over boeken 152 gewricht in het middeleeuwse Zeeland. Eigenlijk mag ik in 11 89 nog niet spre ken over ambachtsheren: het zijn dan nog de ambachtsschouten die zich in de 1 3de eeuw heren gaan noemen. Zij heb ben een rol gespeeld bij de vele kerk stichtingen in Zeeland. Waarschijnlijk hebben de ambachtsheren van Hoge- lande, want zo voelen zij zich, van meet af aan invloed uitgeoefend op de vervul ling van de functies van parochiepriester en klokkenluider/koster. De bioloog Beeftink heeft zich bezig ge houden met de gevolgen die de zeespie gelrijzing heeft gehad en nog zal hebben voor Walcheren. Een bijdrage die men geconcentreerd moet lezen en verdeeld is in paragrafen: het getij een kosmisch verschijnsel, variaties in het getij, ijstij den, broeikaseffect, het getij als vorm gever van het Walcherse landschap en de toekomst in: een nuchter naschrift. Hij besluit zijn artikel met de opmerking dat wij de kustlanden voor occupatie, voedselproduktie enz. hebben ingericht en de natuur tot geïsoleerde restanten teruggebracht. „Die moeite, energie en dat kapitaal willen wij ons niet laten ont nemen. Daarom is nu ook iedere vier kante meter natuur in de kustzone van bijzondere waarde, zowel binnen als buiten de bescherming van dijk en duin. Maar als wij de bronnen van het kwaad niet aanpakken, beperken we ons tot symptoombestrijding." Last but not least de bijdrage van J. A. Trimpe Burger over de burgen in Zee land en West-Vlaanderen. Hij begint met de opmerking, dat de burgtoponie men in deze contreien meestal wijzen op ringwalforten uit de tijd van de Vikingin- vallen (9-1 Ode eeuw) en bij uitzondering op versterkingen die teruggaan tot de Romeinse periode. Trimpe Burger is bij uitstek bevoegd over dit thema te schrij ven vanwege zijn opgravingen in de bur gen van Middelburg en Souburg. Duide lijk blijkt uit zijn verhaal dat het bouwen en inrichten van een burg als die van Souburg een omvangrijk werk was. Maar dat niet alleen: een deskundige lei ding en ervaren werklieden zijn hier be zig geweest. Hij constateert verder dat er in Middelburg vanaf het begin zowel binnen als buiten de burg veel bewoning aanwezig was. Tenslotte nog een aardi ge constatering: de ringwalforten in on ze streken zijn in de tweede helft van de 9de eeuw niet door de Noormannen maar tegen hen aangelegd. De doeltref fendheid van dit soort vestingwerk was waarschijnlijk zo evident dat de Denen het in eigen land hebben ingevoerd. Al met al is deze kroniek door haar varia tie boeiend en een felicitatie waard. M.P.d.B. Dwaallichten in de Delta, volksver halen, schedels en schatten en ande re wetens-en merkwaardigheden uit het Zeeuwse. Geschreven door Jan Kuipers; uitgegeven door De Koperen Tuin. Prijs f 27,50. „Dwaallichten in de Delta" behandelt het randgebied tussen waarheid en ver zinsel in Zeeland. Dwaallichten is dan ook een fraaie en passende titel. In korte onderhoudende stukjes gaat de schrij ver in op allerlei merkwaardige zaken en verhalen. Bij alle verhalen zijn illustraties aangebracht in de vorm van foto's en te keningen. De korte stukjes, die verschillende on derwerpen behandelen zijn naar thema gerangschikt, zoals bomen, water-land, schedels-schatten, heidense zaken en naamsverklaringen. Naast deze volks verhalen komt er ook een aantal wel heel merkwaardige wetenswaardigheden over Zeeuwen en Zeeland uit vroeger tij den naar voren. Een daarvan is op dit moment met de herdenking van 25 jaar geleden de Beatles in Nederland heel ac tueel. We lachen nu om de drukte die in de jaren zestig werd gemaakt over het dragen van lang haar door mannen. Maar die drukte is nog niets vergeleken met „de eerste harige oorlog" die al werd gestreden in de periode van 1 625- 1645. Deze oorlog over het al dan niet dragen van lang haar werd vooral op kerkelijk niveau gestreden in de calvinis tische kringen. Net als John Lennon liet onze eigen zeeuwse held Michiel de Ruyter gewoon zijn haar lang groeien. De laatste liep daarmee echter wel het risico uitgesloten te worden van de Laat ste Avondmaalvieringen. De harige oor log kwam pas in de pruikentijd ten einde omdat toen niet meer controleerbaar was of men nu kort dan lang haar had. Rondom vroegere gebeurtenissen en bodemvondsten werd nogal eens een fantasierijk verhaal geweven waardoor de werkelijke feiten uit het oog werden verloren. Deze onderwerpen beginnen steeds met het verhaal dat de ronde doet (het „dwaallicht"), vervolgens zet de schrijver de feiten op een rijtje en komt de werkelijkheid naar voren. Zelf heb ik altijd enorm genoten van de verhalen die men in Zeeland aan elkaar vertelt, ledereen kent wel de vermeende betekenissen van grenslinden en vlied bergen, de vele moerbeibomen van Ja cobs, het Willibrordusputje in Zoutelan- de en de Vliegende Hollander die op zee ronddwaalt. Ook zijn er vast wel naams verklaringen bekend van verschillende plaatsen (Goes en de ganzen, de Catten van Kats, Kattendijke en Cadzand). Le zers zullen nu eindelijk weten hoe het werkelijk in elkaar zit. Maar voor iedere lezer zullen ook onbekende volksverha len aan de orde komen. Helaas is een aantal „bronnen" van de volksverhalen verdwenen, o.a. door de ruilverkavelingen en bij dijkverzwarin gen. Wanneer deze zaken niet zichtbaar meer zijn is de kans groot dat het verhaal erbij ook niet meer verteld wordt. Voor beelden van deze verdwenen zaken zijn de fundering in de Wanteskuip, het Ma- riaputje bij Baarsdorp en de moerbei-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 34