Opkomst en ondergang van een wethouder Ondergang De gemeenteraad van Middelburg, 1939. Met ambtsketen burgemeester mr. dr. J. van Walré de Bordes. Twee plaatsen verder, aan zijn linkerhand, wethouder M. H. Boasson. omstandigheden." Maar het duurde niet lang of Boasson werd tot het wethouderschap geroepen. Door het overlijden van wethouder mr. A. A. de Veer ontstond een vaka- ture, waarin Boasson per 31 december 1932 de overledene opvolgde. Het was een benoeming op het nippertje: uit een andere groepering was ook een kandidaat naar voren geschoven. Boasson kreeg 9 stemmen, de andere kandidaat 8. Een vetpot kon het wethouderschap voor Boasson niet worden: Middelburg was een kleine stad en telde op 31 december 1932 slechts 18.849 inwoners. De jaarwedde van een wethouder bedroeg 2000 gulden (ter vergelijking; de burgemeester verdiende 7000 gulden.) Maar Boasson hield naast het wethouderschap zijn onderneming aan, en wij mogen aannemen dat oudejaarsdag 1932 voor hem het begin was van zeven vette noch magere, maar in elk geval gelukkige jaren, waarin hij zijn zakelijke en bestuurlijke bekwaamheden kon ontplooien. Hij kreeg de portefeuilles van gemeen tebedrijven en onderwijs toebedeeld. De portefeuille van gemeentebedrijven was in zeker opzicht toen interessanter dan een jaar of 30 a 40 later (ik mocht zelf deze portefeuille van 1966 tot 1972 beheren). Het gas werd nog door de bedrijven zelf geproduceerd, door de gasfabriek aan het Molenwater, en ook in de behoefte aan water voor de stad kon nog door eigen produktie in het bedrijf te Oranjezon voorzien worden. De waterbeschaving, die tot een veel voud van het waterverbruik zou gaan leiden, was nog niet doorgedrongen. Elektriciteit werd niet geproduceerd, maar van de PZEM ingekocht. Uit de dossiers blijkt van de intensieve be moeienis van Boasson met „zijn" bedrijven, die trouwens financieel voor de gemeente interessant waren. Zo maakte het gasbedrijf in 1932 een winst van f 18.460,87, en dat soort winsten was, zeker in die jaren van armoede, zeer welkom op de gemeentelijke be groting. Nog eens ter vergelijking: het stedelijk gymnasium kostte de ge meente in dat jaar bruto f 61.204,36, en na aftrek van de ontvangsten; (school gelden, subsidies, e.d.), f 30.092,18, wat dunkt mij niet veel was, ook als men met de geringe omvang (naar ik vermoed nog geen 100 leerlingen) rekening houdt. Intussen was een maand na Boassons benoeming tot wethouder elders een benoeming geschied die hem uitein delijk noodlottig zou worden. Op 30 januari 1933 was in Duitsland Adolf Hitler tot rijkskanselier benoemd. De verre donder van het naderend onweer werd in de veilige beslotenheid van de Middelburgse samenleving wel gehoord, maar beïnvloedde het leven niet. In 1936 verhuisden de Boassons van Noordsingel 174 (toen nog R 67a) naar Park de Griffioen 2. Dat huis had hij in dat jaar laten bouwen op een prachtig punt, gelegen aan het stille water van de Vest, met uitzicht op de molen. Kristallnacht kwam, MCinchen kwam, maar het leven in Middelburg ging - hoe had het anders gekund - gewoon door. Boasson was inmiddels een ervaren wethouder, had zich een bekwaam bestuurder betoond en hij trad als loco-burgemeester op toen burgemeester Van Walré de Bordes kort na zijn aantreden het advies kreeg het wat kalmer aan te doen. De Bordes wist, wellicht ook uit het hierboven gereleveerde applaus, dat er veel van hem werd verwacht en was binnen de kortste keren overwerkt geraakt. De raadvergaderingen van 28 februari en 3 april 1940 werden dan ook door Boasson voorgezeten. Het laatste raadsdebat waarin hij inten sief deelhad als voorzitter én als porte feuillehouder was dat van 3 april en had betrekking op een wijziging van de schoolgeldverordening voor het gym nasium. De bedoeling was dat kinderen van onbemiddelde ouders voor koste loze verstrekking van schoolboeken in aanmerking kwamen, als zij tenminste goede leerlingen waren. Wat moest daarbij het criterium zijn? Een gemid deld cijfer 7, zoals burgemeester en wethouders voorstelden? Of een ge middelde 71/2, zoals curatoren van het gymnasium wilden? En wat, als een leerling bleef zitten en in het jaar daar op die 7 (of 71/2) haalde? Het was in deze Boasson zo vertrouwde wereld van beschaving, redelijkheid en af weging dat kort daarna de orkaan uit het oosten losbarstte, waarvan het verre gerommel al zeven jaren eerder hoorbaar was geweest. 10 mei 1940. Wie, die dag heeft mee gemaakt, heeft niet zijn onuitwisbare herinneringen? Op die stralende mei morgen begon het vroeg. Om half vier loste de 16e Batterij Luchtdoel-artillerie, opgesteld bij de Schroeweg in de buurt van Middelburg, de eerste salvo's op Duitse vliegtuigen. De Boassons moe- 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 5