het kasteel van zaamslag. „de torenberg" als middelpunt van de ambachtsheerlijkheid zaamslag 195
De periode van oorlogshandelingen, die
in Zaamslag al in 1 572 direct merkbaar
begon, kwam de ambachtsheerlijkheid
tamelijk ongeschonden door de eerste
jaren heen. Pas in 1 584 gaat het domein
ten onder. De nederzetting in de vorm
van het dorp met het kasteel weten hun
bestaan nauwelijks langerte rekken. Het
dorp wordt ten prooi gegeven aan al die
genen, die bouwmaterialen nodig heb
ben, zodat er binnen tien jaar nauwelijks
meer een muur van zal hebben rechtge
staan. Het kasteel wordt tot minstens
1596 nog als een soort verdedigings
punt gebruikt, waarbij er ongetwijfeld
aanpassingen zijn aangebracht. Het
strategisch gebruik van het kasteel was
gedurende die korte periode niet perma
nent. Met opzet is de toren intact geble
ven als baken in het verdronken land.
Wat we nu voor Zaamslag als nederzet
ting na 1584 hebben vasgtgesteld, zou
mijns inziens in grote trekken ook voor
andere nederzettingen in het verdron
ken land kunnen gelden. We denken
daarbij aan de parochies, die in 1 488 in
de Braakman verdronken zijn of een nog
groter aantal dat in 1 530 in Zuid-Beve
land ten oosten van Yerseke is verdwe
nen. Van het overgrote deel van deze pa-
rochiesen nederzettingen isvrijwel niets
meer over, in de meeste gevallen leeft
zelfs hun naam niet meer voort.
Zaamslag is dan in zoverre uniek, dat
men hier opzettelijk een torenrestant
heeft laten staan, dat het toch nog wat
jaren na de overstroming als strategisch
punt heeft dienst gedaan en... dat het
nieuwe dorp Zaamslag uitgerekend
weer op zijn oude plaats bij het inmid
dels tot „Torenberg" verworden kasteel
is gebouwd. Daarmee vormt de „Toren
berg" de schakel tussen de middeleeuw
se en de post-middeleeuwse periode in
de geschiedenis van Zaamslag. Een „To
renberg" die als enig tastbaar overblijf
sel van de oude ambachtsheerlijkheid
terecht sedert enkele decennia een be
schermd historisch monument isgewor-
den.
Noten
Kraker, A. M. J. de, Opgraving „De Torenberg" te
Zaamslag. In: Bulletin van de Oudheidk. „De
Vier Ambachten" (1983), pp. 27-29. Idem.,
Kasteelterrein „De Torenberg" in gevaar door be
stemmingsplan, In: Bulletin van de Oudheid
kundige Kring „De Vier Ambachten" (afgekort:
OKKVA,), (1985), p. 16. Idem., Middeleeuwse
muurresten blootgelegd van kasteel te Zaamslag,
In: Bulletin OKKVA (1987) p. 21-29.
PZC van 25 januari 1 985 en 1 0 januari 1 986.
De Stem van 17 september 1983.
Van Rummelen, F. F. F. E. Toelichtingen bij de
geologische kaart van Nederland 150.000.
Bladen Zeeuwsch-Vlaanderen West en Oost,
p. 45 en Oost-Blad.
Zie hiervoor het inmiddels sterk verouderde
werk van J. van der Baan, Geschiedkundige Be
schrijving van Zaamslag van de vroegste tijden
tot heden, zoo in het burgerlijke als voornamelijk
in het kerkelijke, (Neusen 1859). E. Wiersum,
Het archief van de ambachtsheerlijkheden
Zaamslag, Aandijk en Othene. In: Verslagen en
Med. van de Vereniging tot Uitgave van de
Bronnen voor Oudvaderlandsch Recht, (1 903),
pp. 1-20.
Gottschalk, M. K. E., De Vier Ambachten en het
Land van Saeftinghe in de Middeleeuwen, (As
sen 1984), pp. 98-99, 103-104 en 430.
M. P. de Bruin, Een en ander over de polders rond
Terneuzen en Axel. Aantekeningen bij de kaart
van de ambachten Axel en Terneuzen van 1624.
In: Jb OKKVA., (1957), pp. 31-57. Zie ook de
door J. Wische nagetekende kaart van het wes
telijk gedeelte van de Vier Ambachten naar een
in Middelburg verloren gegane kaart, overge
nomen in: J. Wesseling, De geschiedenis van
Axel, (Groningen 1966), pp. 40-41.
Kraker, A. M. J. de. Stedelijk bestuur in over
gang. Een onderzoek naar het funktioneren van
de magistraat van Axel en Terneuzen tussen
1565 en 1590. (Doctoraalscriptie Utrecht
1 978), pp. 9-21Wiersum, op cit.
Gysseling, M., Overzicht over de toponymie van
Zeeuws-V/aanderen, in: Jb. OKKVA., (1953/
54) pp. 23-35, hiervan de toponym Samelaht,
Zaemslacht, Zaemsclach. Künzel, R. E., D. P.
Blok en J. M. Verhoeff, Lexicon van Nederland
se toponiemen tot 1200 (Amsterdam 1988),
Publicaties van het P. J. Meertens-lnstituutDeel
8).
Jaarverslag 198 7 van de ROB., (Rijswijk 1 988),
p. 67.
Aa, A. J. van der, Aardrijkskundig woordenboek
der Nederlanden, (Zaltbommel 1980 herdruk)
dl. 1 3, pp. 4 e.v.
Rijksarchief Zeeland, fonds Zaamslag, (afge
kort: RAZ., Za.), nr. 2 Denombrementen van: 1 8
januari 1473, ca. 1498, februari en 2 april
1526, 12 mei 1553 en 27 april 1562.
RAZ., Za., nr. 2, denombrement van 18 januari
1473.
Tekst denombrement 1478 (RAZ., Za., nr. 2.)
dat 1 578 wordt gedateerd, een datum die on
getwijfeld foutief is en rond 1 500 moet worden
gedateerd, aangezien Philips van Heetvelde er
in wordt genoemd. Vgl. Van der Aa, op. cit., p. 5.
Zie over de ligging van Sacxhaven ondermeer
Gottschalk, (1984), pp. 330-331.
RAZ., Za., nr. 68, goederenrekening 1 532, fos
1 0ro-vo. Vgl. Jammer dat G. F. Sandberg, Over
zetveren in Zeeland. Zevenhonderd jaar vervoer
te water, (Arnhem 1 978) 2e druk de twee veren
te Zaamslag over het hoofd heeft gezien. Of
heeft de auteur deze als Vlaamse veren opge
vat? In het laatste geval is deze omissie histo
risch geheel verantwoord, daar zij deel vormden
van lenen, die van het leenhof de Oudburg te
Gent afhingen.
Het recht van collatie kwam aanvankelijk de
paus en de bisschoppen toe. Deze schonken ie
mand een geestelijk ambt, waaraan bepaalde
inkomsten verbonden waren. Tijdens de Mid
deleeuwen was het patronaatsrecht nauw ver
bonden met het collatierecht. Zo kreeg de
schenker van de grond voor een kerk of/en van
de benodigde fondsen voor de stichting ervan
het recht personen voor een aan de instelling
verbonden ambt voorte dragen. Zie hiervoor: J.
C. de G root, (red.). Encyclopedie van het Katholi
cisme, (Amsterdam/Brussel 1959), p. 288. Vgl.
C. Dierick-van Pottelberghe, De parochiekerk
van Hulst in het derde kwart van de vijftiende
eeuw. Een studie op basis van kerkrekeningen.
In: Jb. OKKVA., (1984/85), pp. 46-132, i.h.b.
pp. 58-60.
,6) Vervloet, J. A. J., Kastee/bergen in Zeeland. Een
algemeen overzicht. In: KNAG., 3, (1980), pp.
194-207. Vgl. K. Bos en B. Oele, Vliedbergen,
tekens van tijd in het Zeeuwse landschap, (Mid
delburg 1 986).
