte man, die je
moest kennen om hem goed te waarde
ren, een Zeeuw onder de Zeeuwen ge
worden. Een gelovig man, die met zijn
vrouw genoot van een kerkdienst in het
ziekenhuis te Vlissingen kort voor zijn
operatie. Hij stierf, voor de chirurgische
ingreep, op 25 juli 1988. Aan een wel
besteed leven in dienst van het gemeen
was een eind gekomen.
M.P.d.B.