de noord-zuidgedachte
184
Reimond Kimpe: Matroos met Arnemuids meisje.
gen, Metsers deed toekomen. Dat er in
het Zeeuwse evenals in het Oost-Vlaam-
se kunstenaarswereldje onderhuids ook
vele gevoeligheden broeiden, bleek uit
de slotzin van Van Schagen's brief:
graag ook opgave van wie er verder
zijn geïnviteerd (dit is van belang!)" 11
Een maand voor de geplande aanvang
van de tentoonstelling werden de uitno
digingen aan de Zeeuwse beeldende
kunstenaars verstuurd. Dat er ondanks
de tentoonstellingen in Middelburg en
Goes toch veel animo bij de Zeeuwse
kunstenaars te bespeuren viel, was af te
leiden uit hun prompte toezeggingen.
Een afzegging kwam er alleen van de
beeldhouwer Ph. ten Klooster die aan
Metsers schreef dat hij tot zijn spijt geen
enkel werk in voorraad had.
Toen Kimpe begin mei nog niets defini
tiefs van het Comité had vernomen, be
gon hij zich ongerust te maken. Hij
drong er bij Metsers op aan snel mee te
delen wanneer en hoeveel schilderijen
c.q. beeldhouwwerken opgehaald zou
den worden met het oog op de tentoon
stellingen in Middelburg en Goes. Het
Comité reageerde snel. Op 7 mei stuur
de het de definitieve exposantenlijst aan
de deelnemers toe met bericht dat iede
re schilder vier meter wandruimte was
toebedeeld. De tentoonstelling zou ge
houden worden van 21 mei tot 6 juni en
de werken zouden op 1 3 mei op een
centraal punt in Middelburg worden op
gehaald.
4. De tentoonstelling Zeeland-Oost-
Vlaanderen I in 1951.
Voordat de tentoonstelling werd geo
pend, werd zij in de lokale pers aange
kondigd als: een expositie van een
niveau dat Zeeland tot nog toe niet ge
kend had en dat de expositie een peil zou
bereiken dat zeer waarschijnlijk voorlo
pig in geen enkele tentoonstelling in
Zeeland meer bereikt zou worden"12).
Ookindelandel ij ke pers werd i n positie
ve zin op de tentoonstelling vooruit ge
lopen: „Zij overtreft wat tot dusver in de
provincie Zeeland te zien is geweest" <3).
Deze positieve berichtgeving was met
name gebaseerd opdedeelnamevande
neo-expressionisten en de toentertijd
vermaarde beeldhouwer K. Aubroeck,
onder andere de maker van het IJzermo
nument.
Hoe door sommigen over de tentoon
stellingen in Zeeland werd gedacht, valt
af te leiden uit de reactie van de schilder
H. M. van der Spoel op de uitnodiging
van het Reinaert-Comité. Daarbij dient
in het achterhoofd gehouden te worden
dat Van der Spoel, een vriend van Hans
Warren, zich zeer kritisch opstelde ten
aanzien van zijn kunstbroeders in Zee
land. Hij schreef aan Metsers: „Het zal U
wel bekend zijn dat de gemeenschappe
lijke tentoonstellingen meestal van zeer
laag peil zijn en vooral in onze provincie
(zie zomertentoonstelling van Zeeuwse
kunstenaars in Middelburg). Meestal
weiger ik aan zoiets mee te doen omdat
het mij zinloos lijkt" u).
Metsers reactie was navenant; „Ik kan U
verzekeren dat de tentoonstelling van
een beter gehalte zal zijn dan die waar
van U mij schreef. De opmerking deed
mij veel genoegen daar ik dezelfde me
ning ben toegedaan - Ik hoop zo spoe
dig mogelijk uw toezegging te ontvan
gen en verzeker U dat hier een andere
geest zal heersen dan U tot nog toe ge
woon was" 15). Op de exposantenlijst van
de tentoonstelling is de naam van Van
der Spoel niet terug te vinden, de goede
verzekeringen van Metsers ten spijt, (zie: