een lopend ovenvuur.
132
het jaar 1 901Mentor Jacob Joos voelt
zich ook een jaartje ouder worden, ter
wijl nu een door hem opgeleide nieuwe
generatie klaar staat de zaak over te ne
men. In februari 1 901 bereikt het Oos-
terlandse gemeentebestuur opnieuw
een „verzoekschrift". Ook weer onderte
kend door „Wed. A. Rotte", waarin wij
nu Keetje Rotte-Siemense herkennen. In
deze brief brengt zij eerst de „bouwvalli
ge staat" van de bakkerij ter sprake en
„verzoekt... beleefd om Vergun
ning, tot het opbouwen eener nieu
we broodbakkerij. Aangezien er
gaarne spoedig een aanvang zou ge
maakt worden met bovengenoemde
opbouw verzoekt adressante be
leefd hieraan spoedig de noodige
stappen te doen".
De plaatselijke overheid geeft haar fiat.
Direkt wordt het breekijzer gezet in zo
wel de bakkerij alsook de oven. Naast
het aloude kleermakerspand, waarin ve
le jaren de bakkerswinkel was geves
tigd, verrijst nu een nieuwe bakkerij an
nex kruidenierswinkel. Daarachter de
woonruimte voor de feitelijke bakkers
familie. Jacob Joos blijft samenwonen
met zijn eveneens ongehuwde zuster
Johanna in het ouderlijk huis. De oude
winkel blijft gehandhaafd. Puurvoorzijn
plezier. Zijn specialiteiten zijn peper
munten, babbelaars en wierook (ge
bruikt als kauwgum!). Deze winkel
vormt geen wezenlijke konkurrentie
voor de nieuwe zaak, die is opgezet voor
de oudste telg: Ari Rotte. Toch wordt hij
niet de blijvende man op Oosterland.
Even later zal dat broer Piet worden,
daar Ari per 1 mei 1 904 een bakkerij op
het Walcherse dorp Grijpskerke over
neemt. Ook al gaan de zaken uitstekend,
toch blijkt de bakkerij te klein voor de
twee overblijvende broers. De jongste,
Arjaon, werkt jarenlang thuis mee en la
ter als bakkersknecht op het eiland Tho-
len, totdat ook hij tegen een bakkerij
oploopt. In 1918 vestigt hij zich op
Nieuwerkerk.
Bakker Piet Rotte huwt in 1906. Geko
zen was voor een „bakloze" donderdag,
maar omdat die dag samenvalt met de
Zierikzeese Paardenmarkt, wordt er vrij
dags getrouwd. De burgemeester geeft
liever prioriteit aan een uitje, dan aan
een hardwerkende bakkersfamilie! Tot
1921 bakt Piet zijn brood onder zijn
moeder's naam. Als eigen baas over
brugt hij de periode 1921-1 932. Onder
wijl mag hij zijn gezin zien groeien. Er
worden negen kinderen geboren, waar
onder vier levensvatbare zonen: Adriaan
Pieter, „Adri" (geb. 1913); Adam Jacob,
„Ari" (geb. 1918); Pieter Gijsbrecht,
„Piet" (geb. 1920) en Jacob Gerrit,
„Jaap" (geb. 1 924).
Naast zijn drukke bakkerijwerkzaamhe
den is Piet Rotte ook aktief op het kerke
lijk erf van de Gereformeerde Kerk. Al
snel heeft hij zitting in de kerkeraad als
diaken. In 1919 komt er helaas een
scheiding der geesten binnen de plaat
selijke gemeente. Twee stromingen te
kenen zich af. De meerderheid mist
steeds meer de „bevindelijke prediking",
die men altijd gewend was van ds. P.
Siemense en diens opvolger ds. C. Staal.
In plaats van Gereformeerd te blijven,
wil men aansluiting zoeken bij de Gere
formeerde Gemeenten, die zojuist door
ds. G. H. Kersten landelijk zijn geher
groepeerd. Dit plan ontmoet weerstand
bij een kleine groep, waar onder ook
bakker Piet Rotte. Na een tuchtprocedu-
re komt hij tenslotte buiten de gemeente
te staan. Samen met een aantal partij
gangers zet hij niettemin de plaatselijke
Gereformeerde Kerk voort. Na een korte
tijd van kerken in de „Bewaarschool",
wordt er in zijn tuin een bescheiden
kerkgebouw neergezet. Waar normali
ter de houtklampen stonden voor de
houtoven, zitten nu voortaan de kerk
gangers. Medio 1920 wordt het kerkje
in gebruik genomen. Precies vijftig jaar
komt de kleingebleven gemeente zon
dags hier bijeen, totdat men fuseert met
de Gereformeerde Kerk van Nieuwer
kerk in 1 970. Voor bakker Piet Rotte be
tekent dit de jaren door veel extra werk.
Hij wordt ouderling en leest ontelbare
malen een preek. Ook werkt hij harts
tochtelijk mee aan de totstandkoming
van de Chr. Nat. School. Eind januari
1 932 sterft hij plotseling. Nog maar 51
jaar oud. Ook nu herhaalt zich de ge
schiedenis. Zijn echtgenote Neel Rotte-
Boot blijft met haar kinderrijke gezin
achter. Haar oudste zoon is dan nog
maar net achttien!
Voortreffelijk team-work.
Ondanks het krisis-moment door het on
verwachte overlijden van de kostwinner,
is er toch reden om niet te vrezen dat het
ovenvuur gedoofd zal worden. Zoon
Adri neemt direkt de bakkerijverant
woordelijkheden op zich. Gedurende ze
ventien jaar. Hij wordt weldra bijgestaan
door broer Ari, die echter vijf jaar jonger
is. In 1 934 komt Piet de gelederen ver
sterken en in 1939 Jaap. Ook al start
men met jonge, op het eerste gezicht
nog onervaren krachten, toch krijgt men
de wind in de zakelijke zeilen. Het is zelfs
zo dat „weduwe Rotte" extra klandizie
De nieuwe „heetwater-oven" op Grijpskerke wordt getest door ovenbouwer en bakker Jo Rotte. (1946).