De opbouw van het jeugdwerk in het land van Cadzand (1944-1946)
de subsisie voor de jeugdleid(st)ers-
cursus: dat mocht voor de katholieken
wel wat meer zijn.
De gezamenlijke opbouw van het
jeugdwerk mislukt en VBS trekt zich
terug. Het land van Cadzand keert
terug in haar isolement, met dien ver
stande dat de gebeurtenissen rondom
de opbouw van het jeugdwerk een
nieuwe impuls gaven aan de verzuiling,
die verder vorm zouden krijgen in de
strijd om het middelbaar onderwijs.
NOTEN
1 zie bv.: J. C. H. Blom: De Tweede Wereldoorlog
en de Nederlandse samenleving. Continuïteit
en verandering, in: C. B. Wels, ed., Vaderlands
verleden in veelvoud, II, 1980; ook: P. W. Klein
en G. N. van der Plaat, ed. Herrijzend Neder
land in de periode 1945-1950,1981.
2 uit: Nota Oosterlee aan min. Van der Leeuw,
dd. 20-6-1946, semi-statisch archief
WVC/VBS, doos 46.
3 zie: Prof. ir. W. Schermerhorn: Minister-Presi
dent van Herrijzend Nederland, p. 149,1977.
4 uit: Memorie van Toelichting op Rijksbegroting
voor O.K.&W., in: Handelingen der Staten-
Generaal 1946. Zie ook: S. Gerritsen/I. van der
Zande: Massajeugd in de politiek, in: M. du
Bols-Reymond/F. Meijers: Op zoek naar een
moderne pedagogische norm - beeldvorming
over de jeugd in de jaren vijftig: het massa-
jeugdonderzoek (1948-1952), 1987.
5 zie: H. de Liagre Böhl: Zedeloosheidsbestrijding
in 1945 - een motor van wederopbouw, in:
H. Galesloot/M. Schrevel: In fatsoen hersteld -
zedelijkheid en wederopbouw na de oorlog,
1987.
6 geciteerd in: H. D. de Vrips Reilingh/A. Peters
jr.: „Rapport over de mogelijkheden van jeugd-
vorming en cultureel werk in West Zeeuwsch-
Vlaanderen", oct. '46 (Semi-statisch arcief
WVC/VBS, doos 85 Jeugdvorming
Zeeuwsch-Vlaanderen)
7 zie: C. D. Saai: De reliographische structuur
van West-Zeeuwsch-Vlaanderen, in: Socio
logisch Bulletin, 1947: Gegevens Volkstelling
CBS, 31 mei 1947; S. Steigenga-Kouwe:
Zeeuwsch-Vlaanderen, 1948; zie ook bijlage I.
8 gegevens ontleend aan: S. Steigenga-Kouwe:
Zeeuws-Vlaanderen, 1948; Herdenkingsboek
bevrijding 1944, 1984 (uitgegeven door de
Heemkundige Kring Zeeuws-Vlaanderen);
Fr. Etienne (André Elleboud): Oorlogsjournaal
6 oktober -1 november 1944, 27 emotievolle
dagen; De strijd om Zeeuws-Vlaanderen, 1985.
9 zie: J. J. van den Heuvel/D. M. Ligtermoet:
Burgemeesters tussen wanorde en weder
opbouw, 1987.
10 in: arch. Mil. Gezag Zeeuwsch-Vlaanderen,
doos 4352, map geschiedenis, hoofdstuk VIII-1.
11 zie arch. Mil gezag Zeeuwsch-Vlaanderen, doos
4344, Rijksarchief Zeeland. Voor de moeilijk
heden voor het voortgezet onderwijs, zie:
„Middelbaar Onderwijs onder een lekkend
dak", in: Provinciale Courant Zeeland,
11-12-1945.
'2 O.: „In de Nood", de Schakel van 27-4-1945.
13 In juni worden ze voor het merendeel
gerepatrieerd.
14 notulen burgemeestervergadering 27-4-1945,
in doos 33, groen, Gemeentelijk archief
Aardenburg (1944-1946); ook archief Mil.
Gezag, doos 4322 in Rijksarchief Zeeland.
15 gegevens ontleend aan: brief van dhr.
