over boeken
233
theek te Middelburg, onder vermelding
van „de ontwikkeling van de stad Aar
denburg".
De scriptie van De Melker is een pittig
stuk werk waarin een enorme hoeveel
heid materiaal bijeen is gebracht overde
historie van Aardenburg. De gegevens
zijn afkomstig uit verschillende discipli
nes, veel archieven werden geraad
pleegd, veel literatuur bestudeerd o.a.
op het gebied van de historische geo
grafie, toponymie, bodemkunde, ar
cheologie, rechtspraak en middeleeuw
se geschiedenis. De wijze waarop De
Melker de bijna niet meer te overziene
hoeveelheid materiaal toegankelijk
heeft gemaakt, zal ook de niet historicus
of historisch-geograaf aanspreken. De
Melker moet aan „Aardenburg" veel tijd
hebben besteed, zich goed in de materie
hebben ingeleefd, want zonder dat is het
niet mogelijk iets nieuws van niveau te
brengen over de zeer ingewikkelde maar
boeiende historie van de Zeeuws-
Vlaamse stad. Is het „heilige vuur" voor
een object aanwezig dan kan het wat
Aardenburg betreft eigenlijk niet meer
stuk; het oude Rodanburg/Aardenburg
heeft in de provincie Zeeland verreweg
de rijkste historische achtergrond, wel
licht op enige afstand gevolgd door
„Walacria" of het oude Domburg dat
evenals Aardenburg al vanaf de Romein
se tijd van veel betekenis was, zowel in
economisch als strategisch opzicht.
In 1 907 vestigde de bekende historicus
Prof. H. Pirenne reeds de aandacht op
het grote belang van Aardenburg dat én
in de economische geschiedenis van de
Middeleeuwen én in die van het graaf
schap Vlaanderen een uitzonderlijke
plaats innam. Aardenburg was de voor
stad van Brugge van de 12de tot de
1 5de eeuw. Wat Venetië was voor Mid
den-Europa, was Brugge voor Noord-
Europa, het centrum van de aantrek
kingskracht voor de internationale han
del.
De titel van de scriptie over Aardenburg
geeft door zijn taalkundige constructie
m.i. een wat „inhoudelijke" verwarring,
omdat men er uit zou kunnen afleiden
dat de scriptie over een puur middel
eeuws onderwerp gaat. Na raadpleging
van de overzichtelijke inhoudsopgave
blijkt echter al spoedig dat o.a. in hoofd
stuk I veel plaats is ingeruimd voor de
pre-stedelijke ontwikkeling van Aarden
burg waarin veel frisse ideeën over het
oudtijds aan het voormalige riviertje de
Rudannaj?) gelegen Romeinse castel-
lum worden gegeven. Het riviertje is kort
na de Romeinse tijd door verzanding en
dichtslibbing verdwenen. De muren van
het castellum bleven evenwel nog eeu
wenlang zichtbaar. De Melker is van ge
dachte dat de riviernaam, in oorsprong
Keltisch, is overgegaan op het castellum
en dat aan de „pagus Rodanensis" niet
de riviernaam, maar de naam van het ca
stellum ten grondslag ligt. In hoofdstuk I
(de pre-stedelijke ontwikkeling, p. 18-
72), hoofdstuk II (de stedelijke ontwik
keling van Aardenburg tot 1 330, p. 72-
111) en hoofdstuk III (Ambtenaren in
Aardenburg - met inbegrip van de
„graaf" of „burggraaf" van Aardenburg
- p. 1 11 -1 70) komt de interpretatie van
de „pagus Rodanensis" nog dikwijls aan
de orde. De term „pagus", of zijn Neder
landse equivalent „gouw", kan door
gaans twee verschillende dingen bete
kenen: neutraal „streek", of meer be
paald „graafschap" (met de term gouw
werd in de vroege middeleeuwen ook
wel een groot kroondomein aangeduid).
Volgens De Melker heeft de pagus Ro
danensis betrekking op de streek Aar
denburg en niet op een gouw. Hiermee
samen hangt het al of niet aanwezig zijn
van een graaf of burggraaf. De Melker
meent om verschillende redenen de ge
dachte aan een vroegere graaf of burg
graaf te Aardenburg te moeten verwer
pen. De pagus Rodanensis moet niet ge
zien worden als een aparte administra
tieve territoriale eenheid, een graaf
schap. De streek van Aardenburg zal
waarschijnlijk van oudsher onder de
graaf van de Vlaandergouw geressor
teerd hebben.
In hoofdstuk 3 komen naast de wel eens
veronderstelde graaf van Aardenburg
andere „ambtenaren" van de stad aan de
orde, zoals de schouten, de baljuw, de
schepenen enz. Het hoeft niet alleen
over Aardenburg te handelen, ook in
meer algemene zin is hoofdstuk 3 over
de „ambtenaren", zeker voor niet-histo-
rici het lezen waard om op de hoogte te
komen van allerlei aspecten van het
stadsbestuur en het stadsrecht.
Het is niet doenlijk in een korte recensie
de veelheid aan onderwerpen die in de
scriptie van De Melker voorkomen, te
behandelen, zoals het probleem van de
een of twee pre-stedelijke kernen te Aar
denburg, of de vraag welke van de twee
kerken de oudste is, de O.L.V. kerk of de
St.-Bavo.
De probleemstelling in het onderzoek
van De Melker is in grote lijnen tweele
dig. De eerste vraag is, hoe de ontwikke
ling van Aardenburg van nederzetting
naar stad verliep. Om deze vraag te kun
nen beantwoorden werd diep ingegaan
op de pre-stedelijke faktoren die een rol
hebben gespeeld in de stedelijke ont
wikkeling van Aardenburg tot 1330. In
dat jaar ontving de stad een nieuwe
stadskeur van de Vlaamse graaf, welke
keur min of meer het sluitstuk vormde
van de stedelijke ontwikkeling. Het eer
ste stadsrecht dateert van omstreeks
1 1 87. De tweede vraag is, hoe in Aar
denburg de - wat De Melker noemt - di
verse instellingen ontstaan zijn en hoe zij
hun definitieve vorm hebben gekregen.
In het derde en laatste hoofdstuk wor
den de meeste ambtenaren die in en
rond Aardenburg gefunctioneerd heb
ben in volgorde van opkomst aan de or
de gesteld.
Voor het historisch onderzoek van de
stad Aardenburg stond De Melker een
geweldige hoeveelheid bronnenmate
riaal ter „beschikking", waarvan het me
rendeel niet uitgegeven is. Het was in
het kader van zijn doctoraalscriptie niet
mogelijk alle te bereiken bronnen te be
studeren, waarvoor we begrip kunnen
opbrengen. Vooral in België moesten
heel wat belangrijke archieven blijven
liggen. Daarom is het te hopen dat bin
nen afzienbare tijd de studie over „de
ontwikkeling van de stad Aardenburg"
een vervolg zal krijgen. Vooral op het ge
bied van het grafelijk bezit schijnen zich
nogal wat problemen voor te doen. We
mogen niet verwachten dat alle vraag
stukken rond de historie van Aarden
burg binnenkort opgelost zijn. Het is al
prachtig als zo hierendaar eerdere dwa
lingen worden rechtgezet. Een klein,
maar wel aardig voorbeeld tot besluit:
De Tuimelsteenstraat te Aardenburg
heeft als naam niets te maken met ste
nen die van de Romeinse vestingmuur
ter plaatse tuimelden, maar met het
steenhuis dat in de veertiende eeuw
naast het huis van de Aardenburgse pa
triciër Dankard Tumelare lag en later
mogelijk in diens bezit is gekomen.
J.A.T.B.