m. p. de bruin en het zeeuws tijdschrift 162
In de beginperiode van het Documentatiecentrum. Bezoek aan het kerkhof te Kapelle (begraafplaats Franse
militairen).
naast de historische geografie, de ar
cheologie en de waterstaatkundige ge
schiedenis ook bijvoorbeeld kerkge
schiedenis, flora en fauna, personalia,
het Deltaplan, folklore, monumenten
zorg en heemschut.
Een andere vaste rubriek, die ook in
1 960 een aanvang neemt, is het bij veel
oudere lezers nog steeds goede herinne
ringen oproepende „Zeeuws prenten
boek" van L. W. de Bree. In 1 966, als De
Bruin tot de redactie toetreedt, breidt hij
zijn werkzaamheden nog verder uit:
vanaf dat moment verzorgt hij samen
met De Bree het prentenboek in het
Zeeuws Tijdschrift. Zeven jaar lang reist
het tweetal door de provincie en doet
het door middel van „een praatje bij een
plaatje" verslag van de ontmoetingen en
de vondsten op deze tochten. Zo leert de
lezer zijn provincie kennen: van Stroop
uit tot Oranjezon, van de Pluimpot tot
het Zwin en van Schuddebeurs tot Re-
tranchement.
open, zodat de stroom een aanvang
neemt die tot de dag van vandaag aan
houdt. In dat jaar is er ook duidelijk spra
ke van een verbreding van het werkter
rein: met een artikel over de 19de-
eeuwse Middelburgse arts Coronel
(„pionier van de Sociale Geneeskunde")
treedt de geschiedkundige belangstel
ling buiten het in de eerste plaats geo
grafische kader en met een terugblik op
wat er met betrekking tot Zeeland „de
laatste jaren op historisch gebied ver
schenen is" ontpopt De Bruin zich tot de
samenvattende, verbindingslijnen trek
kende en de lezer informerende en de
weg wijzende redacteur die hij officieel
eerst in 1 966 zal worden. In dit verband
moet ook gewezen worden op de „litera
tuur-rubriek" die hij onder de titel „Ze-
landica" in oktober 1958 in de Provin
ciale Zeeuwsche Courant is begonnen
en waarin op soortgelijke wijze aan
dacht wordt geschonken aan „de pro
vincie in boek en tijdschrift". Zo'n vaste
rubriek krijgt het Zeeuws Tijdschrift met
ingang van 1 960. In deze „Zeeuwse kro
niek", door De Bruin volgehouden tot
aan 1 973, wordt telkens een aantal pu-
blikaties besproken, soms alle gegroe
peerd rond één thema, soms in losse
stukjes. Hierbij komen onderwerpen van
zeer uiteenlopende aard aan de orde:
Bij de bron van de Schelde, die ontspringt bij Gouy aan het oostelijk uiteinde van de hoogvlakte van Saint-
Quentin (Sint-Maartensberg), 1967. (Foto: J. L. van Leeuwen).