ontwikkelingen in de bodemkartering
65
klasse legenda
1 [■ggjlgiill 230 000-470 000 3 0-80 000
2 120 000-330 000 4 IX-XI 0
Fig. 7.
Hoeveelheid CaO in kg per ha in de bovenste 50 cm van de gronden in de omgeving van Heinkenszand.
De hoeveelheid CaO is een maat voor de zuurneutralisatiecapaciteit van de bodem.
5] Bennema, J. en K. van der Meer. De bodemkar
tering van Walcheren. 's-Gravenhage, 1952.
Versl. Landbouwk. Onderz. 58.4. De bodemkar
tering van Nederland, 1 2.
6] Breeuwsma, A. en W. de Vries. Gevolgen van de
zure regen voor de bodem. 2. Aandeel in de
bodemverzuring in Nederland. Stichting voor
Bodemkartering, Wageningen, 1984. Rapport
nr. 1787.
7] Kruiger, B., H. A. J. van Lanen en G. A. van Soes
bergen. Kwantificering van het vochttekort bij
enkele akkerbouwgewassen op gronden gele
gen in de Braakmanpolder (Zeeland). Stichting
voor Bodemkartering, Wageningen, 1987.
Rapport nr. 1 989.
8] Kuipers, S. F. Een bijdrage tot de kennis van de
bodem van Schouwen-Duiveland en Tholen
naar de toestand voor 1953. Wageningen,
1960. Versl. Landbouwk. Onderz. nr. 65.7. De
bodemkartering van Nederland, 19.
9] Meer, K. van der, I. Ovaa en J. de Buck. De
bodemgesteldheid van de Brede Watering be
westen Yerseke. Stiboka, Wageningen, 1952.
Rapport nr. 358.
[10] Vries, W. de en A. Breeuwsma. Gevolgen van de
zure regen voor de bodem. 1. Oorzaken van
bodemverzuring. Stichting voor Bodemkarte
ring, Wageningen, 1984. Rapport nr. 1786.
[11] Vries, W. de and A. Breeuwsma. The relation
between soil acidification and element cycling.
Water, air and soil pollution 35 (1985), 3/4:
293-310.
[1 2] Vries, W. de en A. Breeuwsma. De invloed van
natuurlijke zuurbronnen, afvoer van biomassa
en zure regen op de verzuring van Nederlandse
bosgronden. Ned. Bosb. Tijdschr. 57 (1985), 4:
111-117.
aspect, zoals bodemverontreiniging,
verdroging etcetera. Meestal is daarvoor
ook andersoortige geografische infor
matie nodig, bijvoorbeeld over de geolo
gische opbouw, het bodemgebruik en
zovoort.
Om al deze ruimtelijke gegevens gemak
kelijk met elkaar te kunnen combineren,
is van de Bodemkaart van Nederland,
schaal 1 50 000 ook een zogenaamde
cellenkaart gemaakt. Dit is een kaart
waarop de belangrijkste bodemeenheid
per vierkante cel van een bepaalde
grootte, bijvoorbeeld 1 ha, is weergege
ven. Daarnaast zijn er digitale bestanden
van zowel de oorspronkelijke lijnenkaart
als de cellenkaart. Op deze wijze creëert
de Stichting voor Bodemkartering een
goed toegankelijk bestand met systema
tische, bodemkundige informatie over
geheel Nederland. De Bodemkaart van
Nederland, schaal 1 50 000 zal in de
toekomst nog veel geraadpleegd wor
den.
Literatuur:
1 Bakker, G. de. De bodemgesteldheid van enkele
Zuidbevelandse polders en hun geschiktheid
voor de fruitteelt. 's-Gravenhage, 1 950. Versl.
Landbouwk. Onderz. no. 56.14. De bodemkar
tering van Nederland, 6.
2] Bakker, H. de en J. Schelling. Systeem van
bodemclassificatie voor Nederland. De hogere
niveaus. Pudoc, Wageningen, 1966.
3] Bakker, H. de en G. G. L. Steur. Regionale
bodemkunde van Nederland, zeekleigebieden.
In: H. de Bakker en W. P. Locher (Ed.). Bodem
kunde van Nederland; leer- en handboek op
hoger-onderwijsniveau. Voorpublikatie van
deel 2, Bodemgeografie. Malmberg, Den Bosch,
1987, blz. 139-152.
4] Bazen, M. A. Bodemkaart van Nederland, schaal
1 50 000; toelichting bij de kaartbladen 48
Oost Middelburg en 49 West Bergen op Zoom.
Stiboka, Wageningen, 1987.