PRIJZENSWAARDIG Dankwoord van de nieuwe laureaat M. P. de Bruin Wie verdient een prijs? Wie niet? Wij - mijn vrouw en ik - waren zeer verheugd toen wij de mededeling kregen dat mij de Zeeuwse Prijs was toegekend. Onze dank gaat uit naar het College van Gede puteerde Staten voor deze toekenning. Officieel is het de Zeeuwse Prijs voor kunsten en wetenschappen. Aan kunsten heb ik niet veel gedaan en er zijn wetenschappelijke lieden die meer en diepgravender werken over bij voorbeeld de Zeeuwse historie geschre ven hebben dan ik. De prijs heet ook wel de Zeeuwse culturele prijs en ik zoek het in deze sfeer dat mij de Zeeuwse Prijs werd waardig gekeurd. Mijn gedachten gingen terug naar acht van de tien prijswinnaars die ik goed ge kend heb of nog ken en met wie ik in zo nauwe betrekkingen heb geleefd, dat zij goede vrienden zijn geworden. U weet dat vrienden pas vrienden zijn wanneer zij ook je feilen tonen. In het rijtje van vroegere prijsdragers: Ghijsen, Van Schagen, Meertens, De Lussanet, War ren, Van den Broecke-de Man, De Kok, Van der Weel vallen Mes en Flipse af om de eenvoudige reden dat laatstgenoem „Wie verdient een prijs?" den, hoewel zeer prijzenswaardig, te ver van mij stonden om een goede karak teristiek te geven. Allereerst is het een Zeeuwse Prijs. Je wortels hoeven niet in Zeeland te liggen, maar het werk moet wel met deze pro vincie verband houden en in je bezighe den moet wel tot uiting komen dat je de Zeeuwen aanvoelt, dat je begrip voor hun mentaliteit kunt opbrengen en datje het achterste van je tong wel eens moet laten zien. Om te beginnen met Rika Ghijsen en we verplaatsen ons naar het huis Weststraat 11 te Domburg. Vele malen heb ik dit bezocht waar dr. Ghij sen, gesecondeerd door de tweede se cretaresse van de Zeeuwse Dialectver eniging Cato (K.J.) van de Putte, de dia lectlijsten bewerkte. Het Woordenboek der Zeeuwse dialecten, dat in 1 964 ver scheen, werd namelijk voortgezet. In dat gezellig ingerichte huis stond een groot kabinet waarin de schoenendozen vol fi ches waren opgeborgen. Beide dames hadden een onvoorstelbaar goed hu meur. Als Rika iets te voortvarend met het materiaal omging corrigeerde de nauwgezette Cato het werk. Toen door het Zeeuws Documentatiecentrum een interview werd opgezet over de dialec ten voor de rubriek „Van gewest tot ge west" en haar studeerkamer volledig werd omgebouwd voor de camera en al le andere toestanden die televisie met zich meebrengt, herinner ik mij nog haar aanstekelijke lach. Zij haalde wel verlicht adem toen de he ren verdwenen. Op 23 november 1 964 - de dag na haar 80ste verjaardag - werd Rika Ghijsen in de studiezaal van de Provinciale Biblio theek van Zeeland - de oude kapittelzaal van de Abdij - gehuldigd ter gelegen heid van het verschijnen van het com plete woordenboek. Een huldiging haar waardig. Onder de gasten waren de dra gers van de Zeeuwse Prijs, die zijzelf als eerste in 1 957 in ontvangst had mogen nemen. Dr. P. J. Meertens, die in hetzelf de jaar 1 964 de Zeeuwse Prijs gekregen had merkte bij die gelegenheid op dat zij de enige vrouw was die een dialect woordenboek had samengesteld maar dat zij, ondanks haar moeilijke en vele werk, volledig deelnam aan het Zeeuwse

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 10