dr. w. s. s. van der feen-van benthem jutting werd 6 februari 1989 gehuldigd
56
ten de oorspronkelijke soorten zijn gedo
cumenteerd in de wetenschappelijke lite
ratuur. Voor ons werk is de toegankelijk
heid tot deze literatuur daarom essen
tieel. Naast publikaties over de soorten
zijn ook die over verwanten en verbanden
- de diersystematiek en biogeografie -
van belang. Een pub/ikatie van 50 of TOO
jaar geleden, die een oorspronkelijke
soort beschrijft en deze in relatie brengt
met andere soorten, is thans even belang
rijk a/s een pub/ikatie die een nieuwe
soort in 1989 beschrijft. Oudere literatuur
is daarom voor diersystematici essen
tieel. Maar ook omdat dergelijke oudere
literatuur een tijdsdocument vertegen
woordigt, speelt die een rol voor de bio-
historie en soms ook voor de cultuurhisto
rie.
Mevrouw van derFeen heeft ons instituut
een omvangrijke bibliotheekcollectie van
een buitengewone wetenschappelijke
betekenis geschonken. Deze collectie
omvat oude èn nieuwe werken op vooral
haar vakgebied, de ma/acologie (schel-
penkunde) en bevat onder andere zeldza
me ma/aco/ogische werken van bijzonder
historische waarde. Leemtes in onze bi
bliotheekcollectie zijn nu gevuld. Mijn be
toog heeft u duidelijk mogen maken welk
belang deze schenking voor ons vertegen
woordigt. Vele wetenschapsbeoefena
ren, professioneel of amateur, zijn haar
dank verschuldigd.
Tijdens een voltallige vergadering van de
staf van ons instituut werd uw schenking
bekend gemaakt. Staande de vergadering
is voorgesteld u de legpenning van ons
museum uit te reiken, welk voorstel met-
applaus werd aangenomen. Het leek ons
een passende gelegenheid de legpenning
heden op de dag van uw 90ste verjaardag
te overhandigen. Voor de organisatie van
deze dag ben ik de heer M. P. de Bruin
veel dank verschuldigd.
De bronzen legpenning„NATURA PEPE-
RIT S Cl ENT IA M"— hetgeen betekent „de
natuur baart de wetenschap- is inge
steld a/s eerbetoon aan particulieren die
op uitzonderlijke wijze hun steun aan de
wetenschappelijke, onderwijs-, natuur-
educatieve en culturele taken van het
Zoölogisch Museum Amsterdam hebben
gegeven. De betekenis van de schenking
van mevrouw Van derFeen vooreen aan
tal van deze taken heb ik u verklaard. Ex
tra aandacht wil ik geven aan de natuur-
educatieve taken.
In de huidige wereld van milieu-vervui
ling bestaat gelukkig steeds meer aan
dacht voor natuurbehoud en -bescher
ming. Het Zoölogisch Museum Amster
dam rekent het tot zijn taak werk te ma
ken van onderwijs en onderzoek in dienst
van de natuurbescherming. Een logisch
uitvloeisel hiervan is voor ons het gastvrij
heid verlenen aan verenigingen die in
georganiseerd verband studie maken van
de natuur. Zo bieden wij in ons instituut
daadwerkelijke gastvrijheid aan de akti-
viteiten en aan de bibliotheek van de Ne
derlandse Malacologische Vereniging.
Het komt mij voor dat deze dag waarop u
de legpenning wordt uitgereikt, en dat ge
beurt nu voor de derde keer, ook voor de
ze Vereniging een belangrijke dag is.
Ik beschouw het als een voorrecht de leg
penning uit te kunnen reiken in de abdij
van Middelburg. Gedeputeerde Staten
van Zeeland dank ik voor de gastvrijheid
ons hier geboden.
Mevrouw Van der Feen,
namens de staf van het Zoölogisch Mu
seum zal ik u nu de legpenning uitreiken.
Wij hopen dat u dit bescheiden blijk van
onze grote erkentelijkheid wilt aanvaar
den.
Dr. H. E. Coomans
Alhoewel uw wieg in de 19e eeuw stond,
op het zuidelijk halfrond, moeten we toch
constateren dat u alleen in de 20e eeuw
hebt rondgelopen, en voornamelijk op het
noordelijk halfrond. De laatste jaren gaat
dat lopen wat moeilijker en langzamer,
maar dat is de tol die betaald moet wor
den om de negentigjarige leeftijd te berei
ken. Bij uw geboorte was er beslist een to
verfee aanwezig, die voorspelde dat u Ne
derlands Indië spoedig ging verlaten,
maar dat u er toch altijd mee verbonden
zou blijven. En tevens moet zij voorzegd
hebben dat u tot op hoge leeftijd roem en
eer zoudt oogsten. Die voorspellingen zijn
uitgekomen, want uw leven heeft een
aantal hoogtepunten beleefd, zonder dat
u er ooit naar gestreefd hebt. Achtereen
volgens werd u Officier in de Orde van
Oranje Nassau bij het 40-jarig ambtsjubi
leum. In 1964 verleende de Universiteit
van Giessen u de doctorstitel honoris cau
sa. Na pensionering werd u Honorair Me
dewerker van het Zoölogisch Museum te
Amsterdam, en in 1982 Honorair Conser
vator van het Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen, en dat Genootschap
heeft u ook nog de eremedaille uitgereikt.
Vandaag, op uw 90e verjaardag, wordt
daaraan toegevoegd de Erepenning van
het Zoölogisch Museum.
Opvallend is dat deze eerbewijzen pas be
gonnen toen u de 60-jarige leeftijd had
gepasseerd, maar sedertdien zijn ze in
snel tempo gekomen. Het behoeft ons
niet te verbazen dat het zo lang geduurd
heeft, want ze werden verworven via
weekdieren en slakken, en dat zijn lang
zame dieren.
Ongetwijfeld zult u, bij het naderen van
deze verjaardag, uw leven hebben over
dacht. Uw opleiding was gericht op les
geven, door het behalen van de examens
voor onderwijzeres, en lerares in de bio
logie. Maar die functies hebt u nooit
bekleed, want er kwam een carrière in
wetenschappelijk onderzoek. Het Zoölo
gisch Museum in Amsterdam had het
voorrecht u a/s assistent-conservator te
krijgen, daarna was u er vele jaren con
servator voor de Weekdieren, de laatste
jaren bekleedde u tevens de functie van
plaatsvervangend directeur. Voor een
buitenstaander lijkt het werk op een mu
seum, en dan nog wel met slakken, een
merkwaardige bezigheid. Maar voor de
insider is het een wereld van schoonheid
in vormen en kleuren, waaraan weten
schappelijke problemen zijn verbonden
die de onderzoeker tracht op te lossen.
Wanneer we uw lange lijst van publika
ties doornemen, dan zien we dat uw be
langstellingssfeer diverse terreinen om
vat. Voorop staat het onderzoek van de
landslakken en de zoetwaterweekdieren
van de Indonesische Archipel. Uw mono
grafieën, waarin de grote eilanden en de
kleine eilandgroepen systematisch wer
den bewerkt, hebben u een wereldnaam
bezorgd. Vervolgens was het de Mollus-
kenfauna van Neder/and die u in diverse
boeken en publicaties hebt beschreven.
Maar ook de geschiedenis van de malaco-
logie en haar beoefenaren waren onder
werp van uw studie. Tenslotte nog een
menigte van allerlei onderwerpen die met
schelpen en weekdieren te maken heb
ben.
Studiereizen voerde u naar vele Europese
landen, voor excursies en museumbezoe-