Het nationale monument te Eede Mi- t/W f- A Ht4. ■J-4k^- «-K&. Z*. 'iv *«-* r~*-v %44s6-H>* W *4^./^- Schets van P. Roovers waarop is aangegeven hoe het beeld van de vrachtwagen moet worden afgehaald. Potlood en inkt op papier, 1954. Gemeentearchief Aardenburg. Foto Jaap Wolterbeek. Als zelfstandig beeldhouwer houdt hij zich bezig met het maken van portretten, dekoraties aan gebouwen en schepen, en monumenten. Van het ontwerp dat hij in oktober 1947 presenteert en waarvan ook een ma quette moet zijn gemaakt, is helaas niets bewaard gebleven. In het verslag van de op 9 januari 1951 gehouden vergadering van het plaatselijk komité wordt over dat eerste ontwerp opge merkt dat het „een zich oprichtende vrouwenfiguur met een toorts in de hand" voorstelt. Het tweede ontwerp, zoals dat in hetzelfde verslag staat omschreven, betreft een vrouwenfiguur met een koningskroon in de handen, staande op een bol, die op een zuil is geplaatst. De figuur heeft een lengte van 180 cm en zou van brons moeten zijn. De bol en de zuil zijn in tufsteen gedacht. Van dit model heeft Roovers een gipsmodel gemaakt, dat hij ter ver gadering laat zien. Het verslag eindigt met de vaststelling „dat dit beeld enigs zins hoog afstekend tegen de Zeeuwse luchten het goed zal doen." In juni 1951 is het monument, met name de vrouwenfiguur, weer wat gewijzigd. Een bewaard gebleven ontwerptekening van die datum maakt duidelijk dat de koningskroon is vervangen door een schild met een afbeelding van de Nederlandse leeuw. Dit derde ontwerp wordt het uitgangspunt voor het in 1954 gerealiseerde monument. Een probleem vormt in 1952 het materiaal voor de vrouwenfiguur. Brons is bijzonder moeilijk te krijgen en daarom buitenge woon duur. Besloten wordt om ook de vrouwenfiguur in steen uit te voeren. Hoewel het monument meer is gewor den dan de eenvoudige gedenkplaat die Wilhelmina voor ogen stond, is de vormgeving van een sprekende sober heid. Het monument is ten opzichte van de weg Maldegem-Aardenburg schuin, in de richting van de grens geplaatst. Aan de achterzijde is een beplanting van struiken en lage bomen aangelegd. Links en rechts van het gedenkteken bevinden zich eenvoudige houten banken. Het monument zelf bestaat uit een drie meter hoge, zich naar boven toe versmallende vierkante zuil waarin halverwege een opschrift is gehakt. Dit opschrift, opgesteld door burgemeester Van Dongen, luidt: „Hier keerde op 13 maart 1945 Onze Land- vrouwe terug tot Haar Volk." Het voet stuk schraagt een bol met daarop een staande vrouwenfiguur. De vrouw is gekleed in een lange jurk of mantel, die aan de voeten een weinig opwaait. Opvallend is de hoge kraag. Het schild met daarop de Nederlandse leeuw wordt met beide handen frontaal voor het lichaam gehouden. Door Roovers is gekozen voor een gestileerde vorm geving met weinig in het oog springen de detaillering. De beeldtaal spreekt niet van opgelegde emoties of heftige dramatiek, maar van inkeer en inge togenheid. De vrouwenfiguur mag als de Neder landse maagd worden opgevat. De bol heeft geen andere dan een komposi- torische betekenis. De figuur komt dankzij de bol visueel los van het robuuste voetstuk en wordt daardoor beter geaccentueerd. Overigens geeft de Centrale Commissie nog op 13 februari 1953 Roovers in over weging om de bol weg te laten. Hij gaat daar niet op in „op grond dat het leven dige silhouet tegen de lucht daar teveel door zou inboeten." De vrouwenfiguur (Nederlandse Maagd). Gemeentearchief Aardenburg. Foto gemeente Aardenburg. 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 25