Boekbesprekingen adelstand en de takken. De familie om vat thans leden met de namen De Jonge, De Jonge van Campens Nieuw- land (deze heerlijkheid ligt op Noord- Beveland), De Jonge van Ellemeet en De Jonge van Zwijnsbergen (dit ligt in Noord-Brabant). Voorts over de wa pens, familiefondsen en bronnen. Deel I van het familieboek bevat een breed opgezet overzicht van de twaalf generaties tegen de historische achter grond van de 15de-19de eeuw. Het is geschreven door jhr. mr. M. W. C. de Jonge. Het overzicht is op verdienstelij ke wijze samengesteld. Hier en daar valt het nodige aan te merken (prof. Leupen uit Amsterdam deed dit op charmante wijze in het front van de familie tijdens hun laatste reünie in 1989 te Zierikzee). Dat mag weinig af doen aan de goede opzet en uitwer king. Deel II is zonder twijfel het meest aar dige van het boek. Hier wordt het boek uit 1924 vervolgt met beschrijvingen van personen vanaf de 13de generatie (19de eeuw). Niet alleen worden alle naamsdragers tot en met de 17de ge neratie uitvoerig beschreven, maar ook alle aangetrouwden (jeugd, studie, be roepen, funkties, onderscheidingen, hobby's enz.). De beschrijvingen zijn in het algemeen evenwichtig en in een aantrekkelijke stijl geredigeerd. Zelfspot en humor ontbreken niet. De familie biedt een breed spectrum aan meningen en opvattingen: van P.v.d.A. tot R.P.F., van Gereformeerd tot Rooms-Katholiek. Kortom: aan af wisseling ontbreekt het niet. Vanzelf sprekend hoort daar een zwart familie schaap bij. Ditmaal een „rood" exemplaar. W. C. de Jonge (1866- 1925) was Tweede Kamerlid, later Eerste Kamerlid voor de S.D.A.P. (Sociaal Democratische Arbeiders Partij). Hij heeft ook in Zeeland gesproken en liet zijn titel consequent weg. Daar bleef het niet bij, hij stelde voor die adellijke titels af te schaffen, „wat in de familie niet erg werd gewaardeerd" (blz. 205). Met groot respect moet de houding van de familie in de Tweede Wereldoorlog worden genoemd. Velen namen aktief deel aan het verzet of ae strijd tegen de Duitsers en Japanners. Het werk is fraai geïllustreerd met talrijke portretten, groepsfoto's en andere afbeeldingen H. Uil ISAAC FARO 'fihev-esi van een amaCeMl -(lenea lwG O. <J aan malie Stth-;wks m 46 Brieven van een amateur-genealoog aan Marie, door Isaac Faro, 43 blz., Slib-reeks, Zeeuws Kunstenaars centrum, Middelburg 1989 Het 46ste nummer in de Slib-reeks is een kostelijk boekje! Drie brieven, van een inleiding en een annotatie voorzien en over een periode van 40 jaar geschreven, confronteren de lezer met enkele aspecten van Marie's liefdesleven. Vrij geciteerd met de keus tussen een snelheids-mania kale beleidsmacho en een behoorlijk geschifte rancuneuze neuroot op een oude fiets. Maar vooral geven deze brieven een prachtig beeld van typisch Zeeuwse (ambachtelijke) trekjes en achtergronden; de echte auteur drijft daar op milde wijze de spot mee, geeft en passant rake beschrijvingen van het Zeeuwse landschap en lijkt voor alles een grote liefde voor Zeeland tot uiting te brenqen. Zeer de moeite waard! F. v. V. A. J. A. ten Bruggencate. Een leven voor de kunst: G. H. G. von Brucken Fock(1859-1935) Middelburg 1989. (Zeeuwse Katernen 4) Verkrijgbaar bij het Zeeuws Kunste naarscentrum en het Zeeuws Museum, f 19,-. Het vierde nummer van de serie Zeeuwse Katernen, een serie die aan dacht schenkt aan het Zeeuwse cultu rele leven van het eind van de negen tiende eeuw tot heden is een korte monografie gewijd aan de Zeeuwse componist-schilder Von Brucken Fock. Eerder verschenen in deze serie stu dies over de Middelburgse tekenaca demie, moderen architectuur in Zee land en de beeldende kunst in Zeeland tussen 1940 en 1960. De sober maar mooi uitgevoerde boek jes waren tegelijkertijd catalogi bij ten toonstellingen die door het Zeeuws Kunstenaars Centrum in de Zeeuwse Bibliotheek werden gehouden. Ondanks het feit dat het ZKC na 15 jaar actieve inzet voor het culturele leven in Zee land wordt opgeheven, zal deze serie waarschijnlijk onder een andere vorm worden voortgezet. Het voortbestaan van de bekende Slib-reeks die even eens door het ZKC werd uitgegeven, lijkt inmiddels verzekerd. De monografie van Ten Bruggencate is wat mager uitgevallen. Het grootste gemis vind ik het ontbreken van een discografie of verwijzing naar recente uitvoeringen van het werk van Von Brucken Fock zoals bijvoorbeeld in de Zeeuwse Bibliotheek in 1985. Mij dunkt dat met iets meer inspanning, een monografie had geschreven kunnen worden die aan deze Oblomov-achtige figuur uit de Zeeuwse culturele wereld meer recht had gedaan. Deze kritiek hoeft, zeker gezien de prijs van het boekje, de aankoopbeslissing geens zins negatief te beïnvloeden. P. v. d. V. Zeeuws meisje (1904). Houtskool op papier; 26 x 34,5 cm Frans Hals-museum. Haarlem. 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 40