III. DE OORLOGSJAREN 1914-1918
De eerste wereldoorlog betekende een
ernstige tegenslag voor de verdere ont
wikkeling van The Vitrite Works. De
voornaamste moeilijkheid was de be
lemmering van de export. In 1914 daal
de deze tot 77 miljoen caps en in 1915
tot 36 miljoen. Een andere moeilijkheid
was het verkrijgen van de voornaamste
grondstof, messing. Hiervan werd in
1913 624.000 kg verwerkt. Dit was
meer dan de helft van het totale gebruik
in Nederland. Er ontstaat bij de fabricage
van lampcaps echter een grote hoeveel
heid messingafval. Voor de oorlog werd
dit materiaal verkocht of teruggeleverd
aan de walserij in het buitenland, waar
van het messingband was betrokken.
Om nu aan deze schaarste tegemoet te
komen werd in 1916 een eigen walsbe-
drijf gesticht, de pletterij De Nijverheid.
Deze werd gehuisvest in de daartoe ver
grote gebouwen van de voormalige
houtzagerij van de firma De Broeckert
aan de Schoorsteenvegerssingel in Mid
delburg.
De pletterij De Nijverheid
Dit bedrijf bestond uit een gieterij, een
walserij, een gloeierij, een afbijterij en
een bankwerkerij. Het centrale drijfwerk
werd aangedreven door een stoomma
chine van 300 pk. De gieterij bestond uit
een met cokes gestookte wanoven en
verscheidene grafieten smeltpotten. De
voorwals en twee fijn walsen waren gele
verd door de firma Schmidt in Düssel-
dorf.
Het personeel was samengesteld uit een
ingenieur-bedrijfsleider, een machinist,
een bankwerker, 2 schrijvers en 36
werklieden. In de gieterij werd messing-
afval gesmolten en in coquilles gegoten
tot platen. Deze werden in de walserij
uitgewalst tot messingband met een
dikte van 0,23 mm. Het tijdens het wal
sen sterk verharde materiaal werd her
haalde malen in de gloeiovens gegloeid
om het weer pletbaar te maken. Nadat
de rollen messingband in zuurbaden wa
ren ontdaan van de oxydehuid die bij de
vorige bewerkingen was ontstaan, on
dergingen zij als laatste bewerking een
poetsbehandeling. Het schonemessing-
band werd in rollen van 25 kg geleverd
aan de capfabriek. De produktiecapaci-
teit van de pletterij was 600 ton per jaar,
maar de grootte van de maandelijkse
afleveringen was afhankelijk van de ont
vangen hoeveelheden messingafval. In
de oorlogsjaren werden ook opdrachten
van het munitiebureau van het Ministe
rie van Oorlog uitgevoerd. Dankzij de le
veringen van de pletterij kon de afzet van
caps in de laatste jaren van de oorlog een
weinig toenemen en telde deze in 1917
en 1918 respectievelijk 56 en 51 mil
joen stuks. Het aantal personeelsleden
van de fabriek aan de Maisbaai bedroeg
toen 301
Tijdens deze moeilijke jaren van stagne
rende afzet kreeg de verbetering van de
outillage daarentegen een hoge priori
teit. Een belangrijke stap voorwaarts
was het gereedkomen in 1917 van de
eerste complete vitriteermachine. Deze
glaspers, aangeduid alsTD055, berust
te op een vernuftige constructie be
staande uit een intermitterend draaien
de krans van acht mallen rond een op- en
neergaande kolom, waaraan een juk met
gereedschap was bevestigd. De machi
nesnelheid was regelbaar van 50 tot 60
slagen per minuut, vandaar het getal 55.
De mantels werden met de hand in de
mal gezet, de contacten door middel van
een schuifapparaat eveneens met de
hand ingevoerd. Geplaatst onder een
loopoven zorgde deze machine voor een
aanzienlijke verhoging van de produktie
Messingrollen van de Pletterij „De Nijverheid"
per uur. Een groot aantal van deze glas
persen heeft tot het begin van de jaren
vijftijg dienst gedaan.
Op het gebied van de mantelfabricage
werden klinkmachines ontwikkeld voor
het klinken van de pennen van de bajo-
net-caps. De pennen werden automa
tisch aangevoerd, de hulzen moesten
nog met de hand worden opgezet. Per
keer werd één pen vastgeklonken.
De bewerking moest dus herhaald wor
den voor de tweede pen. Pennen en con
tacten werden niet meer met handge
reedschap, maar machinaal vervaar
digd.
Het 25-jarig jubileum
De heren Boudewijnse en Van der Leijé
waren niet gelukkig met de houding van
opstandigheid die door meerdere werk
lieden in de voorafgaande maanden in
1918 was aangenomen en die tegen de
directie was gericht. Zij hadden zich af
gevraagd of het niet beter was de viering
van het 25-jarig jubileum maar zo stil
mogelijk voorbij te laten gaan. Door de
beambten was echter te kennen gege
ven dat men op de viering van het jubi
leum hoge prijs stelde. Dit was een aan
gename verrassing voor de directie, die
daarom had besloten aan deze wens ge-