J. Kouwe-Lombard, d.d. 9-6-1945, in:
Herdenkingsjaarboek bevrijding 1944 uitgave:
Heemkundige Kring Zeeuwsch-Vlaanderen,
1984.
16 in: archief Militair Gezag Zeeuws-Vlaanderen,
ingekomen correspondentie met burgemeester
W. Zeeuwsch-Vlaanderen, doos 4324.
17 in: Gemeentearchief Oostburg, gemeente
Cadzand, inventarisnr. 893.
18 Het Kompas en De Groene Amsterdammer
(juli '45) berichten over de (moeizame) weder
opbouw; zie ook: De Maasbode, d.d. 7-9-1945,
onder de titel „De grenspaal IN de Schelde
19 zie: De Schakel, 3-9-1945. Voor Nederlands
Volksherstel zie: R. Ney/E. V. Hueting:
Nederlands Volksherstel 1944-1947 - een
omstreden hulporganistie in herrijzend
Nederland, 1989.
20 H. G. W. van der Wielen: De jongerenorgani
satie ten plattelande, in Het Gemeenebest,
1945-1946; zie ook J. Cervaal: De ontsluiting -
25 jaar plattelandsjongerenwerk in Zeeland,
1966.
21 Gegevens ontleend aan het persoonlijk archief
van en gesprekken met P. J. Verhage (juni-
augustus '89).
22 De patroonsgroep stond onder leiding van
kapelaan van Waes. De verkennersgroep
werd, in samenwerking met kapelaan van
Waes, opgericht door J. Ouwendijk. Ouwendijk
was lid geweest van een groep van de
Nederlandse Padvinders Vereniging in Goes.
Mogelijkerwijs waren er bv. in Aardenburg
jongensclubs o.l.v. de kapelaan en een afdeling
van het Katholiek Vrouwlijk Jeugdwerk (KJV),
gegevens: Overzicht R. K. Jeugdwerk,
ongedateerd, in: pers. archief P. J. Verhage.
23 in: H. D. de Vries Reilingh/A. Peters jr.: Rapport
over de mogelijkheden van jeugdvorming en
cultureel werk in West Zeeuwsch-Vlaanderen,
oct. 1946; mondelinge mededeling mevr.
E. J. van den Broecke-de Man, d.d. 22-8-1989.
24 zie: De hulpverleening aan Noord-Nederland
vanuit Oost Zeeuwsch-Vlaanderen, arch. Mil.
Gezag Zeeuwsch-Vlaanderen, map:
geschiedenis, doos 4352; gem. archief
Oostburg, Cadzand, inventarisnummer 893;
voor bezoek Oosterlee - zie: H. D. de Vries
Reilingh/A. Peters, jr.: Rapport over de
mogelijkheden van Jeugdvorming en Cultureel
Werk in W. Zeeuwsch-Vlaanderen, oct. '46,
arch. WVC/VBS, doos 85 Jeugdvorming
W. Zeeuwsch-Vlaanderen.
25 brief P. Verhage aan A. Oosterlee,
d.d. 10-4-1946, in: doos 85 Jeugdvorming
W. Zeeuwsch-Vlaanderen.
26 in: Rapport van A. Peters jr., betreffende
zijn bezoek aan Zeeuwsch-Vlaanderen teneide
te bewerkstelligen, dat er een of meer
cursussen voor jeugleid(st)ers van diverse
verenigingen in dit verwoeste deel van ons
land georganiseerd kunnen worden, d.d.
21 -4-1946, in: doos 85 Jeugdvorming
Zeeuwsch-Vlaanderen.
27 brief P. Verhage, 30-4-1946, in: pers. archief
Verhage.
28 Rapport van A. Peters jr. d.d. 21 -4-1945.
29 ibid.
30 ibid.
38 ibid. Peters is in zijn rapportage zeer summier
over de argumentatie die de katholieken han
teren bij hun terughoudendheid t.a.v. deelname.
De Gereformeerden stellen voor om een drietal
secties te vormen (humanistisch, r.k. en „posi
tief prot.-chr."). Dat voorstel gaat de aan
wezigen echter te ver. Bovendien stappen de
Gereformeerden op een bepaald moment op
(in: een persoonlijk schrijven van Peters jr. aan
P. J. Verhage, d.d. 11 -5-1945).
32 brief Asselbergs aan A. Oosterlee, d.d. 22-5-'46.
