vier gangen en twee toetjes 22 nog een Appendix daarbij uit de jaren '60. Het Nieuw opgedist banket-werkman 1 699 laat echter zien dat ervan de twee de druk van 1 657 toen nog steeds vol doende voorraad was om als titeluitgave op de markt te brengen! De drukgeschiedenis laat zich als volgt - helaas niet met volle zekerheid - recon strueren. Fierens is in 1657 met het drukken begonnen; toen hem in datzelf de jaar nog octrooi verleend werd, heeft hij de octrooivermelding in een deel van de oplage kunnen aanbrengen door blad .1 te cancellen. Er zijn dus twee uitga ven uit 1657, bijvoorbeeld herkenbaar aan het jaartal in romeinse cijfers (zon der octrooi; nr. 1044), respectievelijk arabische cijfers (met octrooi; nr. 1 045) op de titelpagina. Bovendien is er een tweede druk uit 1 657 (met octrooi), ook bij Fierens, een regel-voor-regel-her- druk van de eerste druk met als titel Het Eerste Deel Van 't Bancket-Werck (nr. 1 046). Hoewel de verkoopcijfers van de eerste druk zeker zodanig waren dat een snelle herdruk gerechtvaardigd leek, is hierbij nooit een tweede deel gepubli ceerd. Wellicht heeft de gezondheids toestand en het overlijden van De Brune in 1658 hiermee iets te maken. De derde, Amsterdamse, druk in-1 2° uit 1658 bij Jan van Duisbergh (nr. 1047) zal zeker niet met medeweten van auteur en Middelburgse uitgever op de markt gebracht zijn. Hierin is (uiteraard) het octrooi niet vermeld. De herdruk (vierde druk) die in 1 660 bij Fierens verschijnt (nr. 1 049), is wat be treft deel 1 een regel-voor-regel-her- druk van de tweede druk van 1 657 mèt de octrooivermelding. Het tweede deel van het Banket-werk dat ook in 1660 verschijnt (nr. 1050), is geheel nieuw van inhoud. Merkwaardig is dat Fierens in 1660 nieuw zetsel maakt voor deel 1 van de vierde druk. Later (in 1699) blijkt im mers dat van deel 1 van 1 657 nog vol doende exemplaren in voorraad zijn voor een titeluitgave door Lamsvelt in Am sterdam (nr. 1 058). Een tweede probleem vormt het Appen dix (nr. 1052), waarvoor in 1699 door Lamsvelt een los titelblad vervaardigd wordt met als titel Het nieuw opgedist banket-werk tweede deel (nr. 1059; als eerste deel wordt aangemerkt het met een nieuwtitelblad uitgeruste deel 1 van 1 657). Zeer waarschijnlijk is dit Ap pendix niet door of voor Lamsvelt ge drukt, maar veel eerder door Fierens, be doeld om toegevoegd te worden aan de tweedelige druk van 1 660. Dat zou dan gebeurd kunnen zijn tussen 1 660 en zijn dood in 1669. Het gebruikte typogra fisch materiaal is anders en de lay-out wijkt af van die van de drukken van 1657 en 1660, maar de enige initiaal uit het appendix, de letter B op A1 r, zou tot de zelfde serie kunnen behoren als de A op 2r in 1 657, deel 1Ook de V op 6r in deel 2 van 1 660 komt daarvoor in aan merking, maar omdat dit soort initialen wijd verbreid was, heeft dit geen door slaggevende bewijskracht. 