Boekbesprekingen Geschiedenis en genealogie van het geslacht De Jonge 1985. De Walburg Pers, Zutphen, 1985, 328 pag., III. Verkrijgbaar bij Jhr. ir. B. de Jonge, Huzarenlaan 15, 7215 ED Joppe (tel.: 05759-4302). Prijs: f 120,—. Genealogie, anders gezegd stamboom onderzoek, is voor velen een fascine rende hobby. Wie eenmaal door het virus van zoveel mogelijk te willen weten over eigen voorouders is gepakt, blijft erdoor geboeid. Voor velen is het grootste genot een afstamming te vin den van een adellijk persoon. Bij de Zierikzeese familie De Jonge ligt dat allemaal wat anders. Achter deze doodgewone naam verschuilt zich een familie van adel. Weliswaar stroomt het blauwe bloed nog maar sinds de vorige eeuw door de aderen, dat neemt niet weg dat alle nakomelingen zich mogen voorzien van het predikaat jonkheer of jonkvrouwe op hun visitekaartje. De familie De Jonge is een buiten beentje in de Nederlandse adel. Aller eerst is ze naar verhouding zeer talrijk; ze vallen uiteen in zes „staken" en ze hebben veel oog voor familietradities en de eigen geschiedenis. De Jonge. De oudste vermelde voorvader is de Zierikzeese schepen en burgemeester Jan Lievenszoon, die in 1474 en 1479 wordt vermeld. In het bijzonder met Jan Jhr. Albert Hendrik Wendelin de Jonge. Jan Anthonisse de Jonge (1546-1617) steeg de familie in aanzien. Hij wist zijn vermogen op bekwame wijze in onroe rend goed te beleggen waaronder de heerlijkheden Haamstede, Oosterland en Sirjansland. Zijn zoon, mr. Bonifa- cius de Jonge, werd raadspensionaris van Zeeland. De familie wist zich een onaantastbare positie te verwerven en speelde mede door hun aantal - de al genoemde Jan Jan Anthonisse de Jonge kreeg 24 kinderen - een voor aanstaande rol op bestuurlijk niveau. In de 18de eeuw, toen Zierikzee me nige veer op economisch gebied moest laten, kozen een aantal De Jonge's voor een militaire carrière. In de loop van de 19e eeuw trokken de meesten uit Zierikzee weg naar elders. Vooral op juridisch, bestuurlijk, ambtelijk en militair terrein kregen de meesten een nieuwe werkkring. Inmiddels is daar in de 20ste eeuw vooral het economische terrein aan toegevoegd. Het meest bekende 20ste eeuwse familielid werd jhr. mr. B. C. de Jonge (1875-1958), minister van oorlog, later gouverneur- generaal van Nederlands-lndië. Maar ook op cultureel terrein zijn er verdienstelijke familieleden, zoals de kunthistorica jkvr. dr. C. H. de Jonge (1886-1972), expert op het gebied van de kostuumgeschiedenis en Nederland se tegels. In 1924 kwam de „Geschiedenis en genealogie van het geslacht de Jonge uit Zierikzee, van pl. m. 1420 tot heden" uit. Dit geheel door de familie bekostig de boek mocht er zijn qua uitvoering en omvang. Helaas had de toenmalige Zierikzeese gemeentearchivaris en uiterst deskundig genealoog P. D. de Vos tot tweemaal toe geweigerd het boek te schrijven. In plaats van hem werd het werk samengesteld door de pedante W. Wijnaendts van Resandt, die voor het grootste deel moest steu nen op wat De Vos reeds bijeen had gebracht. De Vos gaf Resandts over- schrijfwerk in een verbeterde vorm uit in het niet genoeg te prijzen werk: De Vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16e eeuw tot 1795 (Middelburg, 1931). In 1985 verscheen in hetzelfde kloeke formaat, in een nog fraaiere blauwe band, met goudopdruk, deel 2 van de genealogie onder dezelfde titel. Dit ver volgwerk werd geschreven door een redactie van familieleden met de naam De Jonge en één andere naam, die, om in stijl te blijven, luidt: drs. C. O. A. baron Schimmelpenninck van der Oye. Het boek opent met een hoofdstuk van de laatstgenoemde schrijver (thans Gemeentearchivaris van Rotterdam) over de genealogie De Jonge waarin een samenvatting en de stand van za ken is opgenomen. Het geeft ten op zichte van het werk van De Vos weinig nieuws. Hoewel De Vos' verdiensten buiten discussie zijn, betekent het niet dat diens werk zonder bezwaar is. Enkele van zijn methodes wijzen wij thans als verouderd af. Onder meer het door hem veelvuldig toevoegen van patrocinia (achternaam afgeleid van voornamen, bijv. Lievenszoon, Pieterse enz.) en van achternamen waar de bronnen, die niet vermelden, is thans een achterhaalde zaak. Een kritische noot op dit punt moeten wij als een gemis ervaren. De samenvatting geeft veel waarde volle informatie over de verheffing in de 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 39