-1- veertig jaar zeeuws tijdschrift 225 me in Middelburg heeft zeer de aan dacht getrokken. Het is ook overgeno men in boeken aan hem gewijd. Hij heeft hiermee een periode in het leven van een provinciestad rond 1900 belicht, dat voordien een vergeten hoofdstuk was. Het verhaal over de middle-classes te Middelburg heeft Verburg in 1973 ge schreven. Tot het domein van een eind redacteur behoort ook de niet gemakke lijke taak om necrologieën te (laten) schrijven van mensen die van betekenis geweest zijn voor het tijdschrift zoals Van Schagen, Piet Meertens, De Bree (redacteur), Piet 't Hooft (redacteur) en anderen. Van Schagen hebben we al eerder genoemd die tot kort voor zijn overlijden het tijdschrift met kortere en langere artikelen heeft verrijkt. Piet 't Hooft schreef niet zoveel, maar wat hij schreef was goed verzorgd en inspire rend. Op redactievergaderingen had hij een belangrijke inbreng. Het tweede nummer van 1 978 werd aan zijn nage dachtenis gewijd. Een kadertje op de eerste bladzijde van dit nummer ver meldt: „Tot de redactie zijn toegetreden: mevrouw ir. Tineke van Oosten en A. L. A. Borst, geen onbekenden in het Zeeuwse land. Van harte welkom. Ten slotte een wisseling: M. P. de Bruin is thans eindredacteur, André Oosthoek lid van de redactie." Naast Trimpe Burger, MEDEDELINGEN VAN HE KONINKUJK Z.EEUWSr'H GENOOTSCHAP DER WETENSCHAPPEN Verburg en Warren, was Kees Cijsouw toen nog lid van de redactie. Een tijdschrift moet ook uiterlijk een „gezicht" hebben en dan nog liefst smaakvol. Met ingang van 1 980 werd Leo de Bruin aangetrokken voor het ont werpen van steeds wisselende omsla gen op basis van eenzelfde kleur met steeds de aanduiding van jaar en num mer. De onderwerpen werden op elk nummer aangegeven. In het zesde num mer van 1980 beschreef A. C. Meijer dertig jaar Zeeuws Tijdschrift met als ondertitel „terugkijken en tellen". Het was een goede gedachte van hem om een tabel te maken die een overzicht geeft over dertig jaar van het aandeel in procenten van de artikelen naar aard of onderwerp. Daarnaast is een grafiek ge maakt over de aandacht die de Zeeuwse regio's kregen van redactie en schrij vers. Deze bijdragen vormden minder dan 50% van het totaal. Zeeland als ge heel en de relaties met niet-Zeeuwse ge bieden bedroegen meer dan de helft. De relatie met het Zeeuwsch Genootschap kwam in 1 976 en 1 977 op een laag pitje te staan. Meijer: „In mei 1 978 bleef het niet bij klagen alleen (over de steeds on regelmatiger wordende verschijning). Overwogen werd de band te verbreken, niet slechts vanwege de genoemde pro blemen, maar ook de inhoud bleek vele leden niet langer te behagen. Kwaliteit èn verschijningstijdstip bleken binnen een jaar echter dusdanig verbeterd dat de algemene vergadering op advies van het bestuur besloot de samenwerking voort te zetten." Het is een ijzeren wet: een periodiek moet op tijd verschijnen, vooral als men rekening moet houden met de data van te houden lezingen en andere evene menten. Onregelmatig verschijnen lag niet aan de drukkerij. Het moet voor drukkerij Den Boer, die steeds hamerde op het inleveren van kopij in verband met de verschijningsdatum, vroeger vaak een nachtmerrie zijn geweest. De Bree bezong na 20 jaar Zeeuws Tijd schrift de lof van het amateurisme, een bijdrage waaruit Meijer en ikzelf voor de beginperiode veel stof hebben gehaald. Er is toen toch dikwijls een veel te grote Mededelingen wn h« Koninklijk Zemvscfi Genootschap Ar Wetenschappen Mf.ekijk.en in pi- Zeeuwse •oveuheukkeuken' Dr Middelburgse Tekenacademie van 1778 tot nu Gom m|^t Abraham de Kok (1924 1985) De strijd om Zeeland 11 DE tot 14DE EEUW EN Dl: ZEESLAG BH ZlERIKZEE IN U04 hebben de medewerkers steeds ge tracht een produkt af te leveren dat de toets der kritiek kon doorstaan. Per soonlijk mag ik constateren dat deze band tot nu toe goed is geweest. Dat het bestuur thans heeft gemeend deze band te moeten verbreken gaat mij dan ook zeer aan het hart. Het is echter niet an ders. Veertig jaar Zeeuws Tijdschrift: het is niet niks. Soms aan de rand van de on dergang maar steeds weer opgestaan. Mijn wens voor bestuur en redactie kan niet anders zijn een tijdschrift te maken mooier en beter dan het tevoren ooit was. N.B. Het artikel steunt op de volgende lectuur: Het dossier Zeeuws Tijdschrift in het Zeeuws Docu mentatiecentrum. L. W. de Bree geeft een zeer lezenswaardig overzicht van de beginperiode in „De lof van het amateurisme" (Twintig jaar Zeeuws Tijd schrift, in jrg. 20, no. 6). Een inhoudrijk artikel over „Dertig jaar Zeeuws Tijdschrift" geeft A. C. Meijer in Zeeuws Tijdschrift jrg. 30, no. 6. Hij heeftteruggeke- ken en de artikelen geteld. De onderwerpen zijn over de periode 1 950-1 980 in een tabel verwerkt, terwijl een grafiek inzicht geeft in de regionale spreiding van de artikelen. De overige gegevens zijn uit de ver schillende jaargangen van het tijdschrift gehaald.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 23