Mededelingen van het
Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap
der Wetenschappen
ADRES BUREAU GENOOTSCHAP
Kousteensedijk 7
4331 JE Middelburg
Telefoon 01180-30347
Het bureau is geopend op maandag, woensdag
en vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur.
Via de telefoonbeantwoorder kunnen echter op
alle dagen van de week bestellingen, medede
lingen en verzoeken om inlichtingen ook
buiten de kantooruren plaats vinden.
Enquête „Wintercolleges" 1988/1989
Van de 95 deelne(e)m(st)rs hebben er 37 een
ingevuld enquêteformulier aan de organisa
toren geretourneerd (38.9%).
Een ruime meerderheid (35) was tevreden
over het niveau en de inhoud van de colleges.
Enkelen (vooral deelne(e)m(st)ers aan de se
rie „Chemie en Geneeskunde") hadden graag
meer nieuwe ontwikkelingen willen horen
en een grotere diepgang gewenst. In verband
daarmee werd op een duidelijker omschrij
ving van de doelgroep aangedrongen.
Tevredenheid over de wijze waarop beide
hoogleraren doceerden werd door alle geën
quêteerden tot uitdrukking gebracht.
Unaniem waren allen ook van mening dat
colleges over de behandelde onderwerpen
zinvol waren en dat de organisatoren naar
continuering moesten streven. Opnieuw
werd hier de wens geuit de doelgroepen beter
aan te geven.
Waren sommigen van oordeel dat de colle
ges niet te gespecialiseerd en voor een breder
publiek toegankelijk moesten zijn, anderen
drongen juist op het omgekeerde aan.
Tal van suggesties over onderwerpen en do
centen voor een vervolgserie werden de orga
nisatoren aan de hand gedaan. Ze bestreken
vele wetenschapsterreinen en kunnen daar
om hier niet allemaal weergegeven worden.
Opvallend was de grote belangstelling voor
filosofie en ethiek, vooral in verband met
moderne technisch-natuurwetenschappelij-
ke ontwikkelingen als bio- en genentech-
niek, computerisering, robotisering etc.
Sterk aanbevolen werden ook colleges over
kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing en
over moderne ontwikkelingen in literatuur,
beeldende kunst en andere takken van kunst.
De enquêtevraag naar belangstelling voor
werkcolleges leverde zeer uiteenlopende ant
woorden op. Sommigen wensten een duide
lijker definitie van deze college-vorm, ande
ren vreesden dat tijdgebrek hen van deelna
me zou afhouden. Weer anderen verbonden
daaraan de voorwaarden dat er gelegenheid
tot discussie zou zijn en dat er op vragen van
de deelne(e)m(st)ers ingegaan kon worden.
Toch overheerste de bereidheid om er aan
deel te nemen. De aangereikte onderwerpen
waren ongeveer dezelfde als hierboven ver
meld.
Ten aanzien van de dag en de uren waarop de
colleges gegeven zouden moeten worden,
bleken de geënquêteerden de vrijdag het
meest op prijs te stellen en ging de voorkeur
uit naar de late namiddag van 16.45 tot
18.45 uur. Als argumenten voerde men aan
dat de „werkenden" op die tijd aan de colle
ges konden deelnemen en dat „weekendgan-
gers" 's avonds hun weekendbestemming
nog konden bereiken. Ook werden de ge
noemde uren aanbevolen door belangstellen
den uit andere delen van Zeeland (Schou
wen, Tholen en Zeeuwsch-Vlaanderen).
„Wintercolleges" 1988/1989
Aangemoedigd door de positieve reacties
van de deelne(e)m(st)ers aan de afgelopen
series colleges zijn de organisatoren inmid
dels al druk bezig nieuwe series voor te berei
den.
De Organisatiecommissie gaat voorlopig uit
van een tiental colleges over het thema „Ont
wikkelingen en hun gevolgen".
