De opbouw van het jeugdwerk in het land van Cadzand (1944-1946) bezighouden met het verbeteren van het contact tussen Militair Gezag en bevolking en met de „materiële en geestelijke wederopbouw".10 De materiële wederopbouw moest vorm krijgen via een Streekplan, dat het land van Cadzand uit haar isolement moet halen. Behalve herbouw van gebom bardeerde dorpen wil de Werkgroep verbetering van de verbindingen met Oost Zeeuwsch-Vlaanderen en met België. Men denkt ook aan inpoldering van de Braakman. De Werkgroep organiseert een aantal voorlichtings bijeenkomsten. Onder toezicht van het Militair Gezag wordt daarover bericht in „De Schakel", een krantje onder redac tie van twee Werkgroepleden, ds. Oort en A. Hoolhorst. Ook de geestelijke wederopbouw wordt ter hand genomen. In april wordt de actie Zuid helpt Noord op touw gezet. Toneelavonden, benefiet voetbal wedstrijden, huis-aan-huiscollectes én giften in natura (landbouwproducten) dragen bij aan het lenigen van de nood in bezet Noord-Nederland. In de burge meestersvergadering van 6 april 1945 stelt Van Dongen voor „om te streven naar de samenvoeging van alle comitées van hulpverlening tot één comité in de gemeenten Het verdient aanbeveling om in de commissie iedere (godsdienstige) rich ting te doen vertegenwoordigen". Van Dongen is lid van de OD, rooms-katho- liek, vertegenwoordiger van de Hulp- Actie Rode Kruis (HARK). In juni wordt hij benoemd tot waarnemend burge meester van Aardenburg. Op 12 april 1945 wordt het gewestelijk comité van de Nationale Centrale Hulp verlening Nederland opgericht, die nog in diezelfde maand in samenwerking met de protestantse gezinszorg een cursus voor gezinsverzorgsters organiseert. Zij volgt het roomskatholieke voorbeeld in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen. Mei-september '45: een „wilde tijd"? Eén van de problemen waar Militair Gezag en burgemeesters snel een oplossing voor moeten bedenken is het op gang brengen van het onderwijs. Vooral de problemen bij het voortgezet onderwijs zijn groot. Vanaf september 1944 heeft het regulier onderwijs stil gelegen en vooral eindexamenleerlin gen hebben een grote achterstand opgelopen. De lagere landbouwschool in Schoondijke, de Rijks H.B.S. en de ambachtsschool in Oostburg hebben zwaar geleden onder de bombarde menten. In Oostburg kan slechts in provisorische barakken met een minimum aan leer middelen en leerkrachten les gegeven worden.11 Ook door de transport moeilijkheden blijven veel leerlingen van onderwijs verstoken. Dat het merendeel van de 12 tot 18-jarigen en de rijpere jeugd (18-25 jaar) doelloos Verwoesting kerk te Eede (1944). Foto Zeeuws Documentatiecentrum. 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 12