prijzenswaardig
171
Ir. H. de Lussanet de la Sablonière (op de achtergrond de schouw!) 1965.
een ontworteling kunnen betekenen, al
thans een zodanige aantasting dat ern
stige repercussies zijn te vrezen. Dat de
zulken, die deze opvatting huldigen, mo
gen barsten". Zijn hoofdredactionele co
lumns in de PZC waren voor veel Zeeu
wen maatgevend. Hij kreeg de Zeeuwse
Prijs in 1 978. Gommert de Kok overleed
op 28 december 1985 in het Gasthuiste
Middelburg, van menselijk standpunt uit
bezien veel te vroeg, 61 jaar oud.
Hans Warren, die de prijs kreeg in 1 971
hebben we al meermalen genoemd. We
leren hem kennen uit zijn „Geheim Dag
boek" waarvan tot nu toe zeven delen
zijn verschenen.
Zijn poëzie heeft een veel wijdere the
matiek dan de provincie alleen, hoewel
hij nog al eens als Zeeuwse dichter
wordt gedoodverfd. Zijn standpunt over
het goede Zeeland uit 1951 isindeloop
der jaren sterk gewijzigd. In het Maat
stafnummer over Zeeland van 1970
schrijft hij in het gedicht „Herdenken"
over het vernietigen van een kersen
boomgaard:
„De oude kersentuin is omgehakt.
Niet eens gehakt,
bulldozers duwden boom na boom,
de eerbiedwaardigen,
de eeuwenouden, net in bloei, kra
kend tegen de vlakte,
de meidoornheggen rondom laaiden
mee in 't vuur.
Een jaar verstreek. Wie ziet de wond
nog in dit landschap? Velden uien
waarover een vliegtuig verdelgings
middel sproeit,
de merels sterven in vergeelde dode
sloten.
Hoe vindt een dichter hier een stem,
en als hij spreekt,
zal het een taal zijn die ik graag be
luister?"
Naar aanleiding van de regels van Bou-
tens:
En alleen is leven leven
als het tot den dood ontroert,
schrijft Warren een jaar later deze schit
terende zinnen: „Die kunst ontroert het
sterktst, bewerkt in ons de grootste ver
stilling en inzicht, die ons bijna gelijktij
dig doet beseffen dat het bestaan heer
lijk en kortstondig, heel vergankelijk is.
Kunst die met het heden, het verleden
oproept, die dingen in ons doet meetril
len, wakker maakt, die onbewust in ons
sluimerden, dingen waarvan het wel lijkt
of we ze ons uit een ander, vroeger leven
of uit een gedroomd bestaan herinne
ren. In dit leven in het verleden schuilt
iets enorm aantrekkelijks, en nogmaals:
het kan ons huidig bestaan ten zeerste
verrijken en verdiepen".
Het lezen van de zeven delen „Geheim
Dagboek" heeft me helaas in verschil
lende opzichten niet verrijkt. Ik heb me
afgevraagd hoever je kan gaan met een
geheim dagboek, dat op het ogenblik
van verschijnen niet geheim meer is.
Grenzen zijn mijns inziens overschreden
als mensen door bepaalde passages
zeer gekwetst kunnen worden.
Hans de Lussanet de la Sablonière ont
ving de prijs in 1965 waarbij zijn ver
diensten op het gebied van restauratie
en herbouw van het Abdijcomplex wer
den geprezen. Medio 1 953 noteert War
ren „Gisteren naar de opening van de
Provinciale Bibliotheek in Middelburg,
die nu overgebracht is in het Abdijcom
plex. Alles is nog te keurig gerestau
reerd, de tijd moet er werken. De Lussa
net werd erg geprezen". Tot zover War
ren.
Mijn bewondering voor De Lussanet
nam met de jaren toe. Hoeveel beslissin
gen moesten niet worden genomen die
in het restauratievak moeten uitlopen op
compromissen? Het gedachtengoed van
vroegere bouwers moet worden geres
pecteerd. Wat er in de Abdij plaats vond
heb ik op de voet gevolgd en je zag de
ring van gebouwen rond het Abdijplein
gesloten worden. Het werd een feest 's
morgens vroeg en in de avond op het
plein te lopen; er begon een sfeer te
heersen die men in abdijen in het zuiden
terugvindt. Iets van die sfeer heeft De
Dr. A. J. J. M. Mes, 1 966.
- -