Ze denkt daarbij aan een serie over moderne
technologisch-natuurwetenschappelijke
ontwikkelingen en aan een tweede serie over
tendenzen en ontwikkelingen op het terrein
van de moderne kunst.
In de eerste serie komen onderwerpen als
energievoorziening, transportbesturings-
techniek (automatisering, computerisering)
en bio - of genentechniek aan de orde. Deze
serie van vier wordt voorafgegaan door een
inleidend college.
De serie, gewijd aan de kunst, omvat een in
troductie en 3 colleges over respectievelijk
literatuur, beeldende kunst en muziek.
Een afsluitend college werpt een blik in de
toekomst en complementeert daarmee de
uitwerking van het hoofdthema, zoals de
commissie zich dat voorstelt.
Natuurlijk kunnen er als gevolg van organi
satorische en andere problemen nog wijzi
gingen optreden, maar, zoals het er nu voor
staat, hoopt de commissie in grote lijnen haar
plannen te kunnen realiseren. De bedoeling
is dat de eerste vijf colleges over „exacte" we
tenschappen in de maanden november en de
cember 1989 gegeven worden. De overige
vijf over de kunst en de „blik op de toe
komst" volgen dan eind januari en in februari
1990.
Wat de dag en de uren betreft mikt de com
missie op de vrijdag van 16.45 tot 18.45 uur.
Medewerk(st)ers van de Zeeuwse Biblio
theek hebben zich weer bereid verklaard hun
bijdrage te leveren in werving van deel-
ne(e)m(st)ers, literatuurvoorziening en an
dere organisatorische zaken.
Zo spoedig mogelijk hoopt de commissie u
concreter over de data en tijden, collegeon-
derwerpen, docenten, wijze van aanmelden,
inschrijvingskosten etc. te kunnen informe
ren.
Voor suggesties houden wij ons aanbevolen.
A. M. P. Kaashoek
Cultuur in Zeelands Gouden Eeuw
De werkgroep Historie en Archeologie mag
op een geslaagde studiedag op 22 april jl. in
de Zeeuwse Bibliotheek terugzien. In ver
band met het 25-jarig jubileum was een wat
breder onderwerp gekozen: „Cultuur in de
Zeeuwse Gouden Eeuw", dit naar aanleiding
van het 400e geboortejaar van Adriaan Pie-
tersz. van de Venne.
De dag werd na opening door locoburge
meester G. B. Schoenmakers van Middel
burg, dan ook begonnen met een lezing over
Adriaan van de Venne, verzorgd door de
heer drs. M. van Vaeck van deK.U. Leuven.
De heer van Vaeck gaf een levensschets van
van de Venne en ging daarna in op diens aan
deel in de Zeeusche Nachtegael. Door scherp
zinnige analyse toonde hij aan dat van de
Venne's Tafereel van Sinnemal aanvankelijk
een inleiding op de bundel is geweest. Prof.
dr. L. Strengholt, van de VU te Amsterdam,
behandelde het letterkundig leven. Daarin
stond vooral de Zeeusche Nachtegael centraal.
Prof. Strengholt kwam tot een herwaarde
ring na het wat negatieve oordeel van P. J.
Meertens. Men wilde van een zelfde niveau
als in Holland blijk geven en slaagde daarin
ook. Ook het negatieve oordeel van Meer
tens over Valerius' Gedenckklanck („vader
landse gemeeschapspoëzie") deelde hij niet.
Valerius leverde werk van goede kwaliteit en
het zijn bepaald niet alleen de melodieën die
liederen als „Comt nu met sang vol soete too-
nen" of „O Heer die daer des hemels tente
spreydt" geliefd hebben gemaakt, aldus de
spreker.
Na een felicitatie door de vice-voorzitter van
het Genootschap prof. dr. H. J. Pabbruwe
trad 's middags als eerste spreker op drs.J. M.
de Groot van het Dordrechts Museum. Hij