5. Andere herdrukte Brunaeana Het kleinere werk van De Brune is mee gedragen op de waarderingsgolven van anderen. Zijn gedicht op Huygens' Cos- telick Mal (nr. 1 006) wordt mede opge nomen in de Otia en in vele latere edities van die tekst (nrs. 1007, 1010, 1019, 1025, 1026, 1029, 1071, 1074, 1075, 1076). Zijn gedicht op Teellincks Balsem Gi- leads (nr. 1 005) wordt met nog een aan tal gedichten van zijn hand opgenomen in alle vier drukken van de Zeeusche Nachtegael (nrs. 1008, 1017, 1018, 1038, 1 107). Alle de keur-spreucken van Salomon (nr. 1 041beleven niet minder dan zes druk ken via de enorme populariteit van de peperdure verzameld-werk-uitgaven van Johannes de Mey waarin ze in het voorwerk opgenomen zijn (nrs. 1042, 1043, 1057, 1060, 1061, 1062). De gehele 1 8e en het eerste kwart van de 19e eeuw is het stil om De Brune. Op merkelijk is dan ineens het verschijnen van een geheel aan hem gewijde bloem lezing in de eerste serie „Keur van Ne- derlandsche letteren" in 1828 (nr. 1 063). Vanaf 1 852 is hij vervolgens re gelmatig aan te treffen in allerlei antho logieën. Hoewel er geen totaalcollatie is toege past, is toch een aantal varianten tussen exemplaren van bepaalde drukken aan het licht gekomen. Dat is uiteraard het geval met uitgaven die via persvarianten tot stand gekomen zijn. Maar eveneens is gebleken dat juist in de bijdragen van De Brune aan de Zeeusche Nachtegael correcties op de pers hebben plaatsge vonden, waaronder een tekstuele wijzi ging die nog niet gesignaleerd was in de facsimile-editie van 1 982 (zie nr. 1 008, variant c). Zelfs de facsimile-uitgave van de Emblemata van 1 970 heeft een can cel opgeleverd (zie nr. 1099, variant a) 6. Literatuur óver De Brune Het beeld dat de objectieve bibliografie levert, wijkt niet af van dat van de sub jectieve; in de 17e en 18e eeuw wordt De Brune af en toe genoemd en vanaf de tweede helft van de 1 9e eeuw neemt het aantal vermeldingen toe. Vanaf de jaren '20 van de 20e eeuw is er - mede door de publikaties van Von Winning en Meertens - duidelijk meer belangstel ling voor De Brune. Maar de receptiege schiedenis is weer een onderwerp apart waaraan men zich kan wagen op basis van de in de descriptieve auteursbiblio grafie (Verkruijsse e.a.) verzamelde in formatie. In de inleiding tot de bibliografie, tot stand gekomen dankzijde nieuwe uitge verij Schiphouwer en Brinkman te Am sterdam, wordt opgemerkt dat de om standigheden voor het samenstellen van een descriptieve bibliografie niet ideaal waren. Een aan één academisch semes ter gebonden werkgroep van studenten die eerst nog ingewijd moest worden in de geheimen van het vak, heeft niette min het materiaal aangedragen voor een publikabele bibliografie. De gevolgde methode maakt het mogelijk en gemak kelijk voor andere vakgenoten om aan vullingen en correcties aan te dragen. Mag ik verzoeken dat te doen bij voor keur via het tijdschrift Dokumentaal. Ik hoop dat u daar - na het rare diner van vandaag - voor nog enkele uitsmijters zorgt. Aangehaalde literatuur: Aa, A. J. van der. Biographisch woordenboek der Nederlanden Dl. 2, 4e stuk. Haarlem 1855. p. 1509-151 1. Dielitz, J. Die Wahl- undDenksprüche f.Frankfurt a/Main 1 884. Goovaerts, Alphonse. Histoire et bibliographie de la typographie musica/e dans les Pays-Bas. Anvers 1880. Kleerkooper, M. M. en W. P. van Stockum Jr. De boekhandel te Amsterdam voornamelijk in de 1 7e eeuw. Biographische en geschiedkundige aanteeke- n in gen verzameld door M. M. Kleerkooper aangevuld en uitgegeven door W. P. van Stockum Jr. 's-Graven- hage 1 914-1 91 6. 2 delen. Bijdragen tot degeschie- denis van den Nederlandschen boekhandel, X.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 28