het kasteel van zaamslag. „de torenberg" als middelpunt van de ambachtsheerlijkheid zaamslag 193
uit steen met een binnengracht, een
brug en poort. Vervolgens een vrij ruim
voorburchtterrein met weidegrond en
boomgaard, een brouwerij en een ros
molen in de schuur of in een der voor-
raadgebouwen en daar omheen een bui
tengracht31)-
Op de kaart zien we ook de kerk van
Zaamslag getekend, waarvan de pastoor
door de heer werd aangesteld. In 1 535
was dit Jan Plocquoys, die samen met
twee kerkmeesters voor de kerk en het
beheervande kerkgoederen zorg droeg.
In de goederenrekening van de Heilige
Geest van de Zaamslagse kerk uit 1 564
blijken er nogal wat afwijkingen te zitten
ten opzichte van de eerste twee rekenin
gen. In de rekening van 1558/59 en
1564 zijn tamelijk wat renten opgeno
men, die diverse pachters over de grond
aan de H.G. moesten betalen, terwijl die
in de eerste rekening niet voorkomen. In
1564 bijvoorbeeld, verpachtte de kerk
in West-Zaamslag maar zo'n 33 geme
ten meer, terwijl eral van ruim 1 2 geme
ten rente werd ontvangen. Ook in de an
dere poldergebieden zien we hetzelfde
beeld. Dit duidt er sterk op, dat de H.G.
van de kerk in financiële problemen was
gekomen en door de verkoop van grond
deze trachtte op te lossen.
Naast de kerk als grondbezitter zien we
op de plattegrond van Zaamslag ook nog
het hospitaal. Het hospitaal der H.
Maagd en der H. Drievuldigheid lag aan
de westzijde van het dorp in de polder
van West-Zaamslag en hield zich bezig
met de verpleging van de zieken. De in
stelling kon dit doen uit de inkomsten
van haar grondbezit, dat een omvang
had van ca. 25 gemeten. Van dit hospi
taal zijn geen rekeningen bewaard ge
bleven, wel een aantal oorkonden33).
5. De laatste decennia van Zaam
slag als militair bolwerk en refu-
gium
Nadat plannen tot versterking van
Zaamslag met een bescheiden wal en
gracht in de pen waren blijven steken,
was eind 1583 de toestand in de Vier
Ambachten drastisch gewijzigd. Het ge
bied had inmiddels de Spaanse zijde
moeten kiezen (terwijl Terneuzen op
6 november 1 583 opnieuw Staats werd)
en bleef dat met de rest van Axelam
bacht tot medio 1 586. Daarom werd het
van Spaanse zijde al in januari 1584
wenselijk geacht het dorp met het kas
teel van garnizoen te voorzien34).
Gezien de situatie bleek deze wens
moeilijk te realiseren. Zeker na het door
steken van de zeedijken van Campen en
het vernielen van de sluis van de Nieuw-
Othenepolder35). Er ontstond nu een ge
heel nieuwe situatie. Een situatie waarin
het dorp met het kasteel en met name
het kasteel een „belangrijke rol gaan
spelen. Doordat beide tamelijk hoog lig
gen bereikte het zeewater de dorpskern
en het opperhof niet of nauwelijks. Toch
was het doorsteken geen aanleiding om
het dorp te fortificeren. Integendeel,
want wat verder naar het noorden werd
een nieuw fort aangelegd nabij het Gat
van Campen36). Blijkbaar waren de
Spanjaarden van mening dat deze plaats
strategischer gelegen was dan het dorp
met het kasteel.
Nadat Axel voorgoed aan Staatse zijde
werd gebracht en Terneuzen en Axel als
twee vooruitgeschoven Staatse bolwer
ken in vijandelijk gebied lagen, werd
Zaamslag aanvankelijk niet als een be
langrijk strategisch punt in de verdedi
ging beschouwd. Op 13 december
1 587 gaven de Gecommitteerde Raden
van Zeeland zelfs toestemming de ruï
nes van Zaamslag voor andere verdedi
gingswerken te gebruiken:
Item vande kercke van Saeftinghe, Sams-
lach, thuijs van Bouweloo ende het Tem
pel hui/s,37).
Een dergelijke handelwijze met de ver
dronken landen is typisch voor deze en
volgende jaren. De geïnundeerde landen
boden een zeer rijke bron aan bouwma
terialen voor al diegenen, die in staat
waren en de gevaren durfden te trotse
ren die daar bij eb weg te halen. De nieu
we bewindvoerders (Gecommitteerde
Raden van Zeeland) werkten dit zelf in
de hand en trokken er zelf dan ook zo
veel mogelijk profijt uit. Een voorbeeld
dat dit goed illustreert is de verkoop van
de bouwmaterialen van het stadhuis van
Axel, die in augustus 1588 plaats
vond38).
Zaamslag verdwijnt dan gedurende en
kele jaren uit beeld, maar begin 1590
bereikte Gecommitteerde Raden van de
inwoners van Terneuzen het verzoek op
nieuw in het thuys van Zaems/acht sol
daten te leggen ter bescherming van de
oostelijke flank. Naar aanleiding hiervan
gaven eerstgenoemden opdracht de
plaats te inspecteren teneinde te kunnen
beoordelen of er tegen geringe kosten
zo'n 1 4 tot 15 soldaten konden worden
gelegd 39).
Het oordeel viel kennelijk gunstig uit
voor de inwoners, want in mei 1591
Fragmenten Raerens' aardewerk. Linker fragment gedateerd ca. 1 576 als gedeelte van een versiering voor
stellend het wapen van de Spaanse koning. (Zie hiervoor: M. Kohnemann, Auf/agen auf Raerener Steinzeug,
(Raeren 1982), pp. 100-101). (foto auteur).
Bijgaande reconstructie van het wapen.