30
middelburg en de wederopbouw
Een der door architect P. H. N. Briët ontworpen straten op 't Zand.
immers ten grondslag aan hun droom
van een na de verwoesting in gotische
stijl te „voltooien" Middelburgs stad
huis. En, zoals bij dromers vaker het ge
val is, misschien beïnvloedde ook hier de
aanlokkelijkheid van het toekomstvi
sioen de kijk op de historische werkelijk
heid. Van dit visioen, dat in het boek
door een aantal fantastische tekeningen
weerspiegeld wordt, moest Kalf overi
gens niets hebben. Hij bestreed de plan
nen van Labouchere en Haakma Wage
naar met kracht en kreeg zijn zin.
Opgemerkt moet worden dat het stad
huishoofdstuk nogal wat slordigheden
bevat. Zo is de aan het begin genoemde
Johannes Camhout niet de ontwerper
van de thans verdwenen Lodewijk XVI
vleugel, maar de beeldhouwer die de ge
vel daarvan decoreerde; de architect
was Coenraad Kayser. Verder is afbeel
ding 48 geen reconstructie van het oude
gedeelte van het stadhuis zonder meer,
maar een reconstructie van het stadhuis
zoals dat er halverwege de middeleeuw
se bouwgeschiedenis, vóór het aanbren
gen van de topgevels en de bouw van de
toren, uit zou kunnen hebben gezien.
Andere onjuiste onderschriften zijn die
bij de afbeeldingen 76 (niet de vleeshal,
maar de van een houten tongewelf voor
ziene lakenhal, oftewel de Burgerzaal,
daarboven) en 91 (niet de Choertoren,
maar de nooit gebouwde hoektoren aan
de achterzijde van het stadhuis).
Terecht eindigt het hoofdstuk over het
stadhuis met een lofzang op de uiteinde
lijk door Van der Steur gerealiseerde
nieuwbouw, een „uitbundig-historise-
rend gebouw", waarvan de stijl moeilijk
is te typeren. Merkwaardig is het daar
om, dat het boek van de belangrijkste
gevel van deze nieuwbouw geen foto
laat zien.
Het hoofdstuk over de herbouw van de
abdij, van de hand van Kees Verschoor,
toont dezelfde opzet als het stadhuis
hoofdstuk. Het is echter aanmerkelijk
korter en het ook hier weer overvloedige
archiefmateriaal lijkt minder te zijn uit
gewerkt.
Raymond Salet tekende voor een inte
ressante bijdrage betreffende't Zand, de
enige tijdens de oorlog gerealiseerde
uitbreiding van Middelburg. Dit wijkje,
een zeer geslaagd ontwerp van ir. P. H.
N. Briët, wordt gekenmerkt door geknik
te straten met hier en daar een pleinach
tige, beplante verbreding en door rijen
deels wit geverfde woningen onder
doorlopende pannendaken met ver
springende goothoogten. Briët streefde
naar een typisch Zeeuws karakter. Hij
schreef onder meer: „Getracht is het
voor Walcheren zo typische topgeveltje
met hoge slanke schoorsteen te hand
haven
Na het tiende en laatste hoofdstuk,
waarin Leo van der Laan en Bé Lamberts
zich bezighouden met de noodwoning-
bouw en met de eerste naoorlogse uit
breidingen, zoals de Griffioen en 't Zand
II, eindigt Koos Bosma met een epiloog.
Hierin bespreekt hij kort de enorme ver
anderingen die de wederopbouw en
meer in het algemeen de gehele bouw
nijverheid direct na de oorlog ondergin
gen. Men bezon zich niet langer op het
verleden, maar richtte zich op de toe
komst, het bouwbedrijf werd in snel
tempo geïndustrialiseerd en het tot
stand brengen van grote aantallen wo
ningen kreeg absolute prioriteit. Mensen
als Ringers en Verhagen, „de hoofdrol
spelers van de wederopbouw in Middel
burg", die na de oorlog een leidende rol
bij de wederopbouw van Nederland kre
gen toebedeeld, bleken niet in staat bij
de enorme produktie de architectoni
sche en stedebouwkundige kwaliteit
hoog te houden. De trieste conclusie
luidt: „De maatschappelijke, culturele
en architectonische consequenties van
de geïndustrialiseerde bouwnijverheid
traden pas na de voltooiing van de we
deropbouw naar voren".
In het bovenstaande is hier en daar op
onderdelen kritiek geuit en ook in alge
mene zin is er nog wel een enkele aan
merking te maken. Storend voor eenie
der die niet zeer goed thuis is in zowel
het Middelburg van vóór het bombarde
ment als het Middelburg van na de we
deropbouw, is ongetwijfeld het ontbre
ken van twee goed en groot afgedrukte
plattegronden, met daarin de in de tekst
voorkomende straatnamen en dergelij
ke. Typografisch zijn verder de in hun
nummering soms vrijwel parallel lopen
de noten en onderschriften bij de illu
straties niet zeer goed van elkaar te on
derscheiden. Dit is echter alles detailkri
tiek, in de eerste plaats gericht op de af
werking. Daarnaast ben ik van mening
dat hier belangrijk werk is verricht, dat
talrijke nieuwe aanknopingspunten
biedt en waarvan velen, niet alleen Mid
delburgers en oud-Middelburgers, ken
nis moeten nemen. Een boeiend boek,
over hoe in een bewogen tijd veel van
waar wij nog dagelijks mee geconfron
teerd worden, tot stand kwam!
Koos Bosma (redactie), Architectuur en
stedebouw in oorlogstijd. De wederop
bouw van Middelburg 1940-1948, Uitge
verij de Hef, Rotterdam 1988. Prijs
f 39,90.