,7) Van der Aa, op. cit., p. 8.
,8) RAZ., Za., nr. 68, rekening over de jaren 1 532-
1538.
,9) RAZ., Za., nr. 68, rekening van het domaniale
bezit van Johanna van Heedtvelde, welke op
5 oktober 1 534 werd afgehoord.
20) RAZ.,Za., nhr. 71Everingheboek van Ghender-
dijcke 1 543, fos 4ro-vo.
21) De Kraker, (1 978), pp. 1 7-1 9. Vgl. Gottschalk,
(1 984), pp. 497 e.v. Zie ook het denombrement
van ca. 1498 (RAZ., Za., nr. 2).
22) Van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek, dl.
1 3, pp. 4 e.v.
23) Kliniek Maria Middelares (St. Denijs-Westrem),
fonds Terhagen, VI-9, sententie van 25 juli
1506, nr. 10, oorkonde van het leenhof van
8 augustus 1 506.
24) Kliniek Maria Middelares, fonds Terhagen, VI-
1 3, oorkonde van 1 3 juli 1 508, op 1 0 oktober
erna bekrachtigd met een sententie van het
leenhof (VI-1 5). Zie over Terhagen enabdisJo-
sine: M. Nuyttens, Abbaye de Ter Hagen a Axel,
Mere/beke et Gand, in: Monasticon Beige, t. VII,
dl. Ill (Luik 1980), pp. 461-473.
25) RAG., Boudelo, 2699, attest van 7 juni 1518
getekend door Jan, abt van Boudelo.
26) RAZ., Za., nr. 2, denombrementen van 1473,
1526 en 1553.
Johanna was de dochter van Adolf van Heetvel
de. Als er sprake van een regeling met het kloos
ter Terhagen in 1 508 of wat later is gekomen,
dan moet Adolf hierbij een belangrijke rol heb
ben gespeeld. Vgl. De Kraker, (1978), pp. 18-
1 9. Vgl. Van der Aa, op. cit., pp. 4 e.v.
27) RAZ., Za., nr. 5.
2s) RAZ., Za., nr. 68, goederenrekening van 1 532,
fo 33vo.
29) Stadsarchief Gent (afgekort: SAG.), reeks. 28-
28bis, nr. 81/344, kohier van de XXe penning
van Zaamslag uit 1571.
30) Rijksarchief Gent (afgekort: RAG.), Kaarten Et
Plans, nr. 2647.
3') RAZ., Za., nr. 68, goederenrekening 1536/38,
fo 6ro. Vgl. F. Verhaeghe, Bijdrage tot het ar
cheologisch onderzoek van de middeleeuwse ru
rale bewoning in de Belgische kustvlakte, in: A.
Verhulst en M. K. E. Gottschalk, Transgressies en
occupatiegeschiedenis in de kustgebieden van
Nederland en België (Gent 1 980), pp. 37-65. F.
Verhaeghe, Medieval Moated sites in coastal
Flanders, in: F. A. Aberg en A. E. Brown, Medie
val Moated Sites in North-West Europe, (BAR
International Series 121 1981), pp. 127-173.
Hierin worden de soorten omwalde en om-
grachte sites bestudeerd en een verklaring voor
de functie van wal en gracht gezocht, die niet al
tijd defensief was.
32) RAZ., Za., nr. 1 0 Goederenrekening van de kerk
van Zaamslag uit 1 535/36, afgehoord op 25 ju
ni 1538.
33) Mul, A. de, Oorkondenboek van het hospitaal der
H. Maagd en der Drievuldigheid te Zaamslag.
1338-1596, in: Jb. OKKVA., (1932), pp. 95-
1 54. Vgl. C. Dierick-van Pottelberghe, Een Mid
deleeuwse hospitaalrekening uit Hulst, in: Jb.
OKKVA., (1986/87), pp. 17-29.
34) Gemeentearchief Axel (afgekort: GAA.,), nr.
315, brief van 23 januari 1 584 uit Rupelmonde
aan de magistraat van Axel. Vgl. nr. 31 6, brief