DIEPZEEVIS AANGESPOELD TE RITTHEM! F. A. D. van Nieu/anc/e Een zonderlinge aanhef voor een zeldza me vondst. Om onmiddellijk een aantal vraagtekens weg te nemen, dient te worden vermeld dat het hierbij niet gaat om een levende, of zelfs maar het kadaver van een vis. Het betreft hier alleen maar kaakonder- delen van een vis en dan nog van een soort die in onze streken in het Mioceen en wellicht ook nog in het Plioceen leef de. Dit even als korte inleiding om het verhaal te kunnen beginnen. De achtergrond van dit bericht begint bij Hubert Corstanje uit Middelburg, hij is lid van het Koninklijk Zeeuwsch Genoot schap en tevens lid van de Werkgroep Geologie. Hij verzamelt als hobby fos sielen en is hiermede dan ook zeer actief bezig op onze Zeeuwse stranden. Toenikvorigjaarbijhemop bezoek was, om zijn collectie te bewonderen en hem wat te helpen bij het op naam brengen van enkele fossiele schelpensoorten, kwam er ook een doosje tevoorschijn, met daarin een aantal voorwerpen, die het aanzien hadden van geperforeerde stenen. Het ging volgens Hubert hierbij om Bryozoa (Mosdiertjes), die hij op het strand te Ritthem had gevonden. Zij wa ren door „specialisten" als zodanig ge determineerd. Deze determinatie deed mij echter vreemd aan en deed mij onmiddellijk aan iets geheel anders denken. Ergens had ik zoiets al eens eerder gezien, maar het waren zeker geen Bryozoa-kolonies, zoals hier werd verondersteld. Ik herin nerde mij een vondst van een min of meer gelijkend voorwerp uit het Eoceen van België, dat als een kaakfragment van een bepaalde vissoort was gedetermi neerd. De vondsten van het Ritthemse strand waren dan wel niet identiek, maar ver toonden toch wel gelijkenis. Een en an der liet mij niet zomaar los en eenmaal thuis werd de nodige literatuur nog eens geraadpleegd. Mijn vermoeden bleek juist, reeds eerder werden dergelijke voorwerpen gevonden onder meer bij diverse haven- en/of tunnelwerken in de omgeving van Antwerpen. Het blijkt hierbij te gaan om tandplaten of kauwdelen uit de kaak van een uitge storven vissoort, waarvan verwante soorten momenteel alleen nog in de die pere wateren van de oceanen voorko men (recent: 1 orde met een drietal fa milies en ca. 32-37 soorten). De vissoort waar het hier om gaat, be hoort tot de familie der Chimaera's of zeekatten ofwel zeeratten genoemd, dit vanwege de lange dunne staart die de nu nog levende soorten bezitten. In de systematiek van de Vissen behoren de Chimaera's (evenals de Haaien en Roggen) tot de klasse der Kraakbeenvis- sen (Chondrichtyes). De Klasse is onder verdeeld in twee Subklassen, te weten: - subklasse Selachii; haaien en roggen - subklasse Holocephali; chimaera's

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1989 | | pagina 27