de behandeling van slaven door de slavenhandelaren
van de middelburgse commercie compagnie
Het handelsgebied van de MCC-slavenhandelaren strekt zich langs de Westkust van Afrika uit van de Siërra
Leone-rivier tot en met Angola.
Bron: Kaartenafdeiing Algemeen Rijksarchief Den Haag, nr. 2202.
een driehoeksreis bedraagt 18 maan
den, met als kortste reis die van de „Jon
ge Willem" van 1 5 januari tot 26 decem
ber 1771 en als langste de 45 maanden
van het „Vergenoegen" (1793-1797).
Van Zeeland naar de Westkust vergt ge
middeld twee a drie maanden, naar An
gola iets langer. Het kortste verblijf be
draagt minder dan twee maanden, het
langste 18, terwijl het gemiddelde op
71/2 maand uitkomt. Voor de Oversteek
zijn gemiddeld 62 dagen nodig, met als
snelste 41 en als langzaamste 1 35 da
gen. De reis naar „Patria" neemt gemid
deld 74 dagen in beslag, minimaal één
maand en 15 dagen, maximaal vier
maanden en 24 dagen. Een steekproef
groot 32 slavenschepen maakt duidelijk
dat van de 1121 opvarenden 1 71 deze
driehoek niet voltooien, een mortaliteit
van ruim 15%. Ondanks dit en andere
aan de slavenhandel verbonden risico's
betalen de directeuren van de Middel
burgse Commercie Compagnie nauwe
lijks beter dan anderssoortige handels
ondernemingen 7).
De kapitein is zonder meer de man met
de zwaarste taak aan boord. Uiteraard
moet hij een goed zeeman zijn en een
eventueel lastige bemanning de baas
kunnen blijven. De gezagvoerder dient
een goede zakenman te zijn teneinde
een goede scheepslading slaven te ver
werven en heel af te leveren. Het is
noodzakelijk op de Westkust de juiste
tussenpersonen in te schakelen, en de
zwarte leiders en handelaren met re
spect te behandelen. Het in overweging
nemen van marktomstandigheden kan
voorkomen dat een gering aanbod van
dienstbaren het verblijf langs de West
kust onnodig rekt, en dat de Afrikaanse
handelaren hun handelswaar achter
houden om hogere prijzen te bedingen.
Kennis over klimaatcycli valt aan te be
velen, aangezien tijdens het regensei
zoen van juni tot september de zware
branding het laden en lossen veelal on
mogelijk maakt. Internationale relaties
spelen in de slavenhandel een belangrij
ke rol: vijandige naties kunnen een sla
venhaler veroveren en confisceren, ge
tuige de zes door de Britten in 1781 ge
nomen Middelburgse Commercie Com
pagnie-schepen. Tenslotte behoort een
slavenkapitein voor alles en iedereen op
zijn hoede te zijn. Afrikaanse heersers en
handelaren, kanovaarders, die de ruil-
goederen aan de wal brengen en zijn col
lega's loeren op een gelegenheid hem
een loer te draaien. Overal langs de
Westkust heerst dan ook een sfeer van
wantrouwen8).
De bovenvermelde eisen doen vermoe
den dat de directeuren van de Commer
cie Compagnie de 46 mannen, die zij van
1732 tot en met 1802 als kapitein op
hun slavenschepen hebben aangesteld
zorgvuldig hebben uitgekozen. Zesen
dertig zijn uit Zeeland afkomstig, waar
van 1 7 uit Vlisslngen en 1 1 uit Middel
burg, terwijl er 2 komen uit de rest van
de Republiek en 8 daarbuiten. Eenen
dertig van de 46 gezagvoerders nemen
deel aan één of twee slavenreizen, maar
een groot aantal van hen maakt voor die
tijd in een lagere functie een aantal rei
zen mee. Elf gezagvoerders komen niet
meer thuis9).
Tot slot enkele woorden over de belo-