worden zeeuwen veel ouder?
82
baby's van de jaren vijftig en zestig
straks bejaard zullen zijn (vooral na
2020).
Resumerend: het globale beeld laat een
duidelijke daling zien van geboorte- en
sterftecijfers met als gevolg een minder
snelle groei tot zelfs een bijna-stilstand
van de bevolking op korte termijn. De
oorzaken van de daling van het sterfte
cijfer zijn: minder infektieziekten, betere
voedselvoorziening en hygiënische toe
standen. Het teruglopen van de geboor
tecijfers vooral na 1970 heeft te maken
met veranderingen in de positie van de
vrouw (emancipatie), waardoor meer
vrouwen dan voorheen beter opgeleid
werden en tegelijkertijd de anti-concep
tie in bredere lagen van de bevolking
toegepast werd. De gevolgen van de da
ling van de bevolkingscijfers laten zich
niet alleen vertalen in een minder snelle
groei van de bevolking als totaliteit, maar
vooral ook in een veranderende samen
stelling. Met de daling van het sterftecij
fer nam de gemiddelde levensverwach
ting (het gemiddeld aantal jaren dat men
zal leven vanaf de geboorte) cq. levens
duur toe. In 1900 werden de vrouwen
gemiddeld 53 jaar oud en de mannen 51
jaar. In 1965 was dit al opgelopen tot
resp. 76 en 71 jaar en in 1986 bedroeg
het resp. 79 en 73 jaar. De mensen wor
den dus ouder, maar tegelijkertijd ko
men er aan de onderkant van het „bevol
kingshuis" minder mensen bij, waardoor
het percentage ouderen (65 jaar en ou
der) relatief en absoluut toeneemt. Dit
verschijnsel staat bekend als vergrijzing.
Het andere verschijnsel, dat hiermee sa
menhangt, is de ontgroening, dat wil
zeggen minder jongeren zowel absoluut
als relatief binnen de bevolking
Zeeuwse bevolkingsdynamiek
Waren er in 1795 slechts 115.000 Zeeu
wen woonachtig in Zeeland, in 1988 wa-
ten dat er ruim 355.000. Dit is maar
2,5% van de Nederlandse bevolking.
Drie keer zoveel dus in bijna twee eeu
wen tijd. De Nederlandse bevolking
groeide in dezelfde periode zeven keer
zoveel. Zeeland heeft historisch gezien
een langzame groei gekend en vertoont
de laatste paarjaarzelfs een daling in in
wonertal.
Wat de relatieve cijfers betreft kan uit de
periode 1806 tot 1975 worden afge-
INKR IMPEND
<.lhii..rl.jjar N de T I U lit!
«oor 1X91
1X91 99
1900 114
1005-0*»
I9 10-14
|9|1-|9
1920-24
h0-f>4
11.19
10-14
41-49
40 44
u.t9
10 <4
20-24
11.19
10 14
STATION AIR
(Zweden)
M WM NJJVR,)l U
Dl III <)l KIM.
I'1H(1MAI,1 V |)F lil KIM.
\N Dl HF Ol KIM.
I)o drie algemene profielen van de leeftijdsopbouw. Bron: Over bevolking, NIDI, Amsterdam
Figuur 2.
leid1) dat het Zeeuwse geboortecijfer
vrijwel altijd hoger was dan het landelij
ke, terwijl het sterftecijfer een omge
keerd beeld te zien gaf. Behalve het alom
bekende geboortecijfer wordt er ook een
ander criterium gebruikt, namelijk het
vruchtbaarheidscijfer2). Het gewone
vruchtbaarheidscijfer of het meer ge
bruikte huwelijksvruchtbaarheidscijfer
is voor deze provincie altijd hoger ge
weest dan voor andere provincies. Wel
licht hebben traditie en geloof hierop be
langrijke invloed gehad. Om nu de
Zeeuwse bevolking met de Nederlandse
te vergelijken, moeten we het cijferma
teriaal van de bevolking grafisch verwer
ken. De aangewezen manier is het ma
ken van een bevolkingsgrafiek. Velen
hebben wellicht wel eens kennis ge
maakt met bevo/kingspyramiden van
landen. Veel minder hebben ze gezien
van provincies of gemeenten. Een pyra-
mide heeft een brede basis (veel jonge
ren en naar boven toe steeds kleiner
Figuur 3.
Bevolkingsgrafiek 1977
Figuur 4.
Bevolkingsgrafiek 1986
H Nederland
Zeeland
50 40 30 20 10
n %o 0 10 20 30 40 50
50 40 30 20 10 0 in %o 0 10 20 30 40 50