12
Diverse bewerkingen. Op de voorgrond enkelvoudige klinkmachines.
de jaren van de grote expansie steeds
meer machines gebouwd, waaronder
met 14 posities. Tevens slaagde men
erin de produktiesnelheid op te voeren
tot 1 50 stuks per minuut en in enige ge
vallen zelfs tot 180 stuks per minuut.
Behalve voor eigen gebruik, waren de
volgpersen bestemd voor de fabricage
van lampvoeten in buitenlandse fabrie
ken van het Philips-concern. Van de vele
verbeteringen die in de jaren voor het
uitbreken van de tweede wereldoorlog
tot stand kwamen, zijn nog de dubbele
klinkmachines te noemen, die het klin
ken van beide pennen van bajonet-caps
verzorgden, waarmee het werk van één
man werd uitgespaard.
Bij een wandeling langs het strand in
Domburg viel het de heer Ghijsen op dat
de messing punt van zijn wandelstok
door de schurende werking van het nat
te zand een fraai uiterlijk had gekregen.
Dit leidde tot de bouw van poetsmachi
nes. Aan snel draaiende spillen van een
carrousel werden caps gestoken, die in
een met nat zand gevulde bak werden
voortbewogen. De caps die door deze
bewerking een mat-schoon oppervlak
hadden gekregen, werden, na spoeling
in warm water, gedroogd in een met
zaagsel gevulde en verwarmdetrommel.
Het keuren en verpakken geschiedde ter
plaatse. Er zijn zes poetsmachines ge
bouwd, welke uitsluitend werden ge
bruikt voor het finishen van de hoofd
soorten E27 en B22. Alle andere typen
bleven onderworpen aan het handbeits-
proces.
De toename van het machinaal fabrice
ren bracht met zich mee dat steeds meer
kracht moest worden geleverd door het
centrale drijfwerk. De poetsmachines
waren gebruikers van extra veel energie.
Om aan de stijgende energiebehoefte te
voldoen, werd bij herhaling een stoom
machine bijgeplaatst. Ten slotte waren
er vier stoommachines, waarvan er drie
geregeld in bedrijf waren met een totaal
vermogen van 350 pk. Het overal aan
wezige drijfwerk maakte van de fabriek
een wirwar van assen, riemschijven en
drijfriemen. Bij een bezoek van de Phi-
lips-commissarissen zou dr. A. F. Philips
tegen de heer Staal gezegd hebben:
Waag jij je in dat gevaarlijke labyrint?
Als laatste fase van het produktieproces
werden de gebeitste caps door een keur
der met witte katoenen handschoenen
aan op fouten gekeurd, waarna zij in kar
tonnen dozen werden gepakt. De bij de
mantelbewerkingen ontstane defecten
waren gering in aantal. Het glaspersen
leverde daarentegen vrij veel uitval op,
zoals verbogen pennen, verdraaide of
ontbrekende contacten, vervormde of
beschadigde caps, te veel of te weinig
glasvulling enz. Voor deze fouten was
het bedienend personeel verantwoorde
lijk. Dit was niet onredelijk bij de twee
mansmachines met een voorman en een
hulp, waar mantels en contacten met de
hand werden ingelegd.
Bij de geautomatiseerde persen lag de
oorzaak meestal bij het falen va ndeaan-
voerapparaten. Voor opheffing van de
ontregeling was de hulp van een steller
nodig, maar dezen waren in die da
gen schaars bij The Vitrite Works. Dien
tengevolge zag de glasperser zich dik
wijls voor de keuze gesteld ofwel door te
werken met het risico van een boete
voor te hoge uitval, of door lang wachten
op de komst van een steller minder pre
mie te verdienen als gevolg van verlies
aan produktie.
Een verschijnsel waartegen nog steeds
geen afdoend middel is gevonden, is de
glassprong. De bruuske afkoeling van
het geperste glas met een temperatuur
van 11 00 °C doet inwendige spannin
gen in de glaskop ontstaan, die soms
openscheuren of afgebroken splinters
veroorzaken. Tot 1 945 was het regel de
glasperser aan de vitriteermachine het
halve aantal wegens glassprong afge
keurde caps aan te rekenen.
De beoordeling van de uitval met de
daaraan verbonden consequenties voor
de verantwoordelijke machinebediener
geschiedde door de directeur, de heer
Van der Leijé.
Een zwaarwegende belemmering voor
een verderstrekkende mechanisatie dan
voor enige hoofdsoorten was de, door
The Vitrite Works zowel als door haar
Europese concurrenten, gevolgde poli
tiek om aan alle verlangens van de afne
mers te voldoen. Het gevolg van deze
politiek was dat van normalisatie der
produkten weinig sprake was en van ty
pebeperking in het geheel niet. Alleen
de passing van de cap in de houder was
internationaal vastgelegd voor de veel
gebruikte Edison (schroef) typen E10,
E14, E27, E40 en Swan (bajonet) typen
B1 5, B22, voor autolampen BA9, BA1 5,
BA20 en BA21De duizenden afwijken
de modellen van schroef- en bajonet-
caps en speciale vormen van lampcaps
brachten met zich mee dat de hulzen-
trekkerij met een grote verscheidenheid
van machines en handapparaten was
uitgerust en met een enorme hoeveel
heid gereedschap, ofschoon de glasper-
serij evenmin van veel gereedschap ver
schoond was. Het heeft tot na de tweede
wereldoorlog moeten duren alvorens
een radicale vermindering van het ont
zaglijk grote aantal captypen tot stand
kon komen.
We zagen hoe men zich steeds weer in
spande om machinaal te fabriceren en
niet schroomde de bouw van nieuwe
machines zelf ter hand te nemen. De te
kenkamer verzorgde de tekeningen en
met de uitvoering van de bouw was een
baas van de produktie-afdeling belast,
die tevens over een bankwerkerij be
schikte. De organisatie van het bedrijf
kende namelijk twee afdelingen voor het
trekken en afwerken der hulzen en één
glasperserij, welke alle drie een bank
werkerij bezaten. De bazen waren erva
ren, met het bedrijf meegegroeide vak
mensen. Zij stelden voor elk produkt de
gang der bewerkingen op de verschil
lende machines vast en gaven de beno
digde gereedschappen uit. In voorko
mende gevallen tekenden zij nieuwe ge
reedschappen, die in de bankwerkerij
werden vervaardigd. Bij moeilijkheden
in de fabricage moest de baas deze
oplossen. De bijstand van een steller
moest door hem worden verordend.
De baas was met deze taken zwaar be
last, met het gevolg dat een rij van ma-