Leescultuur in Middelburg
JJ. Kloek
W.W Mijnhardt
aan het begin van de negentiende eeuw
j. j. kloek, w. w. mijnhardt: verbreding en vervlakking
221
Men kan Finkielkrauts diatribe natuurlijk
afdoen met te constateren dat hij de
jongste is in een lange rij van onder
gangsprofeten. Cultuurvervlakking en
het teloor gaan van essentiële waarden
heeft men in alle tijden menen waar te
nemen. Huizinga zag het verval in de
iiSJ Zeeuwse
Bibliotheek M
„bezeten wereld" van de jaren dertig, Da
Costa in de door de Verlichting gecor
rumpeerde „geest der eeuw" in 1 823,
Erasmus in de vloed van boeken die de
uitvinding van de drukpers had ontke
tend - en zo zijn er vele Nederlanders en
navenant meer buitenlanders te noe-
men. Dit zou echter een al te gemakkelij
ke weerlegging zijn omdat men zich zo
de moeite van een debat bespaart. En
aangezien Finkielkraut zijn boekje niet
als een pamflet presenteert maar als een
cultuurhistorisch gefundeerd essay, en
eruditie hem allerminst ontzegd kan
worden, heeft hij recht op een serieuze
discussie. Trouwens, men hoeft zijn pes
simisme nog niet te delen om enige zorg
te koesteren over wat kort geleden nog
„vertrossing" heette en nu - de ontwik
keling schrijdt verder - het „veronica-vi-
rus". De vraag is wel of Finkielkrauts
analyse bij toetsing stand houdt. Wat is
er volgens hem in de geschiedenis van
onze beschaving mis gegaan? Kort sa
mengevat komt zijn visie hierop neer: de
Verlichting had ons al het goede kunnen
brengen maar de Romantiek bracht ons
alle kwaad. In de achttiende-eeuwse
Verlichting, zo betoogt hij, liggen de
wortels van het kritische denken dat cul
tuur als hoogste waarde erkent en aan
culturele vorming dan ook de hoogste
prioriteit geeft. De Romantiek evenwel
bracht het culturele relativisme, waar
van we nu de rotte vruchten plukken in
de vorm van enerzijds de derde-wereld
adepten die de Europese cultuur als een
soort erfzonde beschouwen en ander
zijds de postmodernisten wier hautaine
ironie elke waardeschaal ondergraaft.
Als deze historische verklaring een kern
van waarheid bevat, dan moet de cultu
rele belangstelling in de eerste helft van
de negentiende eeuw, toen de Verlich
ting het veld ruimde voor de Romantiek,
drastisch van karakter veranderd zijn:
wat aanvankelijk een bergland van voor
namelijk toppen was, zal dan in betrek
kelijk korte tijd tot een troosteloze vlakte
zijn geërodeerd. U begrijpt: het is nu tijd
om terug te keren naar ons onderzoek. In
hoeverre wordt Finkielkrauts these be
vestigd door de boekaanschaf van Mid
delburgse lezers? Is het werkelijk zo dat
de generatie van rond 1 800 een fijnzin
niger koopgedrag aan de dag legt dan
haar kinderen en kleinkinderen een hal
ve eeuw later? Laten we de bestedingen
in het eerste en het vijfde decennium
eens onder de loep nemen.
Leescultuur in Middelburg
Om te beginnen dus de jaren kort na
1800. Salomon van Benthem, die een
Titelblad boekje.