29
Ing. J. C. Hendriks, in dienst getreden 1947, sinds
1 960 bedrijfsdirecteur van Philips GmbH Metallwa-
renfabrik in Bad-Godesberg (lampvoetenfabricage).
me verscheidenheid. De passing van de
lampvoet in de houder bestempelt stan
daardisatie tot een internationale opga
ve, waarbij verlichtingsindustrieën en
normalisatie-instituten in vele landen
zijn betrokken. Als voorzitter van de in
ternationale groep van experts en van
het comité voor standaardisatie en uit
wisselbaarheid van lampvoeten en
lamphouders SC34B van de „Internatio
nal Electrotechnical Commission" in Ge-
nève, waarvan 44 staten lid zijn, heeft ir.
J. P. Berdenis van Berlekom in deze een
beduidende rol gespeeld. Deze activiteit
was in dier voege van betekenis voor het
welslagen van de mechanisatie bij Vitri-
te, dat de meeste normontwerpen in de
jaren vijftig en zestig afkomstig waren
van de tekentafels van Vitrite. De voor
stellen voor nieuwe of gewijzigde speci
ficaties moeten door het comité van ex
perts ter goedkeuring worden voorge
legd aan de algemene vergadering van
SC34B. Het comité zal daar echter niet
eerder toe overgaan alvorens in interna
tionale consultaties met de fabrikanten
van elektrische lampen en met de natio
nale normalisatiebureaus de instem
ming van de belanghebbenden is ver
kregen. Met deze procedure waren min
stens twee jaren gemoeid. Teneinde de
publikatie van de goedgekeurde normen
zoveel mogelijk te bespoedigen werden
eveneens ten kantore van Vitrite ten be
hoeve van de drukker schaalvergrotin
gen van de tekeningen gemaakt. Ook
werd in verband met het internationale
karakter van dit werk een Engelse inge
nieur aangesteld bij het bureau Stan
daardisatie, mr. F. M. H. Priestland. Het
resultaat van twintig jaren internationaal
standaardiseren van lampvoeten be
stond voor Vitrite uit een enorme reduc
tie van het assortiment. Het aantal van
3.000 vóór de tweede wereldoorlog
aangeboden typen verminderde tot min
der dan 400.
Een zeer welkom resultaat van de typen-
beperking was ook dat in 1 955 een ein
de kwam aan het glaspersen als hand
werk voor uitzonderlijke soorten.
De positie van Vitrite in het Philips-con
cern bracht met zich mee dat men in toe
nemende mate werd belast met het in
richten van lampvoetenfabricages in
buitenlandse fabrieken van Philips.
Op de levering in 1956 van produktie-
machines aan de F.R.L.E. volgde de in
richting van een produktie-eenheid in de
lampenfabriek te Alpignano in Italië. In
de jaren zestig was er sprake van een
grote toename van opdrachten voor de
levering van complete outillages voor de
produktie van lampvoeten in concernfa-
brieken buiten Europa, te weten India,
Thailand, Indonesië, Mexico, Brazilië,
Argentinië en Chili. De in 1 964 vergrote
mechanische werkplaats was belast met
de vervaardiging van de vele machines
en kwam met haar 90 vaklieden onder
grote druk te staan. In deze tijd werd ook
het bureau Gemeenschappelijke Belan
gen opgericht, dat onder de leiding van
ing. J. Keessen belast was met de uit
voering der opdrachten.
Al gauw bleek het wenselijk over techni
ci te kunnen beschikken die konden
worden uitgezonden naar buitenlandse
fabrieken om aldaar van dienst te zijn
met hulp en voorlichting bij het inrichten
en op gang brengen van de fabricage
van lampvoeten. Te dien einde traden
enige jonge ingenieurs, afgestudeerden
van de HTS te Vlissingen, in dienst die
zich bereid verklaarden verscheidene ja-
Dr. J. Stumphius, bedrijfsarts 1 961 -1 979.
K. C. J. van Bennekom, commercieel directeur
1961-1973.
ren in het buitenland te verblijven. An
derzijds konden technici van de bedrij
ven in andere werelddelen stage lopen
bij de fabriek in Middelburg.
Hetgeen men vóór 1939 als een utopie
zou hebben beschouwd, gebeurde in
1960: een Duitse concurrent, de firma
Peso te Bad Godesberg, sloot zijn deu
ren. Uit de overgenomen outillage van
de produktie van lampvoeten met bake
liet-isolatie, is het bedrijf Granus Werke
G.m.b.H. ontstaan.
Ingebracht in de Duitse Philipsorganisa-
tie, heeft deze fabriek zich gespeciali
seerd in de produktie van met kunststof
gevulde lampvoeten en aanverwante
produkten. Zij ontwikkelde zich voor
spoedig tot een complementaire produ
cent naast Vitrite onder de directie van
haar voormalige medewerker ing. J. C.
Hendriks.
Vijf jaren later mocht De Vitrite Fabriek
zich nogmaals in een geval van abdicatie
verheugen, toen de directeur van de
vóór de oorlog geduchte concurrent
Busch Jager Dürener Metallwerke A.G.
in Lüdenscheid toenadering zocht.
Spoedig bleek dat diens gedachten uit
gingen naar overname door Vitrite. De
bezichtiging van het bedrijf in Lüden
scheid maakte duidelijk dat B.J.M. aan
zware onderproduktie leed. Het talrijke,
ondoelmatig gehuisveste machinepark,
waarvan hoogstens 25% in bedrijf was,
vertoonde het aan Vitrite bekende ver
ouderde beeld. Aangezien de directeur
van B.J.M. niet wilde geloven dat de to
tale outillage van zijn fabriek onbruik
baar was voor Vitrite, werd hij met zijn
bedrijfsleider uitgenodigd voor een be
zoek. Een week later sprak de directeur
van B.J.M., na afloop van zijn rondgang
in de fabriek aan de Maisbaai, slechts
één woord: „wunderbar".