Redactioneel JAARGANG 40, NUMMER 2, 1990 In het vorige nummer is onder het kopje redactie ten onrechte de naam van Bert Teunis niet vermeld die na zijn ad-interim eind-redacteurschap met ingang van 1 januari 1990 gewoon redactielid is geworden. Het is met name aan zijn inzet te danken dat het grootste gedeelte van de negenen dertigste jaargang tot stand is gekomen. In dit tweede nummer van de veertigste jaargang zijn drie artikelen aan de Tweede Wereldoorlog gewijd. De voor zitter van het Nederlandse Rode Kruis, Mr. J. J. van der Weel, schetst de opkomst en ondergang van de Middel burgse wethouder M. H. Boasson. Net als vele andere Zeeuwen van Joodse afkomst is Boasson in een concentratiekamp van de nazi's om het leven gebracht. Van een geheel andere aard is de bijdrage van Ron Martens, assistent in opleiding aan de Rijksuniversiteit van Utrecht, die op de gevolgen van de Tweede Wereld oorlog ingaat. Martens doet dit aan de hand van een case-study van de op bouw van het jeugdwerk in west Zeeuwsch-Vlaanderen. Het jeugdwerk werd kort na de oorlog door zowel de kerkelijke als bestuurlijke autoriteiten sterk bevorderd omdat in hun ogen het oorlogsgeweld en de roes van de bevrijding het morele gedrag van de jeugd ernstig had ondermijnd. W. P. H. Scholten, provinciaal museum consulent, belicht in zijn artikel de negenjarige ontstaansgeschiedenis van het Nationale Monument te Eede. Uit zijn artikel blijkt dat de oprichting van het monument heel wat voeten in de aarde heeft gehad. M. Folkertsma, beeldend kunstenares, besteedt in haar artikel, „Traverse een tentoonstellingsproject in Zierikzee", aandacht aan het werk van de aan het project deelnemende kunstenaars. Het project wordt gerealiseerd in en rond de Noordhavenpoort die de tien beeldende kunstenaars tot inspiratie bron dient. De expositie wordt 19 mei geopend met een voorstelling van het bewegingstheater Movi-Actus uit Utrecht met een speciaal voor deze gelegenheid gecreëerd stuk. In zijn recensieartikel gaat ons redactielid Bert Teunis, vanuit de optiek van iemand die de Tweede Wereld oorlog nog zelf aan den lijve heeft ondervonden, in op het onlangs verschenen tweede deel van Zeeland 1940-1945. Hij plaatst onder meer kanttekeningen bij het sluiten van archieven ten bate van één onderzoek en het schrijven van boeken onder het wakende oog van een toezichtscom- missie. Een bespreking van meer zakelijke aard van hetzelfde boek geeft L. A. Dewitte. Tot slot bespreekt Francisca van Vloten het boekje over vervlogen jaren van de zijdelingse Tachtiger F. Erens, die enige tijd werk zaam was in Oostburg en Sluis. Tijdens zijn verblijf aldaar legde hij contacten met Belgische- en Franse kunstenaars die rond de eeuwwisseling in St. Anna ter Muiden verbleven. Dit nummer wordt afgesloten door de mededelingen van het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Weten schappen waarin een samenvatting van de hand van prof. ir. G. Chr. Meeuwse, emeritus hoogleraar van de TU van Delft, is opgenomen. In het volgende nummer dat medio juni verschijnt zal de gedeputeerde J. B. Ventevogel onder de titel Afwachten of Aanpakken nader ingaan op de in Zeeland aan Zet ontwikkelde ideeën over Zeeland in de negentiger jaren. Twee andere artikelen hebben de Schelde tot thema. In het een wordt een militair conflict uit de doeken gedaan dat zich in de dertiende eeuw rond de Schelde afspeelde. In het ander zal aandacht worden geschon ken aan de unieke tocht die onlangs naar de bron van de Schelde is gemaakt. Daarnaast zal een artikel gewijd worden aan de Kunstkring het Zuiden, een Vlissingse groep schilders die vooral tussen de Eerste- en Tweede Wereldoorlog actief was. Naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van het Stedelijk Museum van Vlissingen wordt over deze kunstkring tijdens de zomermaanden een expo sitie ingericht. Tevens zal in het volgende nummer voor de eerste keer de rubriek signalementen worden opgenomen waarin de aandacht gevestigd zal worden op boeken die met Zeeland te maken hebben. Paul van der Velde 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 3