7 DECEMBER 1938 Zij stond bij de telefoon; de huisarts belde - waarom kwam hij niet zelf - Vader was nu gestorven. We speelden wat, wandelden in de namiddag naar Kloetinge. Oom en tante kwamen, snel heengegaan ook nadien. Ik zag je emoties, toen sterker dan de mijne. Toch ben ik het, die morgen nog komt op het graf te Goes. Hein Ehrhardt het kasteel van zaamslag (II) 214 Het moge duidelijk zijn dat met het op schrift stellen van dit historisch-archeo- logisch tweeluik over het kasteel van Zaamslag genoegzaam is aangetoond hoe belangrijk het is de zeldzame nog in het landschap zichtbare cultuurhistori- schëook te hopen dat de Torenberg en de te restaureren boeren woning nog lange tijd als baken zullen dienen om de band van de Zaamslagse gemeenschap met het verleden levend te houden. Noten Provinciale Zeeuwse Courant van 2 februari 1983; Jaarverslag Rijksdienst voor het Oudheid kundig Bodemonderzoek 1983, 141; 145-6. 2) Voor publikaties zie: Jaarverslag ROB 1987, 67-8; R. M. van Heeringen, Archeologisch on derzoek in Zeeland betreffende de hoge en late middeleeuwen over de jaren 1986-1988, Ar- chaeo/ogia Mediaevalis 12(1 988), 71 -5; idem. Archeologische kroniek van Zeeland over 1987, in: Archief. Mededelingen van het Ko ninklijk Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen (1988). 3) Foto's vanuit het noorden in: J. J. Voskuyl, Van vlechtwerk tot baksteen. Geschiedenis van de wanden van het boerenhuis in Nederland, 85 (Arnhem 1979). De datering van de schuren houdt in dat het voorterrein vrijwel direkt na de hernieuwde bedijking in 1 650 voor de vestiging van een boerenbedrijf in gebruik werd geno men. Mogelijk behoren de grote kelders onder het huidige woonhuis tot het bij de schuren ho rende woongedeelte van deze boerderij. Een andere mogelijkheid is dat de zware fundamen ten onder het nog bestaande woonhuis tot de middeleeuwse bebouwing op de voorburcht behoren, de voorburcht behoren. 4) Nadere gegevens zie literatuur onder noot 2. 5) Het materiaal komt komt volgens B Hillewaert, Brugge goed overeen met vondstcomplexen uit de opgravingen te Aardenburg en uit Vlaande ren. 7) A. de Kraker, Het kasteel van Zaamslag (1), Afb. 2. 8) W. C. Braat, De Berg van Troje, het stamslot der heren van Borssele, Oudh. Med. van het Rijks museum van Oudheden te Leiden 38 (1957), 69-93; 42 (1 9611 29-1 44. B. Oele.Ter Mael- stede in Zuijtbevelant, Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland 3 (1 977), 47-57. Het is overigens aardig om te constateren dat blijkbaar de heer die de motte bij Aendijcke op richtte, de verdere uitbouw tot kasteel (op last van de Heer van Zaamslag?) heeft moeten sta ken. Hij ligt er op de kaart van Horenbault in 1 569 verlaten bij. 9) J. de Meulemeester, De Singelberg te Beveren- Waas (Brussel 1978; Archaeo/ogica Belgica 208). Voor een overzicht zie: J. De Meulemee ster, Castrale motten in België (1 983; Archaeo- logica Belgica 255). ,0) Steenmaten van 31/30 cm lengte werden in Vlaanderen gebruikt vanaf zeker het tweede kwart van de 1 3de eeuw. Voorbeelden zijn b.v. te vinden in de historisch goed gedateerde kloosterkerk van Ter Duinen (maten 29/30 x 12.5/13.5 x 7.5/8.5; 1240) en de kerktoren van Varsenare (28/31 x 14/14.5 x 7.5/8; 1 220), zie b.v. J. Hollestelle, De steenbakkerij in de Nederlanden tot omstreeks 1560 /Assen 1961), 77.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 12