mededelingen 75 De studiedag vindt plaats op zaterdag 22 april a.s. in de Zeeuwse Bibliotheek te Middel- burg. Alsnog aanmelden is mogelijk via telefoni sche opgave bij drs. L. Zoodsma, tel. 01180- 38920 (Rijksarchief in Zeeland). LEZINGEN vrijdag 21 april 1989 Natuurkundig gezelschap. Lezing door prof. dr. H. Timmerman, vakgroep Farmacoche- mie van de VU te Amsterdam, over: „Nieu we geneesmiddelen: zoeken en vinden of ontwerpen en bevestigen". Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg. Aan vang: 20.00 uur. vrijdag 26 mei 1989 Werkgroep Geologie. Lezing door A. Janse, Alphen a/d Rijn, over: „Vleugelslakjes in de strabigrafïe". Abdij 11, Middelburg. Aanvang: 20.00 uur. HET NIEUWE KLAVECIMBEL VAN DE WERKGROEP MUZIEK De Werkgroep Muziek van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen is er in geslaagd om - na een moeilijke „aanlooproute" die jaren in beslag nam - vol doende gelden bijeen te brengen om een goed tweemanualig klavecimbel te laten bou wen. Enkele maanden geleden heeft men een order geplaatst bij de gerenommeerde Am sterdamse bouwer Joop Klinkhamer. Als al les meezit, kan het instrument in de tweede helft van dit jaar in gebruik worden geno men. De instrumentencollectie van de Werkgroep bestaat momenteel uit een huis orgel uit het begin van de vorige eeuw en een fortepiano van het Weense type uit dezelfde periode. Het Zeeuwse muziekleven kon tot nog toe niet beschikken over een goed twee manualig „reis"-klavecimbel. Daarom vult het nieuwe Werkgroep-instrument - in een breder kader gezien - een lacune op. Het klavecimbel dat Joop Klinkhamer bouwt, is een kopie van een instrument van Christian Zeil (Hamburg 1737). Het origi neel bevindt zich in het Museo Municipal de Musica te Barcelona. Vorig jaar was het op de kop af honderd jaar geleden, dat het klavecimbel gewekt werd uit de Doornroosjesslaap, waarin het bijna een eeuw lang had verkeerd. In 1888 bespeelde de befaamde pianist Louis Diémer voor het eerst weer in het openbaar een klavecimbel, een instrument van Pascal Taskin uit 1769. Al gauw kwamen verschillende pianofabri kanten op het idee, een reconstructie te ver vaardigen van deze curieuze museumstuk ken. In 1889 was het al zo ver, dat de firma's Pleyel, Erard en Tomasini een exemplaar konden exposeren op de wereldtentoonstel ling (u weet wel, die van de Eiffeltoren!) te Parijs. We mogen natuurlijk niet verwachten dat deze eerste probeersels de originelen ook maar enigszins benaderden. Maar het begin was er. De onzekere eerste stappen hebben er toe geleid, dat sommige bouwers in de jaren zeventig van deze eeuw een vakmanschap en een intuïtie hebben verworven, bijna verge lijkbaar met de kunde van de beste bouwers uit de zeventiende en achttiende eeuw. Het is een opvallend verschijnsel dat het klavecim bel - dat het veld moest ruimen voor de pia no, toen tegen het einde van de achttiende eeuw de smaak, de cultuur, de esthetiek grondig veranderde - in onze tijd een tweede leven wordt gegund! Duitsland heeft in de ontwikkelingsgang van het klavecimbel slechts een bijrol gespeeld. De hoofdrollen in de geschiedenis van het in strument werden vervuld door Italië, Vlaan deren en Frankrijk. In deze landen werden de essentiële momenten in het groeiproces van het klavecimbel gerealiseerd. Dit wil niet zeg gen, dat men in Duitsland inferieure instru menten bouwde. Men trachtte eerder het beste uit de verschillende tradities te verwer ken tot een gelukkige synthese. Een reden voor de relatieve afzijdigheid van Duitsland is wellicht, dat in dit land het orgel en het cla vichord zeer populair waren en dat het ham- merklavier er een zeer vroege start heeft ge maakt. Het meest prominente centrum van de klave- cimbelbouw in Duitsland was de welvarende stadstaat Hamburg. In de decennia waarin Telemann en C. Ph. E. Bach in deze stad werkzaam waren, komen we de namen tegen van wel vijftien clavecimbelbouwers. Onder hen genoten leden van de familie Fleischer en vooral de familie Hass de grootste bekend heid. Christian Zeil (of Zelle) verwierf als in- stumentmaker op 14 augustus van het jaar 1722 het burgerrecht van de stad Hamburg. Hij woonde op de Gansemarkt. Op 1 sep tember 1722 trouwde hij met de weduwe van de instrumentenbouwer Carl Conrad Flei scher, wiens bedrijf hij mogelijkerwijze voortzette. Naast het instrument uit het Museo Munici pal de Musica in Barcelona kennen we van zijn hand nog een klavecimbel - gebouwd in 1728 - dat zich in de collectie van het Mu seum für Kunst und Gewerbe te Hamburg bevindt. De Hamburgse instrumenten worden geken merkt door een rijk gedecoreerd uiterlijk, een ronde vorm van de „staart" en een vaak zeer uitgebreide dispositie. (Onder dispositie verstaan we bij een klavecimbel het aantal snarenkoren; elk koor geeft een andere klankkleur). De beste Noordduitse instru menten verenigen de noblesse van het Vlaamse type, het vinnige, transparante van de Italiaanse instrumenten met de milde so noriteit van de late Franse klavecimbels. Deze flexibele neutraliteit (in de goede zin des woords) die het Duitse type bezit, is de reden, dat de Werkgroep Muziek de voor keur heeft gegeven aan een Zell-kopie. Het instrument is uitermate geschikt om er een grote verscheidenheid van componisten en stijlen op te spelen en zal zeker een her nieuwd élan geven aan de beoefening van de „oude" muziek in dit gewest. Leen de Broekert

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 37