33 brief Graamans, inspecteur voor de Lichamelijke
Opvoeding, aan H. F. M. Baron van Voorst tot
Voorst en A. J. L. Verhoeven (Nat. hoofd
kwartier Kath. Jeugd Beweging), d.d. 27-6-1946,
in: doos 85: Jeugdvorming West
Zeeuwsch-Vlaanderen.
34 brief Asselbergs aan A. Oosterlee, d.d. 24 juni
1946, in: doos 85: Jeugdvorming
Zeeuwsch-Vlaanderen.
35 zie: J. Bank: Katholieke Verkennerij in de jaren
'30 - een natuurlijk religieus reveil in Nederland,
in: Jeugd en Samenleving, 1976; „missie" -
mondelinge mededeling kapelaan Videier, d.d.
30-8-1989.
38 brief P. Verhage aan A. Oosterlee, d.d.
20-6-1946, in pers. arch. Verhage.
37 Nota C. Graamans, inspecteur voor de
lichamelijke opvoeding, aan A. Oosterlee, d.d.
12-7-1946, in doos 85 Jeugdvorming
Zeeuwsch-Vlaanderen.
38 geg. ontleend aan: brief J. Peters jr. aan
A. Oosterlee, d.d. 3 juli 1946, betreft dienstreis
naar Zeeuwsch-Vlaanderen, in: doos 85:
Jeugdvorming Zeeuwsch-Vlaanderen; brief
aan dr. Sissing, provinciaal bestuurslid van
Volksherstel, d.d. 22 juli 1946, in persoonlijk
archief P. J. Verhage. De leden van het comité
Opbouw Jeugdwerk zijn waarschijnlijk
P. J. Verhage, L. W. de Bree en mej. N. de Kaa,
mond. mededeling P. J. Verhage.
39 H. D. de Vries/Reilingh/A. Peters jr.: Rapport
over de mogelijkheden van jeugdvorming en
cultureel werk in West Zeeuwsch-Vlaanderen,
d.d. oktober 1946, in: doos 85 Jeugdvorming
Zeeuwsch-Vlaanderen. Het rapport is
waarschijnlijk op verzoek van de nieuwe
minister Gielen (KVP) geschreven. Hij was van
plan om de door Van der Leeuw ingediende
begroting te wijzigen. De toegekende subsidie,
in totaal f, 800,—, waarvan f. 440,— voor de
Rooms-katholieke en f. 360,— voor de VBS-
jeugdleiderscursus, kwam niet in gevaar.
40 ibid.
41 De commissie bestaat uit 6 leden: 3 RK
(pastoor Froger, Snoeren en mevr. Roogiers),
2 hervormden (Germing, ds. van Rooyen, later
vervangen door ds. ter Beek) en 1
gereformeerde (de Vries). De hervormden
stellen een van hun zetels ter beschikking aan
de Bree (humanist), die tevens voorzitter wordt.
Secretaris wordt Snoeren, hij verzorgt nu ook
de correspondentie met VBS; geg, ontleend
aan: eindrapport de Vries Reilingh/Peters jr.
em F. J. ter Beek: „Het jeugdcentrum in West
Zeeuws-Vlaanderen", d.d. 24-6-1949, arch.
Hedenesse.
42 zie o.a.: Nota Oosterlee (voor de staats
secretaris), betreffende jeugdwerk W. Zeeuws-
Vlaanderen, d.d. 15-1-1952, in doos 85
Jeugdvorming Zeeuws-Vlaanderen.
43 In het merendeel van de dorpen ligt de daling
van het N.H.% onder de 5% en is er een
stijging van het onkerkelijkheidspercentage met
ca. 2%. Uitschieters zijn Oostburg, Groede,
Nieuwvliet en Zuidzande: daling van het N.H.-
percentage van 7 a 10% en stijging van het
onkerkelijkheidspercentage met ca. 4 a 7%.
Daarentegen is er in Breskens, Cadzand en
Retranchement een toename van het N.H.-
percentage met resp. ca. 2% en ca. 5% én een
daling van het onkerkelijkheidspercentage (ca.
3 a 5%).
59