over boeken
32
niets ten nadele van het peil gezegd is:
de redaktie staat borg voor een degelijke
verantwoording.
Met de „Kroniek" is het anders: de bij
dragen zijn op wetenschappelijk peil ge
schreven maar men moet er voor gaan
zitten. Persoonlijk vond ik het uitgangs
punt van de bijdrage van De Klerk, het
gedicht van Jan Campert, zeer aantrek
kelijk, maar men moet toch met de ma
terie enigszins vertrouwd zijn om de in
houd - de wording en verandering van
het landschap - goed te verteren, of cu
linair uitgedrukt: het is stevige kost in
vergelijking met de hapjes in „De Wete".
Van Haperen heeft het over de duinen
als onze belangrijkste natuurgebieden,
die in ecologisch opzicht de beste ont
wikkelingsmogelijkheden hebben. Maar
dan wel op voorwaarde dat de daling
van de grondwaterstand en de afwate
ring worden gestopt. Smulders be
schrijft de vroegere vogelwereld van het
voormalig eiland, de huidige situatie en
de effecten (een schatting) van de
plannen op de leefomstandigheden van
een aantal voor Walcheren karakteri
stieke vogelsoorten. W. J. Sanderse be
gint zijn verhaal over de landbouw met
een citaat uit de Georgica van Vergilius,
door Ida Gerhardt prachtig vertaald. Zij
dichtte zelf: „Moeilijk is het achter de
ploeg te gaan,/ altijd te denken aan de
arbeid en het zaadAls vanzelf kom
je dan bij het kamperen bij de boer, met
andere woorden bij de recreatie en het
toerisme terecht. In zijn opstel over de
landschapsbouw op Walcheren zegt J.
W. Bosch dat het landschap buiten de
boerderijen en buitenplaatsen zich van
de middeleeuwse ontginning af tot aan
de tweede wereldoorlog rustig heeft
kunnen ontwikkelen. Wat er geprobeerd
is na de inundatie van 1 944 is een syn
these te vinden tussen agrarische en
landschappelijke belangen. In het artikel
van Herremans wordt de geschiedenis
van de morfologische en functionele
ontwikkeling van steden en dorpen ge
schetst. Aan de orde komen de actuele
problemen van de overgangszone naar
het landelijk gebied. De ruggegraat van
de structuur voor de stad en haar buiten
ruimte zal steeds meer worden gevormd
door een systeem van hoofd- en lang-
zaamverkeersroutes.
J. Vaessen vraagt zich af of recreatie en
het Walcherse landschap vriend of vij
and van elkaar zijn. „Behoud en waar no
dig verbetering van de landschappelijke
karakteristieken dienen in feite een pri
maire uitgangsstelling voor de toeris-
tisch-recreatieve ontwikkeling te zijn".
De toeristische ontwikkeling begint bij
het ontstaan van badplaatsen, het eerst
in Domburg sedert 1 835. Pasin de jaren
zestig van deze eeuw „vond de echte
ontdekking plaats van Walcheren als
recreatiegebied". De schrijver komt tot
de conclusie dat de ontwikkeling in feite
voortdurend ten koste is gegaan van het
landschap. Het in voorbereiding geno
men landinrichtingsproject Walcheren
biedt de mogelijkheid een evenwicht te
vinden tussen recreatie enerzijds en na
tuur, landschapen landbouw anderzijds.
Ten slotte worden door J. W. Busser de
spelregels voor het opstellen van het
landinrichtingsplan voor Walcheren be
licht. Dit plan omvat 14.500 ha, waarvan
de landbouw met 12.000 ha de grootste
grondgebruiker is. Er worden een aantal
mogelijke verschuivingen binnen het
landbouwkundig gebruik genoemd.
Voor het landinrichtingswerk liggen die
in de maatregelen op het gebied van de
afwatering, ontsluiting en verkaveling.
Het landschapsbeleid zal veranderen
door toenemende bebouwing, aanleg
van wegen (Dammenweg), verandering
van beplanting langs de wegen, veran
dering van landbouwbedrijven in op
pervlakte en in wijze van grondgebruik
etc. Voor een goede landinrichting zijn
nog heel wat maatregelen te nemen.
Als geheel is de bundel, ook door zijn il
lustraties, een uitstekende en instructie
ve documentatie voor de ontwikkeling
van het landschap met het hoofdaccent
op de verschillende aspecten en proble
men in de periode na 1944.
M. P. de B.
Middelburg. Peter Sijnke (en) Wim
Riemens. Fanoy boeken Middelburg,
1988. Prijs f 59,50.
Een drieluik. Een onorthodox werk qua
uitvoering bestaande uit een deel tekst,
een deel foto's en een deel stereoscopi
sche en andere foto's uit de collectie van
het gemeentearchief te Middelburg. De
archivaris van de stad drs. Peter Sijnke
heeft de tekst of teksten geschreven van
het eerste deel. Zij zijn al eerder versche
nen in „De Faam" en „De Vlissinger"
maar waar nodig bewerkt en uitgebreid.
Er loopt door de teksten een chronologi
sche en thematische draad te beginnen
bij de eerste bewoners van Walcheren
en de verbindingen van Middelburg met
de zee om via de middeleeuwen (monni
ken, bedevaarten. Vrouwenpolder), pre
dikanten, Lutherse en Waalse gemeen
ten, naar straten met historische omge
ving, sociale zorg, onderwijs, cultuur en
belangrijke figuren te gaan. Verder krij
gen verschillende buitenplaatsen een
beurt om te eindigen met de vroegere
zelfstandige gemeenten Sint Laurens en
Nieuw- en Sint Joosland en de verhou
ding Vlissingen-Middelburg. De cirkel is
gesloten.
De inleiding geeft een beknopt en „zaak
rijk" overzicht van de geschiedenis van
de stad. Het geheel is gelardeerd met af
beeldingen van gevelstenen als vignet
jes en elk stukje begint met een apart ini
tiaal ter versiering.
Wat te zeggen van het tweede deel: de
foto's van Wim Riemens? Ze zijn dikwijls