Boekbespreki ngen G. van der Ham, Zeeland 1940-1945, (deel 2) Zwolle 1990. Uitgeverij Waanders, geb. f 55,—, ingeb. f 40,—. Het Zeeuwse geweten en het boek voor de vrijheid, het morele oordeel over het Zeeuwse oorlogsverleden. De uitgave dient een tweeledig doel: 1. promotie aan de Universiteit van Amsterdam 2. uitgave in opdracht van Provinciaal Bestuur van Zeeland (zie voorwoord deel 1 en voorwoord en inleiding deel 2). De handelsuitgave beslaat 706 pagina's met een (groten deels) beredeneerd notenapparaat per hoofdstuk, samengebracht achter in het boek. (pagina 604-670). Er is een opgave van gebruikte bronnen (pagina 671-676), daarnaast vermelding van geraadpleegde literatuur, lijst van afkortingen, fotoverantwoording, goed bruikbare index (pagina 686-701en een in het Engels gestelde summary. De studie is begeleid door een Com missie van Advies Geschiedschrijving Zeeland 1940-1945. Daarnaast is er begeleiding geweest van het Rijks instituut voor oorlogsdocumentatie (RIOD) te Amsterdam. Opmerkingen: De indruk wordt verkre gen dat het gebruikte fotomateriaal te incidenteel is toegepast. Een aantal foto's beoogt meer de behoefte aan bepaalde morele oordelen te onder strepen dan functionele fotopresentatie te zijn, voorbeelden op pagina 31 en 527. De drukfout op pagina 85 is storend, de directeur van de RHBS te Middelburg in oorlogstijd was Ir. van Dalsum en niet van Walsum. De auteur besteedt te weinig aandacht aan het wel en wee van de Zeeuwse Joodse gemeenschap, zie pagina 187-188. De schrijver bespreekt te weinig na drukkelijk de pregnant gouvernemen tele houding van het gemeentelijke en provinciale ambtenarenapparaat en haar gevolgen tijdens de bezetting. Te lichtvoetig wordt door de auteur een oordeel uitgesproken over de gerefor meerde gemeenschap van St. Philips- land, pagina 602-603. De zoekstrategie naar het bronnen materiaal schijnt gebaseerd te zijn op die van het RIOD te Amsterdam. De schrijver is op de hoogte van de methoden van het contemporain histo risch onderzoek, hij past deze metho den ook toe. Toch wordt de indruk verkregen dat Van der Ham bij de selectie van het materiaal onevenredig veel voorkeur heeft gegeven aan de geallieerde opmars. Hierover is reeds heel wat gepubliceerd. Het vermelden van die vele „opmars" gegevens zou ook een aardige geste kunnen zijn naar de opdrachtgever en de Zeeuwse lezer. Bovendien ware het wenselijk geweest als van der Ham meer lijnen had getrokken naar de Duitse bezetting buiten Zeeland. In hoeverre het pro bleem van de broodheer/opdrachtgever en de stofbegrenzing hierbij een rol spelen, is moeilijk vast te stellen. Doel van het historisch onderzoek is het schetsen van de historische ont wikkelingen en het uiteenzetten van de gebeurtenissen. De onderzoeker dient te vermijden dat bijvoorbeeld ongepaste nieuwsgierigheid naar „foute Zeeuwen" nadrukkelijk aanwezig is. Wel jammer is dat de auteur weinig of geen aan dacht heeft geschonken aan de toeloop van de Post War oorlogshelden. Het interpreteren van dit soort maat schappelijk historisch relevante gege vens heeft naar mijn stellige overtuiging te weinig betekenis gehad in dit onder zoek. Het boekwerk beantwoordt aan het pro vinciale doel, het beschrijven van de gebeurtenissen in Zeeland gedurende de Tweede Wereldoorlog 1Zeeland bezet, 200 pagina's 2. De vesting Zeeland, 75 pagina's 3. Het jaar 1944, 65 pagina's 4. De geallieerde opmars, 150 pagina's 5. De bevrijding en erna, 73 pagina's. De opbouw van de onderdelen van het boek toont niet waarlijk een evenwichtig beeld. Overigens komt het zelden voor dat een proefschrift goed leesbaar is. Het is een uitstekend leesbare disser tatie met een breed overzicht van de gebeurtenissen in Zeeland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het notenapparaat en de bronvermel ding doen vermoeden dat het gebruikte materiaal waar gebeurde evenementen betreft, het gebruik van het orale mate riaal schijnt niet volledig bezonken. De opmerking van de Commissaris van de Koningin Dr. Boertien, in de PZC van 11 april 1990, over detail controle door de Adviescommissie Zeeuwse Geschiedschrijving, en het door de auteur gebruikt materiaal schijnt een en ander te bevestigen. De conclusies van de schrijver aan het eind van het boek zijn summier en zwak te noemen (pagina 602-603). Zo is er grote voorzichtigheid geboden terzake de conclusie van de bijna absolute foutkeuze van de „zware" kerken door de auteur. In de weten schappelijke historische literatuur wordt dit in haar algemeenheid niet onder schreven. De opmerking van de schrijver over de ramp van 1953 wordt nergens gestaafd. De ontwikkelingen van Zeeland in de jaren vijfig zijn slechts een onderdeel van de gehele Nederlandse opleving binnen het kader van Ie miracle hollandais. Voornamelijk tussen de regels door is het Zeeuwse geweten tijdens en na de oorlog herkenbaar. Incidenteel biedt de auteur materiaal aan waarbij een moreel oordeel kan worden uitgespro ken, bijvoorbeeld pagina 44 e.v. en pagina 582 e.v. De vraag hoe fout fout is geweest, is niet afhankelijk van genuanceerde criteria. Elke vorm van fascisme blijft maatschappelijk en poli tiek onaanvaardbaar. Ondanks alle detailkritiek en algemene kritiek is de studie van Van der Ham een niet te onderschatten bijdrage aan de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederland en West-Europa. L. A. Dewitte 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 36