Gods water over Gods akker
1 Verslag over de stormvloed van 1953.
De Rijkswaterstaat en het Koninklijk Nederlands
Meteorologisch Instituut ('s-Gravenhage 1961)
p. 14. N.B.: de totale rijksbegroting voor 1953
bedroeg 5,5 miljard gulden; die voor Verkeer en
Waterstaat minder dan een half miljard
(412 miljoen).
2 Stroomafwaarts komend rivierwater.
3 A. G. Maris, „Het waterstaatkundig aspect van
het Deltaplan", in: Het Deltaplan, afdamming
zee-armen. Nederlandse Maatschappij voor
Nijverheid en Handel (z.p., z.j. (1954)) p. 3-4;
P. W. Kalkwijk, De strijd tegen het water,
Berichten van de Nederlandse vereniging voor
landaanwinning nr. 5 (2e druk; Meppel 1957)
p. 56.
4 ARA, Archief van de Deltacommissie 1953-
1961, inv. nr. 2.16.45, doosnr. 207,
Ontwerprapport van de Stormvloedcommissie
(1944) p. 1.
5 Waarschijnlijk bracht de commissie haar
rapporten uit aan de secretaris-generaal van het
departement van Waterstaat, die als hoogste
ambtenaar de in Londen verblijvende minister
verving. In 1940 was dat D. G. W. Spitzen - later
(1948-1951zelf minister op dit departement -, in
1944 was dat W. L. Z. van der Vegte.
6 Rozenburg, Voorne-Putten, Hoeksche Waard,
IJsselmonde en het eiland van Dordrecht.
Vier eilanden verenigen, de eerstgenoemde vier,
was ook een mogelijkheid. Ibidem, p. 28.
7 Ibidem, p. 3, 4, 27-28.
8 ARA, Archief van Deltacommissie, doosnr. 218,
Nota van de Rijkswaterstaat in de directie
Benedenrivieren, houdende opgave van de
factoren in de Zeeuwse hoofdwaterkeringen, die
gevaar van overstroming mogelijk maken (1946)
p. 6.
9 Behalve het Rijk, de provincies en de
gemeenten, zijn ook waterschappen
(hoog)heemraadschappen en polders)
publiekrechtelijke lichamen. Het toezicht op
deze waterschappen hebben de provinciale
staten. Zij stellen de reglementen vast en
kunnen waterschappen opheffen, instellen,
combineren en in de inrichting verandering
aanbrengen.
10 Zo sprong het Rijk bijvoorbeeld bij „in het tekort
der uitgaven voor zeewering en
oeververdediging van de calamiteuze polders in
de provincie Zeeland, ingevolge de wet van
19 juli 1870 Staatsblad no. 119)".
11 HTK 1948-1949, Bijl. A, 1000-IX B, nr. 2, MvT,
p. 15-17.
12 HTK 1949-1950, Bijl. A, 1400-IX B, nr. 2, MvT,
p. 14.
13 Ibidem, nr. 8, VV, p. 8.
14 HTK 1949-1950, Bijl. A, 1400-IX B, nr. 11MvA,
p. 25. Die helpende hand was bijvoorbeeld in
1870 aan een aantal Zeeuwse polders geboden,
vgl. noot 10.
15 HTK 1949-1950, p. 969, 988.
16 HTK 1950-1951, Bijl. A, 1900-IX B, nr. 2, MvT,
p. 20; nr. 9, VV, MvA en Mondeling Overleg, p. 43.
17 N.B.: Van der Feltz was op dat moment de enige
Zeeuw in de Tweede Kamer. In de Eerste
Kamer had sinds 21 oktober (1952) de uit Goes
afkomstige M. van der Himst zitting.
'8 HTK 1952-1953, III, p. 3256, 3293.
19 De behandeling van de begroting voor 1953
vond pas na de ramp plaats.
20 HEK 1950-1951p. 568-569; HEK 1951 -1952,
p. 349.
21 HTK 1952-1953, III, Bijl. 2800-IX B, nr. 1, OvW,
art. 180.
22 HTK 1952-1953, III, p. 3247.
23 Ibidem, p. 3293.
24 Opsiibbing: het hoger worden van gronden
onder water door het neerzetten van slib.
Waterberging: de ruimte voor overtollig
polderwater.
25 HTK 1948-1949, Bijl. A, 1000-IX B, nr. 9, MvA,
p. 32.
26 HEK 1948-1949, p. 398.
27 Ibidem, p. 534.
28 HTK 1950-1951Bijl. A, 1900-IX B, nr. 2, MvT,
p. 18.
29 Noemde Spitzen die commissie en haar
rapporten niet om geen slapende honden
wakker te maken? Maar waarom stond hij dat
begrotingsjaar dan tóch zo uitgebreid stil bij de
stormvloedproblematiek? Was hij zelf erg met
deze zaak begaan en hoopte hij op reacties van
kamerleden, die op meer geld voor onderzoek
zouden aandringen, zodat hij tegenover de
minister van Financiën sterker zou staan met
eventuele geldeisen? Om op deze vragen een
antwoord te vinden is meer onderzoek nodig.
Opgemerkt zij nog dat dat in de jaren 1948-1952
de Stormvloedcommissie en haar bevindingen
in de ministerraad evenmin ooit aan de orde zijn
gesteld.
30 Ibidem, p. 18-19.
3' HTK 1951-1952, Bijl. A., 2300-IX B, nr. 2, MvT,
p. 16; Ibidem, nr. 10, MvA, p. 31
32 HTK 1951-1952, p. 636.
33 HTK 1952-1953, III, Bijl. 2800-IX B, nr. 16, MvA,
p. 20; HTK 1952-1953, III, p. 3303.
34 in de literatuur wordt nogal eens gesuggereerd
dat het onderzoek wél primair werd ingesteld
met de bedoeling de veiligheid te verhogen.
Vgl. U. Rosenthal, Rampen, rellen, gijzelingen.
Crisisbesluitvorming in Nederland (Amsterdam
en Dieren 1984) p. 81H. J. Looman, „Hoe
waterdicht is Nederland nu? 25 jaar na de
ramp", Elseviers Magazine 34 (1978) nr. 3, p. 43;
A. Spits, „Het Deltaplan", Streven 14 (1961)
nr. 4, p. 337-339.
35 Dit geld was afkomstig uit het tegenwaardefonds
van de Marshall-hulp.
38 HTK 1950-1951p. 1534-1548, 1554-1555.
Vgl. HTK 1950-1951, Aanhangsel, p. 207.
37 HTK 1952-1953, III, p. 3249, 3258, 3281, 3308,
3310-3312. Vgl. J. A. W. Burger, „Biesbosch-
perikel", Nieuwe Rotterdamse Courant, 9 dec.
1952.
38 HTK 1952-1953,1, p. 544.
39 Ibidem, p. 548.
40 Ibidem, p. 562.
41 T. Huitema, Dijken langs zee, rivieren en
kanalen (Amsterdam en Antwerpen 1947)
p. VII-VIII.
42 C. Tellegen, „Onze vrienden en vijanden: Water
en wind", De Ingenieur 65 (1953) nr. 6,
p. A55-A56.
43 HTK 1952-1953, I, p. 556-557.
44 Ibidem, p. 550.
45 Ibidem, p. 552.
48 Ibidem, p. 560-561; vgl. R. Ver Loren van
Themaat, „Watersnood 1953", De Ingenieur 65
(1953) nr. 6, p. A56. In Wie is dat? (6e uitgave;
's-Gravenhage 1956) werd Ver Loren van
Themaat omschreven als een „raadgevend
ingenieur".
47 HTK 1952-1953,1, p. 582, 575. Ver Loren van
Themaat zou in De ingenieur van 20 februari
1953, p. A83 nader uitleggen waarom hij zijn
artikel had geschreven en alsnog een deel van
de verantwoordelijkheid voor het gebeurde op
zich nemen. „Mijn artikel was niet anders dan
een beroep op de ingenieurs om te strijden voor
de veiligheid van ons land. Ik schreef, dat
onze waterbouwkundigen in rapporten en
adviezen gewaarschuwd hebben voor te lage
en te zwakke dijken. Het was echter geen
poging om de verantwoordelijkheid voor wat
gebeurd is op anderen af te schuiven.
Wij ingenieurs schoten in minstens dezelfde
mate te kort als degenen, die deze adviezen niet
hebben gevolgd, omdat wij daarin hebben
berust."
48 Ibidem, p. 583, 575.
49 Ibidem, p. 583-584.
50 Ibidem, p. 591
5' Ibidem, p. 596. Opgemerkt zij nog dat in de kort
daarna benoemde „commissie voor de
watersnood", een Kamercommissie die met de
regering overleg kon plegen over de
maatregelen die naar aanleiding van de
watersnoodramp dienden te worden getroffen,
géén communisten werden benoemd.
Alle partijen met uitzondering van de VVD
hadden hun steun gegeven aan een motie van
de PvdA-er Burger, waarin was voorgesteld de
CPN uit die commissie te weren. Alle andere
partijen waren hierin wel vertegenwoordigd.
Ibidem, p. 608-613.
LIJST VAN AFKORTINGEN
ARA Algemeen Rijksarchief
Bijl. Bijlagen
HEK Verslag der Handelingen van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal
HTK Verslag der Handelingen van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
MvA Memorie van Antwoord
MvT Memorie van Toelichting
OvW Ontwerp van Wet
VV Voorlopig Verslag
17