VI. HERSTEL EN VERNIEUWING 1946-1952 lr\ de zorgelijke omstandigheden waarin de vennootschap zich bevond, kwam in december 1945 hulp opdagen in de vorm van het nemen van een meerder heidsbelang in het maatschappelijk ka pitaal door de N.V. Philips' Gloeilam penfabrieken. Het college van commis sarissen bleef paritair samengesteld: drie Zeeuwen en drie leden namens Phi lips. Ir. F. J. Philips was reeds in de oor logsjaren zijn vader opgevolgd als com missaris. In een overeenkomst werden de voorwaarden geregeld van techni sche en administratieve bijstand door Philips aan Vitrite en van vaste leveran ties van Vitrite aan Philips. De Vitrite Fa briek kreeg weer armslag voor een pro gramma van vernieuwing. Eveneens werd in december 1 945 een nieuwe di rectie benoemd. De heer B. A. Hesselink werd commercieel directeur en ir. J. P. Berdenis van Berlekom volgde ir. H. C. Ghijsen op als technisch directeur. Ir. Ghijsen werd benoemd tot adviseur. In verband met de „sellers market" vormde de produktiecapaciteit de enige beperking van de afzet. Hoewel de be hoeften van de Lichtgroep in Eindhoven uiteraard prioriteit genoten, maakte de stijgende produktie het mogelijk be perkte leveranties aan de buitenlandse clientele tot stand te brengen. In 1946 werden 100 miljoen lampvoeten afgele verd. Door invoering van het tweeploe- genstelsel kon in 1 947 een afzet van 225 miljoen stuks worden gerealiseerd, een prestatie die te danken was aan de volharding waarmee het personeel de oude produktiemachines aan de gang hield. Het verdient vermelding dat in deze tijd de genormaliseerde benaming „lamp voet" in gebruik kwam en zowel bij Vitri te als bij de Lichtgroep werd ingevoerd, in plaats van woorden als cap, fitting, huls enz. De granaathulzen Het verkrijgen van messingband bleef moeilijk, omdat de walserijen in Europa die nog in bedrijf waren, niet in staat wa ren aan de grote vraag te voldoen. Als een welkome verrassing kwam een aan bod van de heer M. Polak, die voor de oorlog in oude metalen handelde, om- messingband te vervaardigen uit de gra naathulzen die in het Zuidwesten van Nederland in grote hoeveelheden verspreid aanwezig waren. De heer Po lak wilde deze hulzen verzamelen voor levering aan Vitrite. Granaathulzen be staan uit een alliage van 70% koper en 30%zink, een samenstelling die bij toe voeging van meer zink uitmuntend ge schikt is voor dieptrekmessing, waarvan lampvoeten worden gemaakt. Zo ge beurde het, dat in het tweede halfjaar van 1946 een berg van circa 500 ton granaathulzen ontstond op het terrein van de pletterij De Nijverheid. Toen een officieus bericht de ronde deed dat gra naathulzen oorlogsbuit vormden, en dat zij om die reden eigendom van de Staat waren, veroorzaakte dat enige ontstelte nis. De heer Polak wist evenwel raad: door de hulzen in stukken te knippen werden ze schroot. Het knippen van 2 mm dikke granaathulzen is geen licht karwei en voor vele tienduizenden stuks waren talrijke handen nodig. Voor dit probleem werd de oplossing gevonden door met medewerking van de kamp commandant NSB-ers met dit werk te belasten. Gedurende meer dan twee ja ren heeft de pletterij circa 20 ton band messing per maand afgeleverd aan de lampvoetenfabriek. De kwaliteit van het band liet echter te wensen over. Dit was niet te wijten aan de granaathulzen, maar was het gevolg van het verouderde smeltproces in gra- fietpotten in een met cokes gestookte oven, waardoor in de gegoten platen gasbellen voorkwamen. Deze veroor zaakten bij het uitwalsen plekken van zogenaamd dubbelkoper in het band, die het trekproces verstoorden. Studies over modernisering van het walsbedrijf wezen uit dat voor een minstens tien voudige vergroting van de produktieca paciteit, een zeer grote investering no dig zou zijn en dat penetratie op de Euro pese markt met walsprodukten voor een nieuwkomer kansloos leek. Toen de berg granaathulzen was opge bruikt werd de pletterij begin 1 949 geli quideerd. Dankzij de granaathulzen heeft Vitrite in die jaren van schaarste ongeveer 100 miljoen lampvoeten extra kunnen produceren. Het 50-jarig jubileum In de meer hoopvolle omstandigheden van 1 946 werd, in overleg met enige le den van het personeel, besloten het 50- jarig bestaan van de onderneming als nog te herdenken, zij het driejaren na de feitelijke datum. In 1 943 waren de om- Tegeltableau aangeboden door het personeel ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum. 23 september 1 946.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 21