De opbouw van het jeugdwerk in het land van Cadzand (1944-1946) Conclusies de stichting van een centraal jeugdhuis. Aanwezig zijn: Oosterlee, Van Dongen, Van den Broecke-de Man en drie leden van het Comité Opbouw Jeugdwerk. VBS trekt zich terug en men besluit met een concreet voorstel bij Neder lands Volksherstel aan te kloppen.38 Nederlands Volksherstel wil wel geld ter beschikking stellen, maar slechts op voorwaarde dat katholieken en prote- stantschristelijken samenwerken. Dat gebeurt in de Commissie Jeugdwerk West Zeeuwsch-Vlaanderen, maar het verdelen van het geld levert moeilijk heden op. In 1948 komt er één grote stichting, die 2 kleine (1 rooms-katho- lieke; 1 protestants-christelijke) stich tingen overkoepelt. Uiteindelijk besluit men tot de oprichting van 2 jeugd centra: het rooms-katholieke Maristella in Aardenburg en het protestants- christelijke Hedenesse te Cadzand. De gereformeerden nemen genoegen met een bedrag van f 4000,-. In oktober 1946 wordt er op VBS over de opbouw van het jeugdwerk in West Zeeuwsch-Vlaanderen nog éénmaal uitvoerig gerapporteerd.39 De gegevens voor het rapport worden grotendeels aangeleverd door Snoeren. Naast de beschrijving van de materiële oorlogs schade, de ongunstige voorwaarden voor het jeugdwerk, de aantrekkings kracht van België en het gevoel van achterstelling t.o.v. Holland, wordt er op gewezen dat „van de zijde der R.K. geestelijkheid geklaagd (wordt) over achterstelling van het R.K. volksdeel, bv. bij de stichting van Middelbare scholen en gymnasia". De resultaten van de jeugdleid(st)erscursus worden breed uitgemeten. Er is een „algemeene opleving" van het jeugdwerk en de oud-cursisten hebben tal van initia tieven genomen, zoals volksdans- demonstraties op Koninginnedag en het redden van de door de Hervormden georganiseerde jeugddag. Ze hebben zich ook gunstig onderscheiden bij deelname aan andere kampen.40 Aan het slot wordt ingegaan op plannen voor uitbouw van het jeugd- en cultu rele werk, maar voor de Minister van OK&W, Gielen (KVP), is de rol van VBS uitgespeeld. VBS moet zich be perken tot subsidiëring van de 2 jeugd leiders: één voor het rooms-katholieke en één voor het protestants-christelijke jeugdwerk41 Die subsidie loopt door tot 10-12-1952, dan besluit VBS tot stopzetting: „West Zeeuwsch-Vlaande ren was een uitzonderingssituatie (geweest)", aldus Oosterlee.42 In de wintermaanden van '44-'45 is er in het land van Cadzand geen sprake van een bevrijdingsroes. De zware verwoestingen en de vele slachtoffers dempen de vreugde. De zorg om het zedelijk peil van de bevolking heeft in eerste instantie betrekking op de „arbeidslust". In april '45 lijkt de stem ming om te slaan. Naar aanleiding van de gezellige avonden van de actie „Zuid helpt Noord" en de moderne dans en jazz-avonden van de Engelse soldaten ontstaat er morele veront rusting over de jeugd, en meer in het bijzonder over het gedrag van jonge meisjes en vrouwen. Kort daarop volgt de afkondiging van de verordening Jeugdbescherming en de aanscherping van de politieverordeningen m.b.t. het zwemmen. Inzet van deze repressieve maatregelen is regulering van de ont spanning en het vermaak. De omgang van meisjes en jonge vrouwen met Engelse soldaten is een tijdelijk pro bleem. „Moderne dans", „spelen met eigen eerbaarheid" en meer algemeen een „gebrek aan stijl", bij jongeren, zouden diepere sporen kunnen nalaten. Het zijn spraakmakende individuen van de Werkgroep West Zeeuwsch-Vlaan deren en „de Schakel" (Oort, Hoolhorst) die uiting geven aan de verontrusting. „De Schakel" staat onder toezicht van het Militair Gezag. Oort's artikel en de brief aan de inwoners van Groede, beide gepubliceerd in „De Schakel" van 27 april 1945, én de aankondiging van de Verordening Jeugdbescherming in de burgemeestersvergadering, eveneens op 27 april 1945, doet den ken aan een gecoördineerd optreden van de bestuurlijke elite. Opvallend is dat de meer traditionele vormen van ontspanning, kermis en voetballen, niet onder strenger toezicht gesteld werden. Ik acht het niet uitgesloten dat de ver klaring voor een vermeend „zedeloos gedrag" gezocht moet worden in een reeks bijzondere omstandigheden. Zo zou er op de uitgaans- en huwelijks markt sprake kunnen zijn van een reeks nieuwe verschijnselen. Enerzijds zorgt de aanwezigheid van Engelse soldaten voor een grotere vraag, anderzijds is er wellicht sprake van een verminderde vraag van Neder landse jonge mannen. Een deel van hen ging al spoedig in dienst, want Noord-Nederland was nog niet bevrijd. Misschien was ook het aantal Neder landse jonge mannen onder de oorlogs slachtoffers groot, zodat voor Neder landse jonge meisjes het gevaar van „overschieten" dreigde. De aanwezig heid van Engelse soldaten biedt uit komst. Anderzijds zou ook het op vrij grote schaal oppakken van „moffen meiden" voor spanningen op de uit- gaansmarkt gezorgd kunnen hebben. Een derde verklaringsgrond zou ge vonden kunnen worden in de tendens naar verzelfstandiging van jongeren, die ook te zien was in de diverse jeugdorganisaties. Ook jongeren heb ben 4 jaar bezetting achter de rug, ze zijn volwassen(er) geworden in een tijd, waarin overleven en handelen als de situatie daarom vraagt, vaak voorop stond. Dit heeft waarschijnlijk het ouderlijk gezag ondermijnd zodat de morele verontrusting gezien kan wor den als een poging tot herstel van het ouderlijk gezag via de officiële kanalen, bestuur en kerk. Tot slot, „moderne dans", „moderne badcultuur" (Knokke) en het traditionele „vrije" (naakt)- zwemmen" waren wellicht al langer een doorn in het oog van de notabelen. Zien zij, die een sterke positie in de bestuurlijke elite bekleden (burge meester, Werkgroep en „de Schakel"), nu hun kans schoon om met behulp van het Militair Gezag ook op deze terreinen orde en gezag te herstellen? De opbouw van het jeugdwerk begint eigenlijk na het leggen van contacten met organisaties, waar „Doorbraak", vernieuwing en culturele verheffing hoog op de agenda staan (Je Maintiendrai, Nederlands Volksherstel, NJG en VBS). De Werkgroep kan aansluiten bij het bestaande en nieuwe jeugdwerk. Dit jeugdwerk wordt over de gehele linie gekenmerkt door verzelfstandiging (landbouwjongeren) jeugdactie, (Jong Hervormden), maar ook door het handhaven van de scheidslijn tussen protestants-christelijke en rooms- katholieke jongeren, (jeugdactie). De vernieuwing voltrekt zich groten deels binnen zuilen. Er zijn echter ook nieuwe initiatieven, zoals de padvinderij in Breskens en de sportplannen in Aardenburg. Zowel door „vooraan staande ingezetenen" uit het (over wegend katholieke) Aardenburg